Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Geschiedenis van de Antieke filosofie
› 1 Hoorcollege 2
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Geschiedenis van de Antieke filosofie
, deel 1
1 Hoorcollege 2
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Vertel iets over Socrates. = Ca. 469 v.CH. Zoon van beeldhouwer en vroedvrouw. Zelf zou hij ook beeldhouwer zijn, maar dit is niet terug te vinden. Getrouwd met Xantippe en hij had drie zonen. Hij was in dienst bij de Pelopennische oorlog (431-404) tussen Athene en Sparta. Er werden tirannen aangewezen en waren leerling van Socrates. Hij werd aangeklaagd voor het verpesten van de jeugd en moest in 399 v.CH. een gifbeker drinken. Vertel wat over de Pelopennische oorlog. = 431-404 v.CH. tussen Athene en Sparta. In het begin heeft Socrates meegevochten. Sparta won. Het eindigde met een bezetting en dit betekende het einde van de democratie in Athene, harde hand. Drie tirannen werden tot dood gebracht. Tirannie van 30 (404-403). Het waren volgelingen van Socrates. Hij was verdacht en moest een gifbeker drinken voor het verpesten van de jeugd, tegen de goden zijn, etc. Welke bronnen zijn er voor Socrates? = Plato (428-347), Aristoteles (384-322) uit gesprekken met Plato, want Aristoteles had Socrates niet meer gekend, Xenophon (ca. 430 – ca. 355) Ook leerling. Socrates komt bij hem anders over dan bij Plato. Socrates is bij Plato veel terughoudender. Xenophon was geschiedschrijver. Aristophanes (ca. 446-ca. 386) Komedieschrijver: ‘De wolken’ Socrates had de hoofdrol. Onbetrouwbare bron, want het is meer een parodie op de filosofie en hij noemde de bekendste filosoof uit die tijd. Wat is Elenchos en wat heeft dit met Socrates te maken? = Strenge ondervragingsmethode voor getuigen en beklaagden, waarbij met bijna geweld het antwoord uit iemand werd gesleept. Socrates deed ook alles om de waarheid. Hij deed het anders. Hij gebruikte ironie (onwetendheid, hij hield zich van de domme) Bijna slijmend. Gesprekspartner legde precies uit hoe het zat en toen begon hij positief, maar zei hij steeds ‘maar’ en brak hij het helemaal af. Diegene zei het anders, maar het werd weer afgebroken. Wat is Aporie? = Impasse. Als je er niet meer uit komt (met je theorie) Vertel wat over het leven van Plato. = Geboren in Athene ca. 428/7 v.CH. Plato was nog nauwe betrokken bij verdachte groep bij de tirannie dus is hij een tijd uit Athene gegaan. Bezoeken Zuid-Italië en Sicilië 388-361. Archytas van Torente was een democratische leider en bevriend met Plato. Plato kwam daar in contact met Dionysius I en II en Dion van Syracuse militaire leider. Plato dacht dat als een filosoof de leider was, je de ideale wereld zou krijgen. Dat kon door een filosoof leider te maken of een leider opleiden tot filosoof. Dus leidde hij Dionysius I op, maar er kwam ruzie, hij werd gevangen genomen en daarna ging hij weg. Toen Dionysius II hem opvolgde wilde hij weer lessen van Plato, maar toen werd hij door oom Dion weggestuurd. Dion greep naar de macht en werd een paar maanden later vermoord door zijn lijfwacht. Plato schreef boeken: De staat (de ideale staat, filosoof moet leider zijn) en: De wetten (er moeten wetten en regels zijn. Stapte af van het idee als filosoof als alleenheerser. Stichting Academie 387, Toetreding Aristoteles tot Academie 367. Plato sterft en werd opgevolgd door neef Speusippes 348/7. Aristoteles ging weg, wilde Platos neef niet opvolgen. Speusippes werd uiteindelijk opgevolgd door een ander toen hij weg liep. Noem twee van Platos boeken. = De staat en de Wetten Door wie werd Plato bij zijn academie opgevolgd? = neef Speusippes 348/7 Wat voor werken had Plato? = Dialogen, brieven (wss deels vervalsingen, want het was een schoolopdracht om brieven te schrijven die Plato had kunnen schrijven en elk werd van Plato was nieuw. Soms beweerde hij iets anders dan eerder.) Ongeschreven leer, bijvoorbeeld college aantekeningen. (Werd veel als inspiratie gebruikt.) Wat zijn de verschillen van Platos vroege, midden en late dialogen? = Vroege dialogen: Socrates dialogen, kort gesprek ethiek en eindigt met aporie. Midden dialogen: Lange gesprekken, sterke samenhang tussen ethiek, politiek, metafysische thema’s, ontwikkeling ideeënleer. Late dialogen: Alleen vorm, ideeënleer op achtergrond of afwezig. Hij sprak alleen en werd soms onderbroken door: ‘Inderdaad Socrates.’ Wat is Platos ideeënleer? = Paarden horen bij paardheid. We herkennen ze als paard ook al zien ze er anders uit. We imiteren paardheid. Hij zou waarschijnlijk gesproken hebben van Het paard. Het idee: de unieke, zelfstandig bestaande vertegenwoordiger van een soort of klasse of een algemeen begrip. Soorten waren nauw aan elkaar verband, elk soort had een idee. Wat zijn kenmerken van de ideeën van Plato? = 1. Gemeenschappelijkheid:F - alle ideeën die F zijn, hebben deel aan het idee F. 2. Scheiding: De idee F is verschillend van alle andere dingen die F zijn. 3. Verhevenheid: De idee F is eeuwig, ondeelbaar en onvergankelijk. Er moet één idee zijn. (Lijkt op zijnde van Parmenides. Zelfs dingen die nog niet bestaan, maar zullen komen, zijn al ideeën. Paarden willen er volgens ideaal paard uitzien, maar alle paarden zijn anders, want ze zijn uniek). 4. Zelfpredicatie: De idee F is zelf F (Bijv. Alle rechtvaardigheid is zelf rechtvaardig, moed is zelf moedig. De idee paard is zelf paard.) 5. Zuiverheid: De idee F is niets anders dan F. De idee paard is alleen maar paard, abstractie, kleurloos, afmetingloos, helemaal zuiver van elke andere eigenschap. 6. Uniciteit: Alleen de idee F is werkelijk volledig F. Het idee paard is het echte paard, andere paarden wijken af. Kenmerken ideeën: Wat is gemeenschappelijkheid? = alle ideeën die F zijn, hebben deel aan het idee F. Kenmerken ideeën: Wat is scheiding? = De idee F is verschillend van alle andere dingen die F zijn. Kenmerken ideeën: Wat is Verhevenheid? = Verhevenheid: De idee F is eeuwig, ondeelbaar en onvergankelijk. Er moet één idee zijn. Kenmerken ideeën: Wat is Zelfpredicatie? = De idee F is zelf F (Bijv. Alle rechtvaardigheid is zelf rechtvaardig, moed is zelf moedig. De idee paard is zelf paard.) Kenmerken ideeën: Wat is Zuiverheid? = Zuiverheid: De idee F is niets anders dan F. De idee paard is alleen maar paard, abstractie, kleurloos, afmetingloos, helemaal zuiver van elke andere eigenschap. Kenmerken ideeën Wat is Uniciteit? = Alleen de idee F is werkelijk volledig F. Het idee paard is het echte paard, andere paarden wijken af. Hoe werd Platos ideeënleer toegepast op metafysica/ontologie? = Alleen de ideeën bestaan werkelijk, de dingen om ons heen zijn hiervan slechts een onvolmaakte afbeelding. Hoe werd Platos ideeënleer toegepast op Epistemologie? = Hoe komt het dat we weten wat we weten? Alleen van de ideeën hebben we werkelijk kennis, over de dingen om ons heen hebben we slechts waarnemingen. Hij zegt over soort paard is kennis, maar over individu is mening. Hoe werd Platos Ideeënleer toegepast op Ethiek? = De deugden zijn niet relatief, maar gefunctioneerd op eeuwige en onveranderlijke ideeën. Overlapping Socrates. Socrates zocht naar deugden, maar kon ze niet vinden. Plato zegt: we zitten in de ideeënwereld. Wat is Platos zonvergelijking? = De zon geeft objecten zichtbaarheid. Zoiets is er ook in de Ideeënwereld: Het goede. Je hebt het worden (individu, daar kun je alleen meningen over hebben) het zijn (de Ideeën, daar kun je kennis over hebben) en dan komt een soort Super-Idee: het Goede. Het is een soort goddelijke verlichting. Om goed te zijn moet je zo veel mogelijk op je idee gaan lijken. Dan ben je zijn en niet meer worden. Wat is Platos bedvergelijking? = Je hebt drie bedden: Het idee bed dat is gemaakt door het Goede (God lijkt hier dezelfde functie te vervullen), een concreet bed dat is gemaakt door een handwerker en een afgebeeld bed dat is gemaakt door de schilder (dichter is net zoiets als een schilder) De handwerker is nog filosofisch bezig, want om een bed te maken, moet je het idee bed kennen. Voor de dichter en schilder heeft hij geen respect, want dat heeft geen enkele functie om een concreet bed na te schilderen. Wat is Platos lijnvergelijking? = Je hebt Intelligibele wereld en de Sensibele wereld. Intelligibele wereld: Daadwerkelijke ideeën en wiskundige objecten. 2 abstracties niveaus. Aanname dat er een nieuwe ABC ontstaat dat is niet bewezen. Plato neemt aan dat die ideeën echt bestaan en door al die aannames bij elkaar te leggen kom je tot die ideeën. Wiskundige blijven in die hypotheses steken. Je hebt 2 soorten kennis: Begrip en redenering. Redenering is minder dan kennis. Sensibele wereld: Mening: geloof en gissing. Wat is Platos grotvergelijking? = 1. Schaduwen: Objecten in onze wereld. Alles wat we om ons heen zien is de schaduw in de grot. 2. Gevangenen: Alle mensen die gevangen zitten in de sensibele wereld. Wie de wereld alleen maar kunnen bekijken door midden van zintuigen. 3. Objecten: De Ideeën. Alles gaan een abstractieniveau hoger. 4.: Vuur: Veel handboeken wordt beschreven dat het vuur voor de zon staat, maar dat kan niet kloppen want de zon is geen abstractieniveau hoger. Het buur is een schakel tussen de objecten en de schaduw. Vuur is Demiurg. Plato beschrijft hem als de schepper God. De godhandwerksman. Die wordt beschreven tijdens het ontstaan van de aarde. Hij vertaalt de ideeën naar de objecten. 5. Zon: Staat voor het goede. Is degene die de ideeën zelf schept. Voor Plato ook een soort God. Mensen die geloven in één god schuiven de god/het goede en de scheppingsgod in elkaar. Maar Plato onderscheidt het . Je hebt iets dat ideeën voortbrengt en iets dat de materiële wereld voortbrengt. Wat voor zelfkritiek geeft Plato op de ideeënwereld? = In een dialoog met Parmenides en Socrates. Participatieprobleem: deel hebben aan is dus van een stukje. Klein stukje grootheid of kleinheid kan ook niet. Ideeën zijn gedachten. Denkt ieder ding dan zichzelf? Wat is het derde-mens argument? = Socrates en Plato zijn beide mens, beide Ideeën mens. Volgens Plato is het idee ook wat het idee zelf uitdraagt. Dus is het idee mens, ook mens. Het idee mens is mens naast mensen. Als het idee naast mensen staat, zou je kunnen denken dat ook daar weer een overkoepelend mens boven moet staan. Plato zei dat hij deed aan zelfpredicatie en daarom naar de mensen kon bestaan. Maar dan hou je het probleem. Kan er gelaagdheid in de ideeënwereld bestaan? = Nee, want ideeën zijn allemaal onafhankelijk. Zet de volgende filosofen op volgorde van tijd: Speusippes, Xenophon, Socrates, Aristoteles, Aristophanes en Plato. = Socrates (Ca. 469 v.CH.), Aristophanes (ca. 446 v.CH.), Xenophon (ca. 430 v.CH.), Plato (428 v.CH.), Speusippes (348/7 v.CH.), Aristoteles (384 v.CH.) Zet de volgende filosofen in volgorde van tijd. Pythagoras, Parmenides, Thales, Anaximenes, Heraclitus, Democritus, Empedocles, Zeno, Xenophanes, Anaximander, Anaxagoras, Gorgias van Leontini, Protagoras van Abdera, Speusippes, Xenophon, Socrates, Aristoteles, Aristophanes en Plato. = Thales (624 v.CH.) - Anaximander (610 v.CH.) – Anaximenes (585 V.CH.) – Pythagoras (570 v.CH.- 495 v.CH.) – Xenophanes (570 v.CH. – 475 v.CH.) – Parmenides (540 v.CH.) - Heraclitus (535 v.CH.) – Zeno (515 v.CH.) – Anaxagoras (500 v.CH.) - Protagoras van Abdera (Ca. 490 v.CH.) – Gorgias van Leontini (Ca. 487 v.CH.) - Empedocles (485 v.CH.) – Socrates (Ca. 469 v.CH.) – Democritus (460 v.CH.) – Aristophanes (ca. 446 v.CH.) - Xenophon (ca. 430 v.CH.) – Plato (428 v.CH.) – Speusippes (348/7 v.CH.) – Aristoteles (384 v.CH.)
Ingezonden op 22-10-2016 - 850x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!