Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Mijn HCE Engels Examenidioom
› 12345 Relationships-Quality, frequency and extent
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Mijn HCE Engels Examenidioom
12345 Relationships-Quality, frequency and extent
Jaar 6 (Atheneum)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
spouse = echtgenoot(e) offspring = kinderen sibling = zus, broer infant = klein kind youth = jongen, jongeman elderly = bejaarden ancestor = voorouder posterity = nageslacht hereditary = erfelijk humanity = mensheid to descend from = afstammen van tribe = stam ally = bondgenoot associate = relatie guardian = voogd to rear = opvoeden to shack up = samenwonen to fancy = verliefd zijn op marital = huwelijks-, huwelijkse matrimony = huwelijk alimony = alimentatie womanizer = rokkenjager adultery = overspel bigamy = bigami single = alleenstaand gap = kloof row = ruzie to maintain = onderhouden affection = genegenheid faithful = trouw to age = ouder worden to resemble = lijken op familiar = bekend guestroom = logeerkamer coffin = doodskist deceased = overledene bereavement = sterfgeval obituary = overlijdensbericht cemetery = kerkhof orphan = wees kennis = acquaintance kennis maken met = to make acquaintance verkering hebben = to date verloofd = engaged uitmaken = to split up vrijgezel = bachelor weduwe = widow collega = colleague opvoeden = to raise passen op = tolook after delen = to share worden (+leeftijd) = to turn puber = adolescent minderjarige = minor mensheid = mankind public school = particuliere kostschool grammar school = gymnasium comprehensive school = scholengemeenschap boarding school = kostschool GCSE, General Certificate of Secondary Education = Examen Algemeen Voortgezet Onderwijs to graduate = afstuderen curriculum = leerplan, vakkenpakket tuition fee = schoolgeld grant = studiebeurs careers adviser = decaan compulsory = verplicht obligatory = verplicht attendance = aanwezigheid punctual = op tijd aanwezig fluency = spreekvaardigheid pronunciation = uitspraak eloquent = welsprekend to multiply = vermenigvuldigen proficient = vaardig scholar = geleerde term = trimester to advance = vorderen illiterate = analfabeet to assess = beoordelen to excel = uitblinken attentive = oplettend to submit = inleveren truant = spijbelaar to be in detention = nablijven to mark = nakijken to overlook = over het hoofd zien perception = waarneming comprehension = begrip innovation = vernieuwing aptitude = aanleg to comprehend = begrijpen to grasp = begrijpen vocabulary = woordenschat survey = overzicht tedious = saai voortgezet onderwijs = secondary education klas (middelbare school) = form, grade diploma = certificate rector = headmaster, principal conrector = deputy (principal) rooster = timetable lezing = lecture agenda = diary kennis (iets weten) = knowledge geschoold = skilled spijbelen = to play truant cijfer = mark, grade gemiddeld = average een onvoldoende halen voor = to fail vooruitgang = progress intoxicated = onder invloed (van alcohol of drugs) to go into rehab = afkicken (van drugs/alcohol) ward = zaal, ziekenhuiszaal feeble = zwak kidney = nier germ = bacterie sedative = kalmeringsmiddel to soothe = verzachten prescription = recept to recuperate = herstellen to inoculate = inenten to benefit = goed doen to alleviate = verlichten agony = ondraaglijkepijn cardiac arrest = hartstilstand obesity = zwaarlijvigheid paralysis = verlamming contagious = besmettelijk to neglect = verwaarlozen to monitor = controleren disabled = invalide deformed = mismaakt retarded = zwakbegaafd pathological = ziekelijk, abnormaal to shiver = rillen to vomit = overgeven to pant = hijgen to digest = verteren to moan = kreunen to suffocate = stikke to administer = toedienen numb = verstijfd, verdoofd lethal = dodelijk, zeer gevaarlijk malignant = kwaadaardig contaminated = besmet morbid = ziekelijk incurable = ongeneeslijk to subject to = onderwerpen aan guinea pig = proefkonijn to regain = terugkrijgen geestelijk gezond = sane druk = strain huisarts = GP raadplegen = to consult eerste hulp = first aid ziektekostenverzekering = health insurance flauwvallen = to faint in elkaar zakken = to collapse ziek worden = to fall ill hoetsen = to cough vertuiken = to sprain ziekte = disease wond = injury herstellen = to recover lijnen = to slim to be eager = heel graag willen keen = enthousiast overwhelmed = overweldigd bliss = geluk, genot seductive = verleidelijk to long = sterk verlangen gratitude = dankbaarheid hilarious = zeer grappig allegiance = trouw hostile = vijandig to appal = verbijsteren appalling = vreselijk indignant = verontwaardigd outrage = verontwaardiging disdain = minachting to despise = minachten resentment = haat, wraak biased = bevooroordeeld furious = woedend anxious = ongerust concerned = bezorgd exasperated = erg geïrriteerd anguish = enorme bezorgdheid en angst agonizing = zeer pijnlijk dejected = neerslachtig to daunt = ontmoedigen to sense = voelen commitment = grote inzet tendency = neiging blunt = bot patronising = neerbuigend condescending = neerbuigend suspicious = verdacht malicious = kwaadaardig, boos to envy = benijden to grieve = treuren, rouwen to mourn = treuren over, rouwen over to dedicate to = wijden aan to come to terms with = accepteren to implore = smeken houding = attitude vooroordelen = prejudice negeren = to ignore ergeren = to annoy weigeren = to refuse afwijzen = to reject met tegenzin = reluctantly lijden= to suffer walgelijk = disgusting geruststellend = reassuring eerlijk gezegd = frankly genant = embarrasing van streek = upset wanhopig = desperate woede = rage thorough = grondig profound = grondig, vergaand entire = heel brief = kort substantial = flink, aanzienlijk elaborate = uitgebreid comprehensive = uitgebreid abundance = overvloed lavish = overdadig, buitensporig numerous = talrijk huge = enorm vast = enorm untold = ongekend, onmetelijk merely = alleen, slechts negligible = verwaarloosbaar narrow = smal gorgeous = prachtig bleak = troosteloos trivial = onbelangrijk superficial = oppervlakkig moderate = matig superfluous = overbodig incoherent = onsamenhangend plausible = aannemelijk appropriate = gepast, geschikt outrageous = schandalig atrocious = vreselijk, zeer slecht hideous = afgrijselijk harsh = streng poignant = schrijnend, droevig virtually = vrijwel, praktisch rapid = snel swift = snel to surpass = overtreffen increasingly = steeds meer invariably = altijd potential = mogelijk consistently = consequent, steeds genuine = echt distinct = verschillend onvermijdelijk = inevitable veelvoorkomend = common uitgebreid = extensive aanzienlijk = considerable boeiend = fascinating uitzonderlijk = exceptional terecht = just weinig ev = little weinig mv = few meederheid = majority minderheid = minority geschikt = suitable zoals het hoort = properly streng = severe dankbaar = rewarding
Ingezonden op 08-10-2016 - 587x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!