Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Kontakte vmbo
› 1 Redemittel J
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Kontakte vmbo
1 Redemittel J
Jaar 4 (vmbo-kgt)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wo wohnst du?=Waar woon jij? Ich wohne in einem Reihenhaus.=Ik woon in een rijtjeshuis. Wie sieht das denn aus?=Hoe ziet dat er dan uit? Unten gibt es das Wohnzimmer, die Küche, den Flur und das WC. Oben haben wir dann noch zwei Schlafzimmer und das Badezimmer.=Beneden zijn de woonkamer, de keuken, de hal en de wc. Boven hebben we dan nog twee slaapkamers en de badkamer. Habt ihr auch einen Garten?=Hebben jullie ook een tuin? Ja, hinter dem Haus gibt es eine Terrasse und vor dem Haus einen Rasen.=Ja, achter het huis is een terras en voor het huis een gazon. Hast du dein eigenes Zimmer?=Heb je een eigen kamer? Nein, ich teile das Zimmer mit meinem Bruder.=Nee, ik deel de kamer met mijn broer. Welche Farbe hat dein Zimmer?=Welke kleur heeft je kamer? Ich habe eine Wand rot gestrichen. =Ik heb één wand rood geschilderd. Die anderen Wände sind weiß.=De andere wanden zijn wit. Wir wohnen in einem Mehrfamilienhaus.=Wij wonen in een meergezinswoning. Ich kenne nur Einfamilienhäuser. =Ik ken alleen eengezinswoningen. Was ist ein Mehrfamilienhaus?=Wat is een meergezinswoning? Das heißt, dass mehrere Familien in einem Haus wohnen.=Dat wil zeggen dat meerdere gezinnen in één huis wonen. Jetzt verstehe ich es.=Nu begrijp ik het. Welche Möbel stehen in deinem Zimmer?=Welke meubels staan er in jouw kamer? Mein Bett steht neben dem Fenster.=Mijn bed staat naast het raam. Neben der Tür steht ein Schrank.=Naast de deur staat een kast. An der Wand steht mein Schreibtisch.=Tegen de muur staat mijn bureau. Wo liegen deine Bücher?=Waar liggen je boeken? Meine Bücher liegen auf meinem Schreibtisch.=Mijn boeken liggen op mijn bureau. Wie sieht dein Zimmer aus?=Hoe ziet je kamer eruit? An der Wand hängen Poster von meinen Lieblingsstars. =Aan de muur hangen posters van mijn favoriete sterren. Überall liegen Kissen. Das finde ich gemütlich.=Overal liggen kussens. Dat vind ik gezellig.
Ingezonden op 25-09-2016 - 690x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!