Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Frans klas 5
› 1 Idioom blz 9 + 10, Gr. blz 124 - 125
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Frans klas 5
, deel 1
1 Idioom blz 9 + 10, Gr. blz 124 - 125
Jaar 5 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
entretenir = onderhouden appartenir à = behoren tot la ressemblance = de gelijkeis réciproque = wederzijds la naissance = de geboorte le conjoint = de echtgenoot baptiser = dopen gâter = verwennen se disputer = ruzie maken 1 mal élevé = slecht opgevoed détester = een hekel hebben aan confier = toevertrouwen plaire à = bevallen enceinte = zwanger consacrer à = besteden aan fréquenter = omgaan met le comportement = het gedrag responsable de = verantwoordelijk voor abandonner = in de steek laten se convertir à = zich bekeren tot la rupture = de breuk la pauvreté = de armoede le chagrin = het verdriet insupportable = onuitstaanbaar porter plainte = een klacht indienen enseigner = lesgeven seconde = 4de klas première = 5de klas terminale = 6de klas un cours = een les op school une leçon = een lesje in een boek Tu aimes Julie? Oui, je l´aime. = Hou je van Julie? Ja, ik hou van haar. Tu connais son père? Oui, je le connais. = Ken je zijn vader? Ja, ik ken hem. Tu aimes le fromage? Oui, j´aime ça. = Hou je van kaas? Ja, ik hou ervan. Tu connais le gorgonzola? Oui, je connais. = Ken je gorgonzola? Ja, ik ken het. Je ne le regarde pas. = Ik heb hem niet gezien. garder = houden/bewaren arroser = (planten) water geven emmener = wegnemen entendre = horen le chauffage = verwarming le réveil = de wekker la corbeille = mand vider = legen allumer = aansteken, (lamp) aandoen éteindre = uitdoven, uitzetten vous éteignez = jullie/u zet(ten) uit lundi = maandag mardi = dinsdag mercredi = woensdag jeudi = donderdag vendredi = vrijdag samedi = zaterdag dimanche = zondag
Ingezonden op 24-08-2016 - 1111x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
26-09-2016
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!