Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Pallas Grieks en Disco Latijn
› 0 Alle Woordjes van 18 t/m 24
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Pallas Grieks en Disco Latijn
, deel 1
0 Alle Woordjes van 18 t/m 24
Jaar 3 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
quam (na comparativus) = dan patientia = geduld furor, furores = razernij atque = en audicia = dapperheid; dappere daad; overmoed; brutaliteit debere = moeten patere = openstaan; duidelijk zijn sentire = voelen superior, superores = hoger; vroeger; vorig convocare = bijeenroepen res publica = staat evertere= omverwerpen insanus = gek; niet bij zijn verstand mos, mores = gewoonte intelligere = begrijpen vitare = mijden; ontlopen oportet = het behoort iussu = op bevel orbis, orbes = kring; cirkel orbis terrarum = de kring der landen; de hele wereld caedes, caedes = moord; bloedbad incendium = brand quam (+ superlativus) = zo... mogelijk educere = naar buiten voeren; leiden timor, timores = angst diutius = langer minus = minder litterae = brief non solum... sed etiam = niet alleen... maar ook aut... aut = of... of scribere = schrijven tristis = bedroefd legere = verzamelen; lezen apud = bij optimus = superlativus van bonus aliquando = eens; ooit gratia = dank referre = terugbrengen; brengen gratiam referre = dank brengen; dank brengen aan; bedanken; belonen malus = slecht quam primum = zo spoedig mogelijk rettuli = pf van referre florui = pf van florere florere = bloeien; iets betekenen vitium = fout plus, plura (comparativus) = meer impedire = belemmeren; beletten maeror, maerorem = verdriet valere = gezond zijn maiores (mv, m) = voorouders similis = gelijk inopia = gebrek tolerare = verdragen; uithouden aetas (aetates)(v) = leeftijd denique = tenslotte fines (mv, m) = gebied excessi = pf van excedere; ik ben gegaan (uit +abl); ik ben naar buiten gegaan excedere = naar buiten gaan; gaan (uit +abl) libertas (libertates) = vrijheid invidia = jaloezie adductus = ppp van adducere; gedreven zijnde (tot); gebracht zijnde (tot) adducere = brengen (tot); drijven (tot) potens (potentes) = machtig servitus (servitutes)(v) = slavernij redigere = terugbrengen (tot: in +acc) respicere/io = terugkijken (naar); omkijken (naar) subiectus = ppp van subicere; onderworpen zijnde subicere/io = onderwerpen provincia = provincie redactus = ppp van redigere; teruggebracht zijnde (tot) perpetuus = eeuwig premere = drukken; in het nauw brengen Gallus = Galliër nisi = als niet; (na ontkenning:) tenzij valetudo (valetudines)(v) = gezondheid munitio (munitiones)(v) = vestingwerk; schans accessi = pf van accedere; gegaan zijn naar accedere = gaan naar flere = wenen custos (custodes)(m) = wachter; bewaker positus = ppp van ponere; geplaatst zijnde fieri = gebeuren; worden; ontstaan; gemaakt worden alius ... alius = de een ... de ander vivus = levend fuga = vlucht comprehendere = grijpen; oppakken signum = teken; veldteken militaris = militair(e) incolumis = ongedeerd Gallus = Galliër; Gallisch arx (arces)(v) = burcht copiae (mv) = troepen numerus = aantal; getal captus = ppp van capere; genomen zijnde interfectus = ppp van interficere; gedood zijnde reliquus = overig civitas (civitates)(v) = burgerij; stad; staat discessi = pf van discedere; ik ben uiteen gegaan; ik ben alle kanten op gegaan discedere = uiteen gaan; alle kanten op gaan suscepi = pf van suspicere; ik heb op mij genomen suspicere/io = op zich nemen necessitas (necessitates)(v) = nood(zaak); behoefte causa (+ voorafg. gen) = wegens communis = gemeenschappelijk; algemeen cedere = gaan; wijken (voor +dat) offerre = aanbieden missus = ppp van mittere; gezonden zijnde princeps (principes)(m) = eerste; voornaamste producere = naar voren leiden productus = ppp van producere; naar voren geleid zijnde proieci = pf van proicere; ik heb naar voren geworpen proicere/io = naar voren werpen
Ingezonden op 05-07-2016 - 394x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!