Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
WP VWO6 SO
› 5 SO 5 Orange 13-14-15 D-N
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
WP VWO6 SO
, deel 1
5 SO 5 Orange 13-14-15 D-N
Jaar 6 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
das Sprachverhalten = taalgebruik, spreekgedrag förderlich = bevorderlijk das Bildungsbürgertum = opgeleide middenklasse in dieser Hinsicht = in dit opzicht gehoben = verheven, plechtig die Stilebene/-n = stijlniveau das Mittelalter (MA) = de middeleeuwen die Hofkanzlei/-en = secretariaat, kanselarij einigermaßen = enigszins einheitlich = uniform, algemeen der Beteiligte/-n = belanghebbende nachweisen = aantonen tauglich = geschikt, deugdelijk die Verhöhnung = hoon, beschimping die Mischung/-en = mengsel, mix die Tatsache/-n = feit vernachlässigen = verwaarlozen, veronachtzamen auflauern = opwachten, op de loer liggen halbwüchsig = onvolwassen, puberaal der Rechtsanwalt = de advocaat die Darstellung/-en = beschrijving, weergave das Lexicon = woordenboek sich anbiedern = aanpappen ankurbeln = aanjagen, stimuleren überschaubar = overzichtelijk aufwändig = met veel kosten en moeite, kostbaar bundesweit = landelijk, over heel Duitsland egal = om 't even, onverschillig mittlerweile = ondertussen, inmiddels schwappen = golven, klotsen der Einkaufskorb = boodschappenmandje der Hersteller = fabrikant der Rentner = gepensioneerde mangeln = ontbreken das Übel = het kwaad, de kwaal tricksen = bedriegen der Nachwuchs = de jeugd, de jongere generatie, nieuwe lichting die Vorlesungsreihe/n = serie/reeks colleges der Knochen = bot zerbrochen -› zerbrechen = kapot -› kapot maken flicken = repareren der Artgenosse/-n = soortgenoot sich beschränken auf +4 = zich beperken tot sich ansiedeln = zich vestigen der Star/-e = spreeuw Üblicherweise = zoals gewoonlijk die Umweltbedingung/-en = milieuomstandigheden das Forscherteam/-s = onderzoek(er)steam der Störfall = technische storing/val, neergang van de steur das Ergebnis/-se = resultaat, opbrengst die Verschmutzung = de vervuiling Urzeitlich = prehistorisch, uit de oertijd heimisch = inheems päppeln = voeden, vetmesten, vertroetelen ehemalig = voormalig, ex- die Waage/-n = weegschaal der Ultraschall = ultrascore trillingen die Versuchsanstellung/-en = proefopstelling das Brechmittel = braakmiddel der Zauber = betovering, tovenarij die Zutaten = de ingrediënten narrensicher = absoluut waterdicht, feilloos, 'fool-proof' der Eintrag = aantekening, inschrijving, vermelding ausgefallen = gek, afwijkend listen = in een lijst zetten, opnoemen empfehlen = aanbevelen das Bewertungssystem/-e = beoordelingssyteem die Kundenmeinung/-en = mening van/beoordeling door een klant die Spitze/-n = top mogeln = smokkelen, sjoemelen, spieken durchforschen = doorzoeken, onderzoeken der Ratschlag = advies der Nachmieter = nieuwe huurder der Plattenbau/-ten = prefab huis der Umzug = verhuizing etliche = ettelijke, verscheidene der Mitbewerber = concurrent, 'medesollicitant' schmeißen = smijten, bijltje neergooien der Würfel = dobbelsteen beziehungsweise = respectievelijk die Büchse/-n = blikje die Behörde/-n = bevoegd gezag, overheid bequem = makkelijk, comfortabel verfechten = vóórstaan, verdedigen der Schokoriegel = chocoladereep der Sinn/-e = zin, betekenis, doel die Auskunft = informatie, inlichting erfolgsverwöhnt = succesvol, met succes verwend der Siegeszug = zegetoch, triomftocht der Anspruch = eis, aanspraak der Aufwand = inzet, moeite ebenfalls = eveneens die Verfügung (zur V.) = de beschikking (ter beschikking) maßgeschneidert = op maat gemaakt die Ausdauer = uithoudingsvermogen anhand +2 = aan de hand van lediglich = enkel en alleen sanft = zacht, soepel, teder der Liegestutz = push up uneingeschränkt = onbeperkt, volledig der Verfasser = schrijver der Ruf/-e = reputatie erwähnen = vermelden die Abschächung = afzwakking enttäuscht = teleurgesteld geeignet = geschikt der Rabatt/-e = korting sonstwo = elders, ergens anders die Steigerung/-en = versterking ausnahmsweise = bij wijze van uitzondering sorgfältig = zorgvuldig angemessen = gepast, correct nennen = noemen siechen = wegkwijnen leicht = licht v gewicht, makkelijk das Netz = netwerk die Bewerbedaten = gegevens ve sollicitant immerhin = in ieder geval, toch wel inzwischen = intussen der Anhaltspunkt = principieel grundsätzlich = met betrekking tot hinsichtlich +2 = met betrekking tot in der Tat = inderdaad die Sintflut = de zondvloed inwiefern = in hoeverre die Gelassenheit = kalmte, beheersing die Witwe = weduwe die Indizien = aanwijzingen, indicaties die Ambivalenz = ambivalentie, tegenstrijdigheid die Sehnsucht = verlangen pauschal = inclusief, all in der Austausch = uitwisseling der Neurotizismus = het lijden aan neurose mehrgenerationshaus = huis voor meer generaties empfindlich = gevoelig die Ergänzung = aanvulling ernsthaft = ernstig die Gesellschaft = maatschappij verschlossen = gesloten, introvert, geheim der Totalverweigerer = dienstweigeraar gefügig = voegzaam, onderdanig die Zärtlichkeit = tederheid der Ratschlag - Ratschläge = advies die Auffassung-en = opvatting, denkbeeld, mening loben = prijzen, loven der Kirchenvertreter = vertegenwoordiger vd kerk das Grab - Gräber = graf heuchlerisch = huichelachtig, hypocriet der Teufel = duivel die Praxis = praktijk reizvoll = aantrekkelijk, prikkelend der Mangel - die Mängel = gebrek, mankement das Vorstellungsgespräch-e = sollicitatiegesprek ganzeheitlich = integraal die Empörung = verontwaardiging monieren = klagen, stellen das Steuergeld-er = belastinggeld(en) der Abgesandte-n = afgezant der Erfassungswahn = illusie flottieren = golven, schommelen der Graben = sloot, gracht, kloof die Herrschaft = macht, heerschappij der Mangel - Mängel = gebrek praktikabel = bruikbaar, geschikt die Volkszählung = volkstelling das Uebel = kwaad, kwaal, euvel duftend = geurend, geurig hässlich = lelijk
Ingezonden op 30-09-2016 - 603x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!