Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Frans voor VAVO-College Den Bosch
› 18 Elkaar vertellen waar je bent geweest op vakantie
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Frans voor VAVO-College Den Bosch
, deel 1
18 Elkaar vertellen waar je bent geweest op vakantie
Jaar 5 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Ben je op vakantie geweest deze zomer?=Tu es allé(e) en vacances cet été? Ja, ik ben op vakantie geweest….=Oui, je suis allé(e) en vacances….. ….naar Frankrijk / Spanje / Schotland / India / Zwitserland / Denemarken geweest.=….en France / en Espagne / en Ecosse / en Inde / en Suisse / au Danemark In welke streek?=Dans quelle région? In het noorden / zuiden / oosten / westen.=Dans le Nord / le Sud / l’Est / l’Ouest. Waar heb je overnacht?=Tu as logé où? Ik heb overnacht bij mijn tante / bij vrienden.=J’ai logé chez ma tante / chez des amis. in een jeugdherberg / in een hotel / in een caravan=dans une auberge de jeunesse / dans un hôtel / dans une caravane op het platteland / in de bergen / aan zee=à la campagne / à la montagne / au bord de la mer Hoe lang ben je weggeweest?=Tu es resté(e) combien de temps? Ik ben een week / twee weken / een maand weggeweest.=Je suis resté(e) huit jours / quinze jours / un mois. Wat heb je gedaan?=Qu’est-ce que tu as fait? Ik heb gewandeld / gefietst.=J’ai fait des promenades à pied / à bicyclette. Ik heb gezeild / Ik heb gewaterskied.=J’ai fait de la voile / du ski nautique. Ik heb tochtjes gemaakt.=J’ai fait des excursions. Ik heb getennist / Ik heb geminigolfd.=J’ai joué au tennis / au minigolf. Ik heb gezonnebaad / gezwommen.=J’ai pris des bains de soleil / nagé. Ik heb gevist.=Je suis allé(e) à la pêche. Het was mooi weer / Het was zonnig weer=Il a fait beau / Il y a eu du soleil Het was slecht weer.=Il a fait mauvais. Het heeft alle dagen geregend.=Il a plu tous les jours.
Ingezonden op 04-10-2016 - 1100x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!