Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
V4-Latijn
› 1 blz. 202+203
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
V4-Latijn
1 blz. 202+203
Jaar 4 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
quondam = eens idem, eadem, idem = dezelfde, hetzelfde doceo, docui (docere) = onderwijzen, leren is, ea, id = hij, zij, het, deze, die, dat, dit mos, moris (mnl) = gewoonte, gebruik praebeo, praebui (praebere) = verschaffen, aanbieden fatum = (nood)lot amica = vriendin dum + conj. = totdat mores (mv) = karakter, levenswijze, gedrag constat +AcI = het staat vast dat felix, felicis = gelukkig, gezegend, voorspoedig liberi, liberorum (mv) = kinderen modus = wijze, manier exemplum = voorbeeld postremo (bijw) = tenslotte dum + ind. = terwijl carus, cara, carum = dierbaar pro + abl. = voor, ter verdediging van, in plaats van, in ruil voor somnium = droom pereo, perii (perire) = omkomen, te gronde gaan plebs, plebem (vrl) = volk adeo, adii (adire) = gaan naar, komen naar socius = bondgenoot, makker dubito (dubitare) = aarzelen intereo, interii (interire) = sterven sui (mv) = de zijnen (hunnen), zijn (hun) verwanten, zijn (hun) aanhangers occupo (occupare) = bezetten, in bezit nemen inimicus (bijv/zelfst) = vijandig, vijand eo, ii (ire)= gaan, komen prius (bijw) = eerder, vroeger, eerst, liever deleo (delere) = vernietigen, verwoesten villa = landhuis regio, regionis (vrl.) = streek, gebied premo, pressi (premere) = drukken, in moeilijkheden brengen, in het nauw brengen rapio, rapui (rapere) = grijpen, roven, meesleuren exeo, exii (exire) = uitgaan, weggaan quattuor = vier equus = paard qui, quae, quod = die, dat, wie, wat hinc = van hier, hiervandaan solius = alleen, (als) enige decet = het past invado, invasi (invadere) = binnenvallen, aanvallen notus, nota, notum = bekend unus, unius = één, (als) enige, alleen restituo, restitui (restituere) = herstellen navis, navis (vrl) = schip summus, summa, summum = grootste, hoogste totus, totius = (ge)hele
Ingezonden op 09-10-2016 - 206x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
18-01-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!