Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
CM11
› 1 NICE TO MEET YOU
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
CM11
1 NICE TO MEET YOU
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
an age = een leeftijd a book = een boek a boyfriend = een vriendje a class = een klas; een les earth = wereld a family = een familie a film = een film food = voedsel a form = een formulier a friendship = een vriendschap a hobby = een hobby a holiday = een vakantie love = liefde sports = sport; sporten a teacher = een leerkracht cool = cool; fantastisch difficult = moeilijk far = ver favourite = favoriet foreign = vreemd free = vrij old = oud only = enkel to complete = invullen to guide = gidsen; rondleiden to register = aanmelden to shop = winkelen to talk = praten how = hoe when = wanneer who = wie why = waarom the alphabet = het alfabet a consonant = een medeklinker a conversation = een gesprek a first name = een voornaam a name = een naam a neighbour = een buur a reception = een secretariaat a surname = een achternaam a vowel = een klinker to greet = groeten to say = zeggen to spell = spellen of course = natuurlijk what = wat where = waar (plaats) which = welk Belgium = België a Belgian = een Belg a country = een land a dad = een vader Denmark = Denemarken a Dane = een Deen France = Frankrijk a Frenchman = een Fransman Germany = Duitsland a German = een Duitser Greece = Griekenland a Greek = een Griek home = thuis India = Indië an Indian = een Indiër Italy = Italië a language = een taal a mother = een moeder a nationality = een nationaliteit the Netherlands = Nederland a Dutchman = een Nederlander Portugal = Portugal a Portuguese = een Portugees a postcard = een postkaart a school = een school a sister = een zus Spain = Spanka a Spaniard = een Spanjaard a student = een leerling a suitcase = een koffer Sweden = Zweden a teenager = een tiener the United Kingdom = het Verenigd Koninkrijk an Englishman = een Engelsman the United States = de Verenigde Staten an American = een Amerikaan always = altijd American = Amerikaans British = Brits Danish = Deens different = verschillend Dutch = Nederlands English = Engels French = Frans full = vol German = Duits great = fantastisch Greek = Grieks happy = gelukkig Indian = Indisch Italian = Italiaans new = nieuw nice = leuk other = ander polite = beleefd Portuguese = Portugees right = juist soon = binnenkort Spanish = Spaans Swedish = Zweeds still = nog sure = zeker true = waar (juist) very = heel well = goed friendly = vriendelijk to ask = vragen to be = zijn to hope = hopen to introduce = zich voorstellen to listen = luisteren to live = wonen to meet = ontmoeten to miss = missen to speak = spreken to study = studeren to be homesick = heimwee hebben
Ingezonden op 22-09-2016 - 488x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!