Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Geschiedenis van de Antieke filosofie
› 1 Hoorcollege 3
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Geschiedenis van de Antieke filosofie
, deel 1
1 Hoorcollege 3
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat is deductie? = Redenering van het algemene naar het bijzondere. (Alle mensen zijn sterfelijk, Socrates is een mens, Socrates is sterfelijk.) Wat is Inductie? = Redeneringen van het bijzondere naar het algemene. ( Socrates, Plato, Zeno, etc. Ze zijn sterfelijk. Alle mensen zijn sterfelijk.) Wat is het inductieprobleem? = Je zou alle mensen af moeten gaan en dat is theoretisch onmogelijk, bijv. mensen van de toekomst. Maar bij deductie werk je eerst wel met bijzondere gevallen om het te constateren. Deductie geeft wel meer zekerheid. Wat voor argumenten geeft Plato/Socrates voor de onsterfelijkheid van de ziel? = 1. Cyclus van tegengestelden: Warm en koud volgen elkaar op het is een cyclus waar continuïteit in zit. Bij de dood blijf je voortbestaan,maar dan in een andere vorm. 2. Herinnering van de Ideeën. 3. Verwantschap met ideeën. Lichaam is waarneembare wereld, ziel zou wel eens met de ideeënwereld in eeuwigheid kunnen leven. 4. Ziel als idee van ‘Het leven’: Ziel is idee van het leven. Alle zielen zijn onsterfelijk en dat geldt bij uitstek voor het idee ‘Leven.’ 5. Ziel als zelfbeweger: De meeste materiële dingen hebben iets anders nodig om voort te bewegen, maar de ziel niet, die beweegt uit zich zelf. Dan kan het niet zijn ontstaan. 6. Geen vernietiging door eigen kwaal: Ieder ding kan alleen ten gronden gaan aan eigen kwaal. De kwaal van de ziel is morele slechtheid, maar daar kun je niet aan sterven, dus kan de ziel niet sterven. Uit welke drie delen bestaat de ziel volgens Plato? = Tussen het redelijk deel (in het hoofd) Dit deel moet de leiding hebben. Het strevend deel (In de borst) Bonzen van je hart om je hard te maken voor een zaak. En het begerende deel (in je buik) Eten, drinken, seks, etc. Redenerend deel moet dit deel niet negeren, maar het mag niet de leiding hebben. Welk beeld van de ideale staat had Plato in zijn hoofd? = De staat is ingedeeld in drie groepen: De bestuurders: degene die het verstand hebben. Dit is te vergelijken met het redelijke deel van de ziel. Dat is ook het deel waar zij het meest naar handelen. Dan heb je de Helpers: Die hebben moed (beschermen buitenaf / orde). Zij handelen naar het strevende deel van de ziel. En je hebt de handwerkers, die ingetogen moeten worden. Als je ze los zou laten, zouden ze begerend deel loslaten. Dit is vergelijkbaar met het begerende deel van de ziel. Totalitaire staat. Niemand lijkt gelukkig te zijn, maar Plato zegt dat geluk van het geheel vooraan staat. Maar wat is geluk van het geheel als individueel niemand gelukkig is? De kinderen van de handwerkers zullen nooit een klasse hoger kunnen komen, al moeten ze dat wel denken. Alleen in de twee hoogste klassen zou je kunnen wisselen. Opvoeding van wachters: Alle wachters: 1. Literaire en muzikale vorming. Muziek eigenlijk alleen marsmuziek. 2. Uigebreide fysieke training. Het was een training, maar ook een selectieprocedure. Sommigen uit die selectie worden verkozen tot bestuurder. Die hadden ook: 3. Wiskunde. 4. Dialectiek Filosofie op de manier van Plato, door middel van gesprekken. Het leven van de wachters: - Wachters hebben geen bezit, geen goud en geen zilver, want dat zou voor hebzucht kunnen zorgen. Sober leven (Lage klasse zou wel eigen bezittingen mogen hebben). Ze mogen geen bezit hebben, kinderen worden vroeg weggehaald. Ze weten niet wie eigen kind is. Kinderen worden gezamenlijk opgevoed. Iedere kind is kind van ouder en iedere ouder is ouder voor het kind. – Gezamenlijke maaltijden. – Voortplanting na selectie Wordt voorgedaan als loterij, maar ze koppelen de besten met elkaar en van de slechtere worden de