Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Itinéraire Bis Gespreksvaardigheid
› 4 Gesprekjes
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Itinéraire Bis Gespreksvaardigheid
4 Gesprekjes
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
GESPREKJE 1, BLZ. 33 Groet. = Salut. Groet terug. = Salut. Vraag of hij/zij ook op deze camping is. = Tu es dans ce camping aussi? Zeg dat dat zo is. = Oui, c’est ça. Vraag of hij/zij Engelsman/Engelse is.= Tu es anglais/anglaise? Antwoord dat je Nederlander/Nederlandse bent en vraag daarna of hij/zij Fransman/Française is.= Non, je suis Néerlandaise. Tu es Français/Française ? Zeg dat dat zo is en stel je meteen voor. = Oui. Je suis.... Zeg hoe je heet en geef je hand. = Je m’appelle .... Vraag of hij/zij hier ook met vakantie is. = Tu es aussi en vacances ici? Antwoord dat dat zo is en zeg dat je het hier erg leuk (aangenaam) vindt. = Oui, c’est ça. Je le trouve très bien ici. Je gaat over een paar minuten naar het strand met vrienden/vriendinnen. Vraag of hij/zij ook mee gaat.= Je vais à la plage avec des amis en quelques minutes. Tu veux venir aussi ? Ja, dat wil je graag.= Oui, j'aime bien. Stel voor om over 10 min. hier vandaan te vertrekken. = Partons à dix minutes d’ici. Vraag hoe laat het nu is: je hebt geen horloge. = Quelle heure est-il? Je n’ai pas de montre. Het is nu 10 uur. = Il est dix heures maintenant. Zeg dat je dan mee naar het strand wilt gaan, maar dat je het even tegen je ouders gaat zeggen.= Alors je veux vous accompagner à la plage, mais je vais le dire à mes parents. Zeg dat dat goed is en dat je hier zult wachten.= D'accord. Je vais attendre ici. Je gaat weg en zegt: ‘Tot zo!’. = à bientôt! GESPREKJE 2, BLZ. 34 Groet.=Salut. Groet terug.=Salut. Vraag hoe het gaat.=Ça va? Zeg dat het goed gaat.=Ça va bien. Vraag of hij/zij vanavond iets bijzonders gaat doen.=Tu fais quelque chose de spécial ce soir? Nee, niets bijzonders. Waarom?=Non, je ne fais rien de spécial, pourquoi? Vraag of hij/zij zin heeft dan mee naar de discotheek op de camping te gaan.=Si on allait à la discothèque? Zeg dat je best zin hebt, maar dat je niet weet hoe laat dat begint.=Oui, je veux bien, mais je ne sais pas à quelle heure ça commence. Zeg dat dat wel zo tegen 22.30 zal zijn.=Ça commence probablement vers dix heures et demie. Vraag hoe laat jullie elkaar dan zullen zien.=On se voit à quelle heure? Stel voor: 22.00=Dix heures te convient? Zeg dat je liever iets later afspreekt, bijvoorbeeld tegen 23.00.=Je préfère de te rencontrer un peu plus tard, par exemple vers onze heures. Zeg dat je dat prima vindt.=C'est bien. Stel voor dat je elkaar dan voor de discotheek zult ontmoeten.=Est-ce que on se voit devant la discothèque? Zeg dat je op tijd zult zijn.=J'arriverai à l'heure. OK, afgesproken, tot vanavond!=D'accord, à ce soir!
Ingezonden op 30-06-2016 - 804x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!