Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Frans voor VAVO-College Den Bosch
› 9 Jezelf en een ander beschrijven (fysiek)
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Frans voor VAVO-College Den Bosch
, deel 1
9 Jezelf en een ander beschrijven (fysiek)
Jaar 5 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
groot, klein=grand, petit Ik ben tamelijk klein.=Je suis assez petit(e). Jij bent tamelijk groot.=Tu es assez grand(e). Zij is erg groot / erg klein.=Elle est très grande / toute petite. Ik meet ongeveer 1 meter 70.=Je mesure environ 1 mètre 70. Hij/Zij is heel klein en slank.=Il/Elle est tout(e) petit(e) et mince. niet erg slank=pas très mince dik=gros(se) fors, stevig=fort(e) Ze heeft blond haar.=Elle a les cheveux blonds. Hij heeft zwart haar. =Il a les cheveux noirs. Hij / Zij is donker (van haar).=Il / Elle est brun(e). kastanjekleurig haar=les cheveux châtain rood (van haar)=roux / rousse Hij heeft lang haar.=Il a les cheveux longs. Zij heeft kort haar.=Elle a les cheveux courts. gekruld =bouclé Hij draagt een bril.=Il porte des lunettes. Hij heeft groene ogen.=Il a les yeux verts. grijs, blauw, zwart=gris, bleu, noir Ik draag de volgende kleren…=Je porte les vêtements suivants… een rok=une jupe Ze draagt een jurk.=Elle porte une robe. een spijkerbroek=un jean een broek=un pantalon een stropdas=une cravate een trui=un pull(-over) een gestreept (colbert)jasje=une veste à rayures een colbertjasje=un veston een overhemd=une chemise een overhemdbloes=un chemisier bruin (van alles behalve haar)=marron bijzonderheden=des particularités Zij draagt een tas.=Elle porte un sac. Hij heeft een krant onder zijn arm.=Il a un journal sous le bras. Hij heeft een koffer in zijn hand.=Il tient une valise à la main. een handtasje=un sac à main een paraplu=un parapluie een aktetas=un porte-documents enorme voeten=des pieds énormes Zij draagt rode kousen=Elle porte des bas rouges Ik draag schoenen met hoge hakken.=Je porte des chaussures à hauts talons. iemand ophalen=aller chercher quelqu’un
Ingezonden op 04-10-2016 - 887x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!