kinderen afgevoerd in weeshuizen of erger. Maar daar zouden de ouders toch nooit achter komen weer een nobele leugen. Stambomen werden niet bijgehouden, maar ze moesten er bij de selectie vanuit gaan dat ze het bijhielden en geen incest zouden plegen. – Mannen en vrouwen zijn gelijk. Zijn gesprekspartners zijn geschokt. Plato accepteert wel dat mannen slimmer en sterker zijn, maar hij zegt dat het niet relevant is, want bij selectie kijk je naar wat iemand individueel kan, maar dit heeft hij niet helemaal uitgedacht. Vrouwen moeten net als mannen sporten en dus ook naakt, want 100 jaar daarvoor was men ook geschokt dat mannen naakt gingen sporten. Hoe dacht Plato over vrouwen? = Hij was erg vrouwonvriendelijk. Vrouwen waren minder dan mannen. Relaties tussen twee vrouwen waren het slechtst, daarna tussen man en vrouw en relaties tussen twee mannen waren het beste. Hij zei ook een keer dat mannen slecht geleefd hadden, terug zouden komen als vrouw. Als ze dan weer slecht zouden leven, zouden ze terug komen als dier. Hoe zou het leven van de wachters in de staat van Plato eruit hebben gezien? = - Wachters hebben geen bezit, geen goud en geen zilver, want dat zou voor hebzucht kunnen zorgen. Sober leven (Lage klasse zou wel eigen bezittingen mogen hebben). Ze mogen geen bezit hebben, kinderen worden vroeg weggehaald. Ze weten niet wie eigen kind is. Kinderen worden gezamenlijk opgevoed. Iedere kind is kind van ouder en iedere ouder is ouder voor het kind. – Gezamenlijke maaltijden. – Voortplanting na selectie Wordt voorgedaan als loterij, maar ze koppelen de besten met elkaar en van de slechtere worden de kinderen afgevoerd in weeshuizen of erger. Maar daar zouden de ouders toch nooit achter komen weer een nobele leugen. Stambomen werden niet bijgehouden, maar ze moesten er bij de selectie vanuit gaan dat ze het bijhielden en geen incest zouden plegen. – Mannen en vrouwen zijn gelijk. Zijn gesprekspartners zijn geschokt. Plato accepteert wel dat mannen slimmer en sterker zijn, maar hij zegt dat het niet relevant is, want bij selectie kijk je naar wat iemand individueel kan, maar dit heeft hij niet helemaal uitgedacht. Vrouwen moeten net als mannen sporten en dus ook naakt, want 100 jaar daarvoor was men ook geschokt dat mannen naakt gingen sporten. Waarom mochten wachters in de staat van Plato geen bezittingen hebben? = Wachters hebben geen bezit, geen goud en geen zilver, want dat zou voor hebzucht kunnen zorgen. Sober leven (Lage klasse zou wel eigen bezittingen mogen hebben). Ze mogen geen bezit hebben, kinderen worden vroeg weggehaald. Ze weten niet wie eigen kind is. Kinderen worden gezamenlijk opgevoed. Iedere kind is kind van ouder en iedere ouder is ouder voor het kind. Hoe zou voortplanting na selectie zijn gegaan in de staat van Plato? = Wordt voorgedaan als loterij, maar ze koppelen de besten met elkaar en van de slechtere worden de kinderen afgevoerd in weeshuizen of erger. Maar daar zouden de ouders toch nooit achter komen, omdat , kinderen vroeg worden weggehaald. Ze weten niet wie eigen kind is. Kinderen worden gezamenlijk opgevoed. Iedere kind is kind van ouder en iedere ouder is ouder voor het kind. weer een nobele leugen. Stambomen werden niet bijgehouden, maar ze moesten er bij de selectie vanuit gaan dat ze het bijhielden en geen incest zouden plegen. Hoe zag Plato het in de staat voor zich dat mannen en vrouwen gelijk waren? = Zijn gesprekspartners zijn geschokt. Plato accepteert wel dat mannen slimmer en sterker zijn, maar hij zegt dat het niet relevant is, want bij selectie kijk je naar wat iemand individueel kan, maar dit heeft hij niet helemaal uitgedacht. Vrouwen moeten net als mannen sporten en dus ook naakt, want 100 jaar daarvoor was men ook geschokt dat mannen naakt gingen sporten. Welke driedeling maakt Plato in de staat? = De staat is ingedeeld in drie groepen: De bestuurders: degene die het