Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
KCV FORUM + ROME
› 12 BEgrippen periode 4 deel1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
KCV FORUM + ROME
12 BEgrippen periode 4 deel1
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
kosmos = Griekse woord voor heelal aetiologische mythen = myhten die bepaalde verschijnselen willen verklaren oceanus = de bron van al het water, de oorsprong van de goden en alle dingen. stroomt rondom de aarde. thetys = godin van water homerus = filosoof 800 v.chr. hesiodus = filosoof 700 v.chr. theogonie = gedicht van hesiodus, beschrijft ontstaan van wereld en goden. oertoestand (aarde, hemel, onderwereld) --› een schema plato = filosoof 400 v.chr. kosmogonische mythen = mythen die een verklaring geven over de schepping van de wereld historische mythen = mythen die een verklaring geven over de vroegste geschiedenis van de mens logos = rationele uiteenzettingen. heeft alleen betrekking op iets dat onveranderlijk is en niet op dingen die aan verandering onderhevig zijn. mythe = wordt gebruikt bij dingen die aan verandering onderhevig zijn, niet de regels van de argumentatie toe te passen xenophanes = 'als koeien handen hadden, dan hadden zij hun goden naar hun eigen evenbeeld gemaakt, net zoals wij hebben gedaan' -› traditionele godenbeeld niet geaccepteerd Heraclitus = 'een god reinigt zich van bloedschuld door zich met bloed te wassen, alsof iemand die in de modder is gestapt, zich met modder wil wassen.' -› verering van goden werd niet meer geaccepteerd milete = nederzetting in Turkije, door joniërs gesticht. milete = 7/6e eeuw voor christus bloeiende havenstad en wemelde van handelaren babyloniërs = hoog peil in wiskunde en veel kennis rondom sterrenkunde. ten dienst van godsdienst en astrologie, priesters beoefende deze wetenschap Egyptenaren = geneeskunde verontwikkeld, operaties opgeschreven op papyrus. bijna volledig vrij van bijgeloof en magie. presocraten = eerste Griekse filosofen uit milete, leefden voor sokrates. zochten naar verklaringen voor natuurverschijnselen sokrates= filosoof uit 5e eeuw voor christus milesiërs, jonische natuurfilosofen = synoniem presocraten thales, anaximander, anaximenes = filosofen 600 v.chr. drie oudste presocraten. t. schreef geen filosofisch werk, a & a wel besprekingen = het herhalen van wat een oude filosoof heeft gezegd en daarop ingaan kosmos= duidt ordening aan. wereld heeft een structuur waarin elk onderdeel zijn natuurlijke plaats heeft. verschijnselen zijn niet geheel onvoorspelbaar en er moest dus aan bepaalde regels worden gehoorzaamd. basis filosofie = wereld in principe kenbaar, dit idee was een stimulans om de structuur van deze wereld te onderzoeken kosmologie = het onderzoek naar alle mogelijke verschijnselen in het heelal. bv. waarom is er een levenscyclus speculatief = grieken hadden niet de middelen om verschijnselen goed te bestuderen, opvattingen berusten op veronderstellingen wereldvoorstelling milesiërs = aarde middelpunt van hemellichamen die in concentrische cirkels eromheen draaiden. kosmos gave, symmetrische wereld kosmos is gave, symmetrische wereld = standaardmodel wereldvoorstelling tot in 16e eeuw physikoi = natuurfilosofen, eerste Griekse filosofen. physis = 1 omvat alles wat we tegenkomen en elk proces dat zich voordoet, waar geen mensenhand aan te pas is gekomen 2 onderzoek doen naar wat iets precies is 'hoe is iets ontstaan' physikoi = inzicht in structuur van de wereld is pas mogelijk als er onderzoek is gedaan naar ontwikkeling van de wereld archè = het begin van alles is onpersoonlijke, oneindige materie. uit deze oerstof is alles, via processen ontstaan. opvatting oudste presocraten archè = 1 beginpunt 2 leidend beginsel, benoemd door Aristoteles, ging ervan uit dat enerzijds beschouwd werd als begin en anderzijds als stof waaruit alles ontstaan is aarde, vuur, water = basiselementen presocraten. werden krachten die in de natuur werkten mee bedoeld, niet de eigenschappen. hadden constante strijd die de veranderingen in de wereld voortbrachten presocraten = processen in de kosmos werkt als een wisselwerking en strijd tussen elementaire krachten. Pythagoras = noemde zich in oudheid als eerste een filosoof pythagoras = filosoof van 570 v.chr. - 509 v.chr. polycrates = tiran geboorte eiland Pythagoras. reden dat Pythagoras gevlucht is Pythagoras dood = in 509 v.chr. hitste een zekere cylon de bevolking tegen de pythagoreërs. gevolg? een bloederige opstand. Pythagoras gevlucht uit croton en stierf in metapontum. wek de emoties van iemand niet met scherpe woorden op = pook het vuur niet op met een mes pythagoreïsche voorschriften = ... moest je niet letterlijk nemen. alles heeft een diepere betekenis dan in eerste instantie blijkt spreekverbod, heeft niets opgeschreven = waarom weten we niet veel over filosofie Pythagoras? pythagoreërs = kwamen tot de conclusie dat structuur van dingen in getallen kon worden uitgedrukt. wereld werd uitgedrukt in hoeveelheden en getallen getallen aanschouwelijk maken = om studie van getallen te vereenvoudigen werden ze omgezet in figuren oneven, vierkant, bepaald = kenmerken oneven getal even, langwerpig en onbepaald = kenmerken even getal 6 = volmaakt getal. som van delers 10 = vanuit wiskundig opzicht belangrijk, maar het weerspiegelde volgens hen pythagoreërs bepaalde patronen en structuren getal = vormde de basis van onze kennis van de wereld, van goden en van mensen, want geeft aan alles structuur 4 = getal stond voor rechtvaardigheid, want te delen in 2 gelijke delen pythagoreërs = kosmos is begrensd geheel, waar orde en harmonie heersten cirkel = volmaakt figuur volgens grieken buitenste cirkel heelal = sfeer van de sterren, hier zaten de hemellichamen pythagoreërs = heelal bestaat uit 3 gebieden in een cirkel middelste cirkel heelal = hierin waren de 5 planeten: mars, Jupiter, venus, Saturnus, mercurius binnenste cirkel heelal = zon, man, aarde draaiden pythagoreërs = aarde is bol, maar niet middelpunt pythagoreërs = 10 belangrijk, dus ook 10 hemellichamen. 10e hemellichaam werd verzonnen, tegenaarde. vuurlichaam = middelpunt aarde, tussen aarde en tegenaarde, daarom tegenaarde niet te zien tegenaarde = 10e hemellichaam harmonie der sferen = klanken van de hemellichamen. wij kunnen deze niet horen, al gewend sinds geboorte, Pythagoras kon dit wel hoger = hoe verder van het vuurlichaam, hoe ... de toon. toon voortgebracht door snelle cirkelbewegingen hemellichaam
Ingezonden op 30-06-2016 - 1716x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!