Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
kontext Duits woordjes
› 2 wonen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
kontext Duits woordjes
, deel 2.1
2 wonen
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
aufbauen = opbouwen aufzug = de lift die bank = de bank bauen = bouwen besitzen = bezitten besitzer = bezitter beziehen = betrekken das dach = het dak eintreten = binnengaan erdgeschoss = de begane grond der garten = de tuin das gebaude = het gebouw das haus = het huis herauskommen = naar buiten komen der hof = het erf das hochhaus = de flat der keller = de kelder die leitung = de leiding die mauer = de muur die miete = de huur der mieter = de huurder der nachbar = de buurman der platz = het plein schlieben = sluiten, dichtdoen das schloss= het slot der stock = de verdieping streichen = verven die stufe = de trede das tor = de poort die treppe= de trap verlassen = vertrekken das viertal = de wijk die wohnung = de woning die villa = de villa das zuhause = het thuis
Ingezonden op 09-10-2016 - 234x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!