Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
frans vocACTION
› 1 mots de base / qui? / où?
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
frans vocACTION
1 mots de base / qui? / où?
Jaar 4 (aso)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
l'agent de police (m)=de politieagent l'autobus (m)=de autobus l'avion (m)=het vliegtuig le bateau=de boot le camion=de vrachtwagen le carrefour=het kruispunt les feux (m)=de verkeerslichten le métro=de metro la moto=de motor le rond-point=de rotonde le train=de trein le tram=de tram le vélo=de fiets la ville=de stad la voiture=de auto, de wagen aller=gaan (s')arrêter=stoppen arriver=aankomen courir=lopen, rennen entrer=binnenkomen rentrer=terugkeren rester=blijven sortir (de)=buitengaan, verlaten tomber=vallen venir=komen le chauffeur=de bestuurder le conducteur (de tram)=de (tram)bestuurder la conductrice=de bestuurdster le contrôleur; la contrôleuse=de kaartjesknipper; ster le; la cycliste=de fietser; ster le groupe=de group le; la guide=de gids (m; f) l'hôtesse de l'air (f)=de stewardess le; la machiniste=de machinist (m; f) le passager; la passagère=de passagier; de passagierster le piéton; la piétonne=de voetganger; de voetgangster le; la pilote=de piloot (m; f) le steward=de steward le; la touriste=de tourist (m; f) le visiteur; la visiteuse=de bezoeker; de bezoekster le voyageur; la voyageuse=de reiziger; de reizigster l'accueil (m)=de receptie, de balie l'aéroport (m)=de luchthaven l'arrêt (m)=de halte l'autoroute (f)=de snelweg la bouche de métro=de ingang van de metro la chaussée=de (steen)weg le chemin de fer=de spoorweg les environs (m)=de omgeving la frontière=de grens la gare=het (trein)station le guichet=het loket la ligne (de bus)=de (bus)lijn le parking=de parking le passage clouté;le passage pour piétons=het zebrapad le périphérique=de ringweg le pont=de brug le port=de haven le quai=de kade, het perron le ring=de ringweg la rue=de straat la rue à sens unique=de éénrichtingstraat le sentier=het pad la station de métro=het metrostation la station-service=het benzinestation le terminus=de terminus le tunnel=de tunnel la voie=het spoor, de rijweg
Ingezonden op 02-10-2016 - 220x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!