Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
6EC-MT/LA-MT
› 6 Atelier 6
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
6EC-MT/LA-MT
6 Atelier 6
Jaar 6 (aso)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Een chipkaart = Une carte à puce Een ritssluiting = Une fermeture éclair Een uitvinding = Une invention Een drukpers = Une presse De kleefband = Le ruban adhésif Stoom- = À vapeur Instemmen {WW.} = Acquiescer Aansluiting = L'adhésion Toelaten {WW.} = Admettre Overnemen {WW.} = Adopter Afkeuren, officieel berispen {WW.} = Blâmer Veroordeling = La condamnation Afkeuring = La désapprobation Ingepakt {Adj.} = Emballé; Emballée Erkennen {WW.} = Homologuer Bekrachtigen {WW.} = Ratifier Verrukken, enchanteren {WW.} = Ravir Weigering = Le refus Afwijzen {WW.} = Repousser Afkeuring = La réprobation Terughoudend {Adj.} = Réticent; Réticente De zekeringen laten springen = Faire sauter les plombs Zijn er kosten? = Y aura-t-il des frais? Dekt de garantie dit type probleem? = La garantie couvre ce genre de problèmes Knipperen {WW.} = Clignoter Gelden (Geldt de garantie nog?) {WW.} = Être valable Microgolfoven = Un four à micro-onde Leveren {WW.} = Livrer; fournir Een model = Un modèle Wasmachine = Une machine-à-laver Dvd-speler = Un lecteur dvd Inruilen {WW.} = Échanger Een handleiding = Un mode d'emploi De geluidsboxen = Les haut-parleurs Een verpakking = Un emballage Ik heb binnengebracht = J'ai remis Een herstelling = Une réparation De bestanden = Des programmes Opladen {WW.} = Charger Uitvallen {WW.} = S'éteindre Een printer = Une imprimente Aanzetten, aansteken {WW.} = Allumer De geluidskwaliteit = La qualité du son De succesvolle ontwikkeling = L'ascension {F.} Een scheiding = Un divorce De hel = L'enfer {M.}; Examen français De rook = La fumée Een eilandbewoner = Un insulaire; Une insulaire Een visser = Un pêcheur De afkeuring, verwerping = La réprobation Een geleerde = Un savant Ontsteld, verschrikt {Adj.} = Effaré; Effarée Grof, lomp {Adj.} = Grossier; Grossière Buitengewoon, wonderbaarlijk {Adj.} = Prodigeux; Prodigeuse Bevallen {WW.} = Accoucher Verwerpen {WW.} = Rejeter Samenvoegen, verbinden {WW.} = Unir Schenden {WW.} = Violer De chaos = Le chaos Een verdict = Un verdict Een afgrond, kloof, onpeilbare diepte = Un abîme Een omsluiting, afsluiting = Une enceinte Een uitgestrektheid, omvang = Une étendue Een wonder, mirakel = Une merveille Het niets = Le néant De zelfgenoegzaamheid = La présomption Een wonder = Un prodige; Réussir demain Een kortere weg = Un raccourci Een koninkrijk = Un royaume Schitterend, opvallend {Adj.} = Éclatant; Éclatante Onmerkbaar, onopvallend {Adj.} = Imperceptible Onoverwinnelijk, onoverkomelijk {Adj.} = Invincible (On)zichtbaar {Adj.} = (In)visible Beschouwen, aandachtig bekijken {WW.} = Contempler Verlichten {WW.} = Éclairer Omvatten of omhelzen, kussen {WW.} = Embrasser Opslokken, laten verdwijnen {WW.} = Engloutir Genoeg krijgen van, moe worden van {WW.} = Se lasser de Omringen, liggen rondom {WW.} = Environner Doorgaan, verdergaan {Expression} = Passer outre Een aanvaller, dader = Un agresseur Een gegevensbank = Une banque de données Een tak = Une branche Een vingerafdruk = Une empreinte digitale Een onderzoeker, ondervrager = Un enquêteur Een vezel = Une fibre Een onderzoeksmethode = Une méthode d'investigation Het behangpapier = Le papier peint Een penseel = Un pinceau Een gelijkenis = Une similitude Een vlek = Une tache Een schot = Un tir Het sorteren = Le tri Verward {Adj.} = Confus; Confuse Misdadig, strafbaar {Adj.} = Délictueux; Délictueuse Kinderlijk, uiterst eenvoudig {Adj.} = Enfantin; Enfantine Flitsend, overweldigend {Adj.} = Fulgurant; Fulgurante Dreigend ,naderend {Adj.} = Imminent; Imminente Onfeilbaar {Adj.} = Infaillible Onschuldig {Adj.} = Innocent; Innocente Verontrustend, zorgwekkend {Adj} = Inquiétant; Inquiétante Streng, strikt {Adj.} = Rigoureux; Rigoureuse De onschuld aantonen van iemand {WW.} = Disculper quelqu'un Ophelderen {WW.} = Élucider Overwegen te {WW.} = Envisager de Uitrusten met {WW.} = Équiper de Uitbuiten, beheren, ontginnen {WW.} = Exploiter Ontkennen {WW.} = Nier Afnemen, afhouden {WW.} = Prélever Opnieuw samenstellen, reconstrueren {WW.} = Reconstituer opjagen, opsporen {WW.} = Traguer Een verdachte ontmaskeren, in het nauw drijven = Confondre un suspect Op punt staan = Être au point Een selectie maken = Opérer un tri Een gelijkenis vertonen = Présenter une similitude Voordeel trekken van iets = Tirer profit de quelque chose Samenwerken met = Travailler en collaboration avec Chemisch = Chimique Terugkrijgen, ophalen {WW.} = Récupérer
Ingezonden op 12-06-2016 - 246x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!