Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Spaans I. Werbrouck
› 15 8 Mijn werkwoordenlijst 8° jaar
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Spaans I. Werbrouck
, deel b
15 8 Mijn werkwoordenlijst 8° jaar
Jaar 8 (volwassenenonderwijs)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
aborrecer, abominar, odiar, detestar = haten, verafschuwen (4 sin) acaecer, suceder, ocurrir = gebeuren, plaatsvinden (3 sin) acopiar = verzamelen, inslaan, bijeenbrengen aferrar = stevig vastpakken, verankeren, borgen aflojar = doen verslappen, losmaken, verzwakken agasajar = feestelijk inhalen, onthalen alegar, aducir = aanvoeren (alibi, verdediging), opperen (2 sin) aporrear = hard, ruw slaan op iets apostar = wedden aprestar (a) = voorbereiden, klaarmaken atajar = de pas afsnijden, stoppen, in de rede vallen atisbar = bespeuren, onderscheiden, ontwaren {sinónimo de vislumbrar} atragantarse = zich verslikken WW bregar = ruzie maken, ploeteren, fig. worstelen met cavilar = diep nadenken, piekeren, peinzen compenetrarse = vergroeid zijn WW contonearse = uitdagende wiebelen met de poep en schouders WW deplorar = betreuren descorchar = ontkurken deslumbrar = verblinden, imponeren encubrir = verbergen, verzwijgen enmohecerse = beschimmelen WW escurrir = laten uitlekken, uitwringen espolvorear = bestrooien, verstuiven, sprenkelen extorsionar = chanteren, afpersen fornicar = overspel plegen, ontucht plegen incitar = uitlokken, opwekken inculcar = inprenten, inhameren, instampen indagar = onderzoeken, naspeuren investir(i) = aanstellen, benoemen invocar = aanroepen, aanbidden irrumpir = inbreken, binnendringen {ladrones irrumpieron en mi casa} labrar = klaarmaken, de aarde bewerken pillar = grijpen, pakken, roven/oplopen van een ziekte/beklemmen van een vinger/betrappen/zijn, zich bevinden rectificar = bijwerken, corrigeren, rechtzetten, herzien saltear = sauteren, licht bakken {even in de pan} sazonar = kruiden, op smaak brengen simbolizar = voorstellen, simbolizeren sublevar = kwaad maken, opruien, opstandig maken tostar = bruinen in de zon venerar = aanbidden, vereren
Ingezonden op 05-08-2016 - 1516x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
07-07-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!