Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
nog leren 2
› 1 kapitel 1 D-N (niet in der klasse)
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
nog leren 2
1 kapitel 1 D-N (niet in der klasse)
Jaar 2 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
das Wort = het woord die Aufgabe = de opdracht der Satz = de zin anschließend = aansluitend die Reihenfolge = de volgorde die Behaupting = de bewering richtig = juist falsch = onjuist ausländisch = buitenlands wichtig = belangrijk die Sprache = de taal fremd = vreemd glücklich = gelukkig kostenlos= gratis stimmen = kloppen Urlaub machen = vakantie houden verstehen = begrijpen nerven = irriteren die Geschwister = de broers en zussen dran sein = aan de beurt zijn ziemlich = tamelijk Schluss machen = stoppen nett = aardig viel Erfolg = veel succes ganz = heel ankreuzen = aankruizen bedeuten = betekenen die Bedeutung = de betekenis der Buchstabe = de letter das Beispiel = het voorbeeld unterstreichen = onderstrepen in der Nähe von = in de buurt van manchmal = soms immer = altijd in Ausland fahren = naar het buitenland gaan die Mannschaft = het team die Daumen drüchen = voor iemand duimen das Familienmitglied = het familielid spazieren = wandelen verbringen = doorbrengen das wochenende = het weekeinde meistens = meestal stundenlang = urenlang quatschen = kletsen zum beispiel = bijvoorbeeld vielleicht = wellicht im Alter = in de leeftijd sich freuen über = zich verheugen op fahrrad fahren = fietsen malen = schilderen das Klavier = de piano die Geige = de viool schüchtern = verlegen zeichnen = tekenen Bis bald! = tot binnenkort heute = vandaag insgesamt = in totaal der Kracht = de ruzie wählen = kiezen älter = ouder dürfen = mogen ungerecht = onrechtvaardig der Grund = de reden toll = leuk heimkommen = thuiskomen die Zankereien = het geruzie der Schlüssel = de sleutel das schwimmbad = het zwembad der ausflug = het uitstapje segeln = zeilen hinunterfahren = naar beneden gaan die Geschäfstreise = de zakenreis der Müll = het afval der Zettel = het briefje das Zimmer = de kamer bekommen = gekregen die Stelle = de plaats das personalpronomen = het persoonlijk voornaamwoord ergänzen = invullen fehlend = ontbreken überzetsen = vertalen das Verb = het werkwoord zu zweit = met z'n tweeën üben = oefenen mündling = mondeling fertig = klaar der Ausdruck = de uitdrukking senkrecht = verticaal das Bundesland = de deelstaat das Fragewort = het vraagwoord der Vokal = de klinker benutzen = gebruiken bis = tot das Substantiv = het zelfstandig naamwoord das Kapitel = het hoofdstuk anwenden = gebruiken die Spalte = de kolom wiederholen = herhalen der Artikel = het lidwoord die Mehrzahl = het meervoud der gegensatz = de tegenstelling
Ingezonden op 06-11-2016 - 342x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!