Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Let's go digital!
› 5 Berufe
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Let's go digital!
5 Berufe
Jaar 3 (mavo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
der Beruf = het beroep die Stelle = de betrekking der Job = de baan die Arbeit = het werk der Arbeiter = de arbeider der Arbeitgeber = de werkgever der Arbeitnehmer = de werknemer der Chef = de chef; de baas die Chefin = de chef; de bazin der Kollege = de collega die Kollegin = de collega der Lohn = het loon das Gehalt = het salaris der Betrieb = het bedrijf die Fabrik = de fabriek das Werk = de fabriek die Werkstatt = de werkplaats das Büro = het kantoor das Personal = het personeel was willst du später werden? = Watt will je later worden? ich will Automechaniker werden = ik wil automonteur worden was sind Sie von Beruf? = wat bent u van beroep? ist diese Stelle etwas für dich? = is deze baan iets voor jou? was bekommst du für diese Arbeit = wat krijg je voor dit werk? ich verdiene zu wenig = ik verdien te weinig ich möchte den Chef sprechen = ik wil graag de chef spreken wir suchen einen Ferienjob = wij zoeken een vakantiebaantje möchtest du in einer Fabrik arbeiten? = zou je in een fabriek willen werken? ich habe nette Kollegen = ik heb aardige collega's ist das Kernkraftwerk schon in Betrieb? = is de kerncentrale al in bedrijf? im September mache ich ein Betriebspraktikum = in september loop ik stage leider bin ich jetzt arbeitslos = helaas ben ik nu werkloos Artzthelferin = doktersassistente Unternehmer = ondernemer Friseur = kapper Automechaniker = automonteur Verkäuferin = verkoopster Kosmetikerin = schoonheidsspecialiste Tankwart = pompbediende Koch = kok Sekretärin = secretaresse Drogistin = drogiste Maurer = metselaar Klempner = loodgieter Floristin = bloemiste Polizistin = politieagente Zahnarts = tandarts Lkw=Fahrer = vrachtwagenchauffeur Elektriker = electricien Bauarbeiter = bouwvakker Anwalt = advocaat Schreibkraft = administratief medewerk(st)er
Ingezonden op 21-09-2016 - 899x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!