Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Mijn eigen lijstenverzameling
› 13 LE Sterke Werkwoorden
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Mijn eigen lijstenverzameling
, deel 0
13 LE Sterke Werkwoorden
Jaar 5 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
aanbevelen= empfehlen, empfahl, empfohlen beginnen= beginnen, begann,begonnen bewegen= bewegen, bewog, bewogen bieden= bieten, bot, geboten blijven= bleiben, blieb, geblieben breken = brechen, brach, gebrochen doen=tun, tat, getan dragen=tragen, trug, getragen drinken=trinken, trank, getrunken dwingen=zwingen, zwang, gezwungen eten=essen, aß, gegessen gaan=gehen, ging, gegangen gebeuren=geschehen, geschah, geschehen geven=geben, gab, gegeben lezen=lesen, las, gelesen gooien=werfen, warf, geworfen helpen=helfen, half, geholfen winnen=gewinnen, gewann, gewonnen heten, betekenen= heißen, hieß, geheißen houden, stoppen= halten, hielt, gehalten komen=kommen, kam, gekommen laten= lassen, ließ, gelassen liggen = liegen, lag , gelegen lopen, hardlopen=laufen, lief, gelaufen lukken=gelingen, gelang, gelungen nemen=nehmen, nahm, genommen roepen=rufen,rief, gerufen schieten=schießen, schoss, geschossen schijnen= scheinen, schien, geschienen schrijven=schreiben, schrieb, geschrieben slaan=schlagen, schlug, geschlagen slapen=schlafen, schlief, geschlafen sluiten=schließen, schloss, geschlossen snijden=schneiden, schnitt, geschnitten spreken= sprechen, sprach, gesprochen springen= springen, sprang, gesprungen staan= stehen, stand, gestanden stoten, duwen= stoßen, stieß, gestoßen trappen= treten, trat, getreten treffen, ontmoeten=treffen, traf, getroffen trekken=ziehen, zog, gezogen vallen= fallen, fiel, gefallen vangen=fangen, fing, gefangen varen, rijden=fahren, fuhr, gefahren vergeten=vergessen, vergaß, vergessen verliezen=verlieren, verlor, verloren verzoeken=bitten, bat, gebeten vinden=finden, fand, gefunden vliegen=fliegen, flog, geflogen wassen=waschen, wusch, gewaschen zien=sehen, sah, gesehen zingen=singen, sang, gesungen zitten=sitzen, saß, gesessen zwemmen= schwimmen, schwamm, geschwommen zwijgen=schweigen, schwieg, geschwiegen
Ingezonden op 19-09-2016 - 1005x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!