Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Yvonne25
› 7 Buongiorno woordenlijst hst 7 (dikgedrukt)
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Yvonne25
, deel 1
7 Buongiorno woordenlijst hst 7 (dikgedrukt)
Jaar 2 (volwassenenonderwijs)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
che cosa hai fatto? = wat heb je gedaan? sabato = zaterdag tante cose = heel veel dingen ho messo in ordine la casa = ik heb het huis opgeruimd la casa = huis ho portato = ik heb gebracht la settimana = week ho lavato = ik heb gewassen ho cucinato = ik heb gekookt ho invitato Marcello a cena = ik heb Marcello uitgenodigd voor het eten invitare = uitnodigen tra = tussen il/la collega = collega ieri = gisteren ho conosciuto = ik heb leren kennen la festa = feest mia sorella = mijn zus abbiamo ballato = we hebben gedanst abbiamo parlato un po' insieme = we hebben wat met elkaar gepraat insomma = kortom fare amicizia = vriendschap sluiten niente di importante = niets bijzonders importante = belangrijk, bijzonder sono rimasto/a = ik ben gebleven rimanere = blijven ho letto = ik heb gelezen ho ascoltato = ik heb geluisterd è venuta Mariella = Mariella is gekomen la passeggiata = wandeling insieme = samen sono andato/a = ik ben gegaan la partita = wedstrijd chi ha vinto? = wie heeft er gewonnen? simpatico = sympathiek sono stato/a ad un concerto = ik ben naar een concert geweest ho scritto una lettera = ik heb een brief geschreven scrivere = schrijven quando è successo? = wanneer is het gebeurd? quando? = wanneer? succedere = gebeuren nel 1903 = in 1903 diventare = worden ha ricevuto = ze heeft ontvangen è caduto = hij/zij is gevallen è nata= ze is geboren nascere = geboren worden, ontstaan c'è stato/a = er is geweest visitare = bezoeken la mostra = tentoonstelling il partito = partij le elezioni = verkiezingen lo scrittore= schrijver la scrittrice = schrijfster ha avuto un grande successo = ze heeft veel succes gehad il successo = succes il libro = boek aspettare = wachten chi aspetti? = op wie wacht je? il mio cane = mijn hond io ho 5 anni = ik ben 5 jaar l'anno = jaar quanti anni hai? = hoe oud ben je? quanto? = hoeveel? il tuo compleanno = jouw verjaardag il 25 ottobre = 25 oktober vengo alla tua festa = ik kom op je feest gennaio, febbraio = januari, februari marzo, aprile = maart, april maggio, giugno = mei, juni luglio, agosto = juli