Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Culture affaire
› 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Culture affaire
hoofdstuk 1
Jaar 4 (vmbo-kgt)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
A. capital = hoofdstad to progress = voortschrijden competence = begrip to renounce = neerleggen, afzweren decline = neergang to retire = pensioneren faraway = heel ver weg to rise = opstijgen globe = aarde to roam = rondlopen influence = Invloed to surround = omgeven landmark = herkenbaar punt to vote = stemmen map = kaart although = hoewel mother tongue = moedertaal densely populated = dichtbevolkt other side = overkant, andere kant devoted = toegewijd population = bevolking less = minder to assume = bestijgen van troon mainly = vooral to attend = deelnemen aan not … either = ook niet to consist = bestaan uit swaying = wuivende to emerge = opkomen nowadays = hedendaags to encounter = tegenkomen uninhabited = onbewoond to explore = ontdekken unrivalled = ongeëvenaard to offence = beledigen to refer = refereren ,verwijzen C. audience = publiek to restore = herstellen beverage = drinken to struggle = vechten Britons = Britten current = huidig(e) cabbage = kool currently = momenteel celebration = viering fluently = vloeiend dessert = nagerecht foreign = buitenlands gravy = jus in common = gemeenschappelijk hebben likelihood = waarschijnlijkheid in reference = terugslaan op main course = hoofdgerecht major = belangrijk mashed potato = aardappelpuree nearly = bijna mushroom = champignon out of work = werkloos roast beef = rosbief similar = gelijk segment = deel, part started off = zette in werking starter = voorgerecht surely = zeker weten suet = deeg therefore = daarom surface = ondergrond well known = beroemd vinegar = azijn to add = toevoegen B. area = gebied to bow = buigen border = grens to brew = brouwen conversation = gesprek to enjoy = genieten currency = valuta, geldeenheid to enter = binnenkomen elevator (AE) = lift to remain = blijven gender = geslacht melted goat cheese = gesmolten geitenkaas head of state = staatshoofd previous = vorig(e) independence = onafhankelijkheid reasonable = redelijk lift (BE) = lift straight = recht (-streeks) play = toneelstuk, theaterstuk recess = pauze D. landscapes = landschappen size = grootte report = werkstuk/ verslag playwright = schrijver van toneelstukken to agree = mee eens zijn to imagine = voorstellen, indenken
Ingezonden op 20-09-2016 - 682x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!