Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Let's go digital!
› 7 Freizeit und Sport
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Let's go digital!
7 Freizeit und Sport
Jaar 3 (mavo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Musik hören = naar muziek luisteren basteln = knutselen Briefmarken sammeln = postzegels verzamelen im Garten arbeiten = in de tuin werken auf Reisen gehen = op reis gaan fotografieren = fotograferen angeln = vissen surfen = surfen reiten = paard rijden tanzen = dansen malen = schilderen Comics lesen = stripboeken lezen Karten spielen = kaarten handarbeiten = handwerken Schach spielen = schaken Dame spielen = dammen Haben Sie ein Hobby? = Hebt u een hobby? Was machst du in deiner Freizeit? = Wat doe je in je vrije tijd? Was tust du am liebsten? = Wat doe je het liefst? Mein Hobby ist reiten. = Mijn hobby is paardrijden. Mein Hobby kostet mich viel Zeit. = Mijn hobby kost me veel tijd. Ich lese sehr gern Comics. = Ik lees erg graag stripboeken. Mein Sport ist surfen. = Mijn sport is surfen. Bist du in einem Verein? = Ben je lid van een vereniging? Mein Vater angelt gern. = Mijn vader vist graag. Wanne gehen Sie auf Reisen? = Wanneer gaat u op reis? Können Sie Schach spielen? = Kunt u schaken? Heute Abend wollen wir tanzen. = Vanavond gaan we dansen. Hörst du auch gern Popmusik? = Luister je ook graag naar popmuziek? schwimmen = zwemmen Rad fahren = fietsen Fußball spielen = voetballen Federball spielen = badminton spelen Tischtennis spielen = tafeltennissen Schlittschuh laufen = schaatsen Ski fahren = skiën segeln = zeilen trainieren = trainen das Spiel = het spel, de wedstrijd der Spieler = de speler der Schiedsrichter = de scheidsrechter die Sporthalle = de sporthal der Sportplatz = het sportveld das Hallenbad = het overdekt zwembad die Mannschaft = de ploeg, het elftal das Tor = het doel, het doelpunt der Weltmeister = de wereldkampioen Welchen Sport treibst du? = Aan welke sport doe jij? Ich treibe sehr viel Sport. = Ik doe erg veel aan sport. Mein Sport is Basketball. = Mijn sport is basketbal. Wann musst du trainieren? = Wanneer moet je trainen? Ich trainiere jede Woche. = Ik train elke week. Spielst du auch mit? = Speel jij ook mee? Habt ihr eine gute Mannschaft? = Hebben jullie een goede ploeg? Ich finde Tischtennis am schönsten. = Ik vind tafeltennis het leukst. Segeln finde ich blöd. = Zeilen vind ik stom. Wann fängt das Spiel an? = Wanneer begint de wedstrijd? Wo ist das Hallenbad? = Waar is het overdekt zwembad? Wer hat gewonnen? = Wie heeft gewonnen? We hat die Tore geschossen? = Wie heeft de doelpunten gemaakt? Das Spiel endete unentschieden. = De wedstrijd eindigde in een gelijkspel. Wir haben 1 zu 3 verloren. = We hebben met 1-3 verloren. Einkäufe machen = boodschappen doen durch die Stadt bummeln = door de stad slenteren einen Freund (eine Freundin) anrufen = een vriend (een vriendin) opbellen Freunde treffen = vrienden ontmoeten über alles Mögliche reden = over van alles en nog wat praten fernsehen = televisie kijken Radio hören = radio luisteren zu einer Fete gehen = naar een feestje gaan ins Kino gehen = naar de bioscoop gaan In die Disko gehen = naar de disco gaan spazieren gehen = gaan wandelen ein Eis essen = een ijsje eten sich langweilen = zich vervelen Wo gehen wir hin? = Waar gaan we naar toe? Kommst du auch mit? = Ga je ook mee? Nein, ich habe keinen Bock. = Nee, ik heb geen zin. Gehst du mit ins Kino? = Ga je mee naar de bioscoop. Die Vorstellung war super. = De voorstelling was geweldig. Es ist hier stinklangweilig. = Het is hier stomvervelend. Wollen wir ein Eis essen? = Zullen we een ijsje eten? sich langweilen=zich vervelen Es war sehr gemütlich. = Het was erg gezellig. Das interessiert mich nicht. = Dat interesseert me niet.
Ingezonden op 21-09-2016 - 1382x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
27-03-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!