Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Leren en veranderen - S. Bolhuis
› 5 Begrippen H5
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Leren en veranderen - S. Bolhuis
, deel 4e druk
5 Begrippen H5
Jaar 1 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Leervermogen = het in staat zijn tot leren en het verder ontwikkelen van leermogelijkheden Leercompetentie = het vermogen om in relevante situaties op adequate wijze leeractiviteiten te ondernemen, op basis van geïntegreerde leerkennis, leervaardigheden en leerhoudingen Leerhouding = de emotionele betekenis en verhouding die leren heeft voor het individu Onzekerheidstolerantie = zelfvertrouwen en de bereidheid om risico’s te nemen Hoge prestatiemotivatie = dit individu onderneemt activiteiten met het doel en in de verwachting daarmee succes te beleven Lage prestatiemotivatie = dit individu is bang voor mislukking en probeert te ontsnappen om aan het gevoel van falen te ontkomen Faalangstmotivatie = de lage prestatiemotivatie, maar dan heeft het individu de neiging om de situaties waarin gefaald kan worden te vermijden Attribueren = toeschrijven Intern toeschrijven = aan zichzelf Extern toeschrijven = aan factoren buiten zichzelf Succesgericht toeschrijven = het individu schrijft succes toe aan zijn eigen competentie en inspanningen, maar mislukkingen aan externe en het liefst tijdelijke oorzaken (gaat samen met een positief zelfbeeld) Mislukkingsgericht toeschrijven = het individu schrijft mislukkingen toe aan zijn eigen competentie en inspanningen, maar succes aan externe en toevallige oorzaken (gaat samen met een negatief zelfbeeld) Aangeleerde hopeloosheid = het individu voelt zich niet in staat om met eigen activiteiten gewenste effecten te bereiken Lage onzekerheidstolerantie = het individu streeft ernaar om de zekerheid van bepaalde cognities (kennis over zichzelf en de wereld) te handhaven, en daarom wordt informatie die hiermee in strijd is vermeden, ontkend of misvormd Hoge onzekerheidstolerantie = het individu ziet situaties die onzekerheid opleveren gemakkelijk onder ogen en voelt zich eerder gemotiveerd om de onzekerheid te onderzoeken en op te lossen Kennisbasis = de kennis die onderdeel is van je referentiekader Emotionele intelligentie = het herkennen, erkennen en kunnen omgaan met emoties, zowel van zichzelf als van anderen General factor / g-factor = de algemene component Ways of knowing = manieren van kennisverwerving (Belenky) Kentheoretische posities = manieren waarop mensen aankijken tegen en omgaan met kennis en leren (Perry) Separate kennisgeving = onpersoonlijke, objectieve regels. Een individueel proces. (Belenky) Verbonden kennisgeving = het vermogen tot invoelen. Een sociaal proces. (Belenky) Constructivistische kennisgeving = een ‘integratie van stemmen’ (Belenky) Leerstijl = een persoonlijke voorkeur voor het gebruik van bepaalde leeractiviteiten Leerstrategie = de combinatie van impliciete en expliciete leeractiviteiten die iemand op een bepaald moment uitvoert Taalkundige / verbaal-linguïstische intelligentie = taalslim (Gardner) Wiskundige / logisch-mathematische intelligentie = rekenslim (Gardner) Visueel-ruimtelijke intelligentie = beeldslim (Gardner) Motorische / lichamelijk-kinesthetische intelligentie = beweegslim (Gardner) Muzikaal-ritmische intelligentie = muziekslim (Gardner) Natuurgerichte / naturalistische intelligentie = natuurslim (Gardner) Interpersoonlijke intelligentie = samenslim (Gardner) Intrapersoonlijke intelligentie = zelfslim (Gardner) Matchen = het aansluiten bij de eigen aanleg Stretchen = het ondersteunen van de ontwikkeling van de zwakkere intelligenties, uitgaand van de sterke Vieren = waarderen van alle intelligenties Kunst afkijken = de dagelijkse praktijk is de beste leeromgeving (Ruijters) Participeren = leren doe je met en van elkaar (Ruijters) Kennis verwerven = grote voorkeur voor theoretisch leren (Ruijters) Oefenen = toepassen van het geleerde in de praktijk (Ruijters) Ontdekken = leren uit de dagelijkse gang van zaken en onverwachte gebeurtenissen (Ruijters)
Ingezonden op 16-10-2016 - 1114x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!