Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Duits EI
› 42 Latijn aanvullende woordenlijst toets H28
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Duits EI
42 Latijn aanvullende woordenlijst toets H28
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
adeo= zo(zeer) aegrotare= ziek zijn annus= jaar audere= durven ausus sum= durven audire= horen coniunx, coniugis= echtgenoot contemnere= verachten, minachten copiae= troepen (meervoud) creare (+2 acc)= kiezen tot creare= scheppen credere, credidi, creditus=geloven cum + abl= (samen) met cum + coni = toen, omdat, hoewel cum + ind= wanneer, toen cupere (cupio)= verlangen, willen dare, dedi, datus= geven dicere, dixi, dictus= zeggen ducere, duxi, ductus=leiden, voeren esse, fui, = zijn exclamare= uitroepen expugnare= veroveren fama est + aci= het gerucht gaat dat fatum= lot filia= dochter filius= zoon gaudere= zich verheugen gavisus sum=zich verheugen hic, haec, hoc= deze ille, illa, illud= die infans, infantis= baby insula= eiland is, ea, id= hij, zij, het iuvare= helpen libertus= vrijgelaten slaaf matrimonium= huwelijk miles, militis= soldaat militaris= militair(e) miser, -a, -um= ongelukkig mortuus, -ua, -uum= dood munus, muneris (n)= taak necare= doden nemo, neminis= niemand occidere, occidi, occisus=doden olim= eens, ooit parentes= ouders pars, partis (f)= deel populus= volk post + acc= na, achter’ postea= later privatus= persoonlijk, prive- publicus= van de staat, staats- puer= jongen quam (+superlativus)=zo … mogelijk quam (in uitroep)= hoe quam (na comparativus)=dan qui, quae, quod= die, welke redire, redii, reditus= terugkeren saepe= vaak, dikwijls solere, solitus sum= gewoon zijn te, gewend zijn te solus, -a, -um= alleen soror, sororis= zus stultus= dom suadere= aanraden subicere, -ieci, -iectus=onderwerpen suus, sua, suum= zijn, haar, hun terribilis= verschrikkelijk ut + coni= (zo)da,. (op)dat, om te ut + ind perf= zodra ut + ind= zoals uxor, uxoris= echtgenote venenum= vergif victor, victoris= overwinnaar victoria= overwinning vita= leven
Ingezonden op 09-10-2016 - 1055x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
latijn
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!