verstand hebben. Dit is te vergelijken met het redelijke deel van de ziel. Dat is ook het deel waar zij het meest naar handelen. Dan heb je de Helpers: Die hebben moed (beschermen buitenaf / orde). Zij handelen naar het strevende deel van de ziel. En je hebt de handwerkers, die ingetogen moeten worden. Als je ze los zou laten, zouden ze begerend deel loslaten. Dit is vergelijkbaar met het begerende deel van de ziel. Totalitaire staat. Niemand lijkt gelukkig te zijn, maar Plato zegt dat geluk van het geheel vooraan staat. Maar wat is geluk van het geheel als individueel niemand gelukkig is? De kinderen van de handwerkers zullen nooit een klasse hoger kunnen komen, al moeten ze dat wel denken. Alleen in de twee hoogste klassen zou je kunnen wisselen. Hoe zag de training van de wachters er uit in de staat van Plato? = Opvoeding van wachters: Alle wachters: 1. Literaire en muzikale vorming. Muziek eigenlijk alleen marsmuziek. 2. Uigebreide fysieke training. Het was een training, maar ook een selectieprocedure. Sommigen uit die selectie worden verkozen tot bestuurder. Die hadden ook: 3. Wiskunde. 4. Dialectiek Filosofie op de manier van Plato, door middel van gesprekken. Wat voor probleem wordt er gegeven bij de driedeling van de mensen in de staat van Plato? = Plato maakt analogie. Bestuurders is klasse met individuele mensen en die hebben allemaal de drie delen van de ziel. Handwerkers en helpers hebben ook verstand. De ziel is een stukje van het grote geheel. Bij zuivere analogie staan de dingen die je met elkaar vergelijkt helemaal los van elkaar en dat is hier niet. Plato zegt wel dat er een duidelijke grens is. De kinderen van de handwerkers zullen nooit een klasse hoger kunnen komen, al moeten ze dat wel denken. Alleen in de twee hoogste klassen zou je kunnen wisselen. Wat is rechtvaardigheid volgens Plato? = Rechtvaardigheid is een toestand waarin alle delen hun eigen deugd hebben. Dus redelijk deel moet verstandig zijn, stervend deel moedig en begerend deel moet ingetogen worden. Dan is de ziel rechtvaardig. Als rechtvaardigheid met je ziel te maken heeft, kun je dus in je eentje rechtvaardig zitten wezen. Op het niveau van de individu, de ander zou er niet toe doen. Plato is onduidelijk, maar er is een soort oplossing: Begeerte gaat opzoek naar buiten zichzelf. Als die niet ingetogen wordt, gaat hij zich vergrijpen aan anderen, spullen stelen, etc. Als begeerte niet de overhand heeft, is wat een ander heeft te veel en heb je het niet nodig. Wat zegt Plato over deugd en ondeugd? = Deugden die veel betrekking hebben op de buitenwereld, kunnen er afhankelijk van worden. Iedereen is moreel autonoom. Deugd en ondeugd is een gevecht van binnen waar de buitenwereld niet aan te pas komt. Wat is de Degeneratie van de Staat van Plato? = De driedeling gaat door elkaar lopen en dat wordt de ondergang. Ondergang gaat in stappen. 1. Aristocratie: Regering van de besten. Twee momenten van selectie: genetische selectie en na de eerste training. Maar dat wordt door mensen gedaan en daar kunnen fouten ontstaan en als er meer elementen zijn die invloed krijgen, gaat het steeds sneller met aftakelen. 2. Timocratie: Regering waarin alles draait om roem. Er zullen steeds meer mensen komen die niet het beste doen voor de staat, maar uit zijn op roem voor zichzelf. 3. Oligarchie: Regering van weinige (rijke) burgers. Ze willen buit halen en verstoppen rijkdom in huis, zetten paleizen neer en laten zich leiden door onderbuik gevoelens. 4. Democratie: Bij de eerste twee regeringsvormen, zien burgers dat de regering beter is dan zij, bij de derde is de regering niet beter, dus komt er een democratische opstand. Plato staat erachter dat als dit gebeurt, er democratie komt, want de leiders zijn dan niet beter. Hij ziet er mooie elementen in, maar het is een chaos. En er blijft oneerlijkheid. Er zijn mensen die aan de macht komen met de verkeerde bedoelingen. 