Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Zinsleer Syntaxis
› 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Zinsleer Syntaxis
hoofdstuk 2
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Synchroon comparatief= talen vergelijken Diachroon comparatief= taalstadia/-verandering vergelijken Principes= (on)mogelijkheden in natuurlijke taal, een eindige verzameling van parameters die de variabiliteit tussen syntactische talen te bepalen, bijvoorbeeld een binaire parameter die bepaalt of het voorwerp van een zin moet worden uitgesproken. Parameters= taalspecifieke settings, een eindige reeks fundamentele beginselen die alle talen; bijvoorbeeld het feit dat elke zin een onderwerp moet, hoewel niet uitgesproken. Descriptief= beschrijvend Prescriptief = voorschrijvend Boomstructuren= manier om grammaticale hiërarchie te representeren Glossen= manier om grammaticale informatie over te dragen Morfeem= kleinste betekenis dragende taalelement, heeft niets te maken met lettergrepen. Deel van een woord met een eigen betekenis, dat niet in kleinere delen met eigen betekenis kan worden opgesplitst. Lexicaal glossen= iets vertalen, geeft betekenis aan het woord Functioneel glossen= lidwoorden, werkwoorden etc aangeven Lexeem= kleinste op betekenisdragende element. Een combinatie van fonemen, morfemen en lettertekens, die min of meer overeenkomt met wat op lexicaal niveau een woord wordt genoemd. Affix= niet-zelfstandig morfeem, uitgang of voorafgang. Aanplaksel. (Meestal gebonden) morfeem dat van zichzelf geen betekenis heeft, maar dat aan een ander morfeem (meestal een woord) vastgehecht wordt om zodoende een nieuw woord met een afgeleide betekenis te vormen. Betekenisvolle affix= prefix, suffix en circumfix Prefix= affix vooraf aan het woord Suffix= affix achteraan het woord Circumfix= affix om het woord heen Betekenisloze affix= interfix Interfix= affix zonder betekenis tussen twee delen van een samengesteld woord Woord =zelfstandige betekenisdragende eenheid Compositie= een woord dat gevormd is door samenvoeging van twee of meer op zichzelf staande woorden. Lexeem + lexeem Paradigma= rijtje Wederkerend vnw= me, ons en zich in zinnen als ik heb me gesneden, we vergissen ons, hij wast zich Wederkerig vnw= elkaar, elkander en mekaar. Hebben altijd een meervoudig antecedent en drukken een wederzijdse relatie uit. Syncretisme= samensmelting van grammatica van verschillende talen Homonymie= één vorm, maar meerdere betekenissen Agreement= congruentie Woordsoorten= werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, voornaamwoorden, bijwoorden, lidwoorden, telwoorden, voegwoorden, voorzetsels en tussenwerpsels Open woordklassen= kunnen nieuwe woorden aan worden toegevoegd, betekenisvolle woorden Gesloten woordklassen= kunnen geen nieuwe woorden aan worden toegevoegd, functiewoorden Woordgroepen= een deel van een zin (vaak een zinsdeel of anders een deel hiervan ) dat zich in syntactisch opzicht als eenheid manifesteert Constituent = woordgroep Intransitief = werkwoord met één argument Transitief = werkwoord met twee argumenten Ditransitief= werkwoord met drie argumenten Argument= een zinsdeel dat onlosmakelijk is verbonden met een werkwoordsvorm, waar het een thematische relatie mee heeft. In de meeste talen zijn de twee belangrijkste het onderwerp en het lijdend voorwerp.
Ingezonden op 19-09-2016 - 930x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!