Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
AL-Spaans
› 1 Spaans verbos con preposiciones
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
AL-Spaans
1 Spaans verbos con preposiciones
Jaar 5 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
acabar de + inf = zojuist gedaan hebben acabar con = een einde maken aan acordarse de = zich herinneren alegrarse de = zich verheugen over alojarse en = verblijven in bajar en = naar beneden gaan, afdalen per/met bajar por (una calle) = (een straat) aflopen beneficiarse de = profiteren van, baat hebben bij concentrarse en = zich concentreren op convertir a / en = iets veranderen in criarse en = opgroeien dar de comer a = te eten geven despedirse de = afscheid nemen van disponer de = beschikken over emigrar a = emigreren naar empezar a + inf = beginnen met/te + inf encargarse de = zorgen voor, op zich nemen enfadarse con = boos worden op enseñar a + inf a = bijbrengen, onderwijzen enterarse de = achter iets komen, begrijpen entretenerse con = zich vermaken met envolver en = inpakken in esperar de (que) = verwachten dat estar lleno de = vol zijn van/met guardar en = bewaren in insistir (en) = aandringen (op) inspirarse en = zich laten inspireren door invitar a + inf a = uitnodigen om te jugar a = spelen limitar con = grenzen aan llevarse bien/mal con = het goed/slecht kunnen vinden met meter (en) = stoppen/doen in meterse con = zich met iemand bemoeien meterse en = zich met iets bemoeien morirse de hambre = vergaan van de honger morirse por + inf = dolgraag willen mudarse a = verhuizen naar obligar a + inf = verplichten tot parar de + inf = ophouden te participar en = meedoen aan pasar de moda = uit de mode raken pasar por = door ... gaan, langs ... gaan pegarse a = blijven plakken aan pensar en = denken aan ponerse a + inf = beginnen te preocuparse por = zich bekommeren om, zorgen voor presentarse a = solliciteren naar prestar atención a = aandacht schenken aan quejarse de = klagen over seguir con = blijven, verdergaan met servir para = dienen tot sufrir de = lijden aan tener cuidado con = oppassen, opletten met terminar de + inf = ophouden met trabajar como = werken als volver a = terugkomen naar, teruggaan naar volver a + inf = opnieuw doen
Ingezonden op 16-10-2016 - 508x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!