5. Tirannie: Regering van één man (voor zichzelf). [Plato – De staat] Wat is Aristocratie? = (1e stap) Regering van de besten. Twee momenten van selectie: genetische selectie en na de eerste training. Maar dat wordt door mensen gedaan en daar kunnen fouten ontstaan en als er meer elementen zijn die invloed krijgen, gaat het steeds sneller met aftakelen. [Plato – De staat] Wat is Timocratie? = (2e stap in ondergang) Regering waarin alles draait om roem. Er zullen steeds meer mensen komen die niet het beste doen voor de staat, maar uit zijn op roem voor zichzelf. [Plato – De staat] Wat is Oligarchie? = (3e stap in ondergang) Regering van weinige (rijke) burgers. Ze willen buit halen en verstoppen rijkdom in huis, zetten paleizen neer en laten zich leiden door onderbuik gevoelens. [Plato – De staat] Hoe zorgt Democratie voor de ondergang in de staat? = (4e stap) Bij de eerste twee regeringsvormen, zien burgers dat de regering beter is dan zij, bij de derde is de regering niet beter, dus komt er een democratische opstand. Plato staat erachter dat als dit gebeurt, er democratie komt, want de leiders zijn dan niet beter. Hij ziet er mooie elementen in, maar het is een chaos. En er blijft oneerlijkheid. Er zijn mensen die aan de macht komen met de verkeerde bedoelingen. [Plato – De staat] Wat is Tirannie? = (5e stap in ondergang) Regering van één man (voor zichzelf). Plato probeerde een keer de ideale staat te maken, maar dit lukte niet. Waarom niet en wat zei Plato hierop? = Hij wilde van de laagste stap (Tirannie) naar de hoogste (Aristocratie). Van veel stappen kon hij voorbeelden vinden, behalve voor de ideale staat zelf. Sommigen vroegen wat het voor zin had om de ideale staat te creëren als hij naar een paar generaties toch zou instorten. Plato zei dat het een ideaal is en dat het goed is om daar naar te streven en zo dicht mogelijk daarbij te komen. Ook al is het ideaal zelf niet haalbaar. Wat wilde Plato in zijn staat verbieden en waarom? = - Immorele voorstellingen van goden. Alleen moreel correcte voorstellingen van goden of helden of het waarheid is of niet, want goden hadden een voorbeeldfunctie. – Geen inleving, Geen tragedies, en geen teksten die in de ik-persoon geschreven zijn, maar niet over de schrijver gaan. Je mocht dit niet lezen of schrijven, want dat is liegen. Je bent die persoon niet en je hebt die emotie niet. Het mag ook niet omdat je dan kan wennen aan immoreel gedrag. Ook niet vanwege emotionele uitbarstingen, want dat hebben filosofen niet. Dit is erg tegenstrijdig van Plato want hij schrijft zelf heel veel dialogen over Socrates in de ik-vorm. Ook schijnt hij vroeger tragediedichter te zijn geweest. – Geen uitbeelding of nabootsing (mimesis) Dit mocht niet omdat dat een te grote afstand tot de ideeën was, onfilosofisch en nutteloos om een beeld te maken wat al een beeld is. Vertel iets over de Phaedo citaten. = Passage waar Socrates aan het woord komt en kennis maakt met natuurfilosofie. Beschrijft Anaxagoras’ verstand (nous/intellect) en laat zijn fantasie erop los. Maar wanneer Plato Anaxagoras leest, is hij teleurgesteld. (Hij geeft er zelf een parodie op.) Anaxagoras vertelt over waarom Socrates daar zit. Dit doet hij door te vertellen over spieren en botten, etc. Maar dat is geen echte verklaring. Wat je wil horen is dat hij daar zit, omdat hij veroordeeld is. Waaruit bestaat Platos twee oorzakenleer? = 1. Werkelijke oorzaak. 2. Noodzakelijke voorwaarden. Kosmos: orde+wereld. Ideeën werken in op materie door de Demiurg. (soort God) En dat zorgt ervoor dat materie kosmos wordt. Vertaling in materie heeft beperkingen. Het kan niet zo perfect zijn als de ideeënwereld. Wat is het verschil tussen de Demiurg en het Goede? = Demiurg vertaalt heeft een blik geworpen in de Ideeënwereld en dat zo goed mogelijk vertaalt in materie en dat is de kosmos geworden. God of het Goede uit de staat heeft een andere rol dan Demiurg, want dat staat boven de Ideeën. Demiurg is een God die verantwoordelijk is voor de vertaling van de Ideeën in de werkelijkheid. Het zijn dus twee goddelijke instanties. Wat zegt Plato over de Demiurg? = Eerst was er alleen maar chaos en toen kwam Demiurg die schepte de orde. Maar na Plato kwamen er verschillende interpretaties. De ene hielden het meer bij het oorspronkelijke idee, anderen dachten dat de scheppingsdaad constant plaatsvindt, omdat de Ideeënwereld constant vertaald wordt, dus er is niet één moment waarop het plaatsvindt, maar het is tijdloos. Hoe gaat het enige dialoog dat mensen over Plato konden lezen dat over de Demiurg ging? = Goddelijke ambachtsman brengt orde aan de chaos van de reeds aanwezige materie. Er was al iets want iets kan niet ontstaan uit niets. --- Bij ordenen richt de Demiurg zich op de Ideeën. --- Hierbij moet hij zich schikken naar de beperkingen van de reeds aanwezige materie: de noodzaak. Het idee mens is eeuwig, maar een mens is niet eeuwig. Onze wereld is het samengaan van twee dingen. Ideeën en de materie. --- De kosmos als geheel is een god en wordt geleid door een ziel:een wereldziel. De wereld zelf is ook iets goddelijks. Het is een wereld vol met goden, maar wel met rangorde, want de Demiurg heeft die goden geschapen, dus die staat daar weer boven. Hoe legt Plato uit dat de vier elementen aarde, water, vuur en lucht zijn? = Hij maakt gebruik van driehoeken en vierkanten. Twee driehoeken. De mooiste driehoeken met bepaalde graden. Door Plato worden de driehoeken verdubbeld. Bij 1 krijg je dan 60,60 en 60 graden en bij driehoek 2 krijg je een vierkant. Zo krijg je bouwstenen. De Demiurg heeft het mooiste als uitgangspunt genomen en Plato vond dit het mooiste, dus moet de Demiurg dat wel als uitgangspunt hebben genomen. Tetraëder: vier elementen, staat door vuur op driedimensionale manier viervlak. Is gemaakt uit driehoek 1. Uit diezelfde driehoek kan je nog een ruimtelijk figuur maken, een achtvlak: Octaëder Lucht. En nog een twintigvlak: Icosaeder water. Van het vierkant kun je een kubus maken en dat staat voor aarde. En zo heb je de vier elementen. Voordat Plato met de leer van de driehoeken komt, heeft hij al een aanpassing gemaakt op de leer van zijn voorganger. De elementen kunnen in elkaar veranderen. Water kan verdampen, etc. Maar later heeft hij zijn theorie aangepast, want aarde is gemaakt van een ander soort driehoek, dus kunnen die oorspronkelijke daar niet in veranderen. Plato wilde er een wiskundige manier aan geven dat was het nut van die driehoeken. Deze keer was niet Socrates de spreker, maar Timaeus en hij laat hem af en toe zeggen dat hij er niet zeker van was. In grote lijnen was Plato er zeker van, maar niet helemaal. Hij dacht dat er wiskunde zat in het ontstaan van de aarde. Wat was het kritiek van Aristoteles op de leer van de driehoeken van Plato? = Als je je eigen theorie moet aanpassen door een zelf verzonnen theorie, is het niet goed. Er zou geen ruimte zijn in de Ideeënwereld, maar een idee, moet zijn wat het oorspronkelijke is, dus hoe kan er dan een kubus zijn in de ideeënwereld? Aristoteles geloofde niet in atomen en op dit punt was Plato net zoals de atomisten. Dat de wereld als geheel een bol is, is omdat een bol het mooiste ruimtelijk figuur is. Maar als ik zeg dat een piramide het mooiste figuur is, mag de kosmos dan een piramide zijn? Welke filosofen waren er 600-440? = De presocraten. Welke filosofen waren er 500-400? = De sofisten. Welke filosoof was er 550-400? = Socrates Vanaf 400 is er Platonisme. Welke stromingen volgen er dan op volgorde? = Oude Ac. Sceptische Ac. Midden-Platonisme Neoplatonisme. Hierna is de Christelijke filosofie grondig geplatoniseerd. Plato heeft het langst invloed gehouden in de oudheid.
Ingezonden op 25-10-2016 - 682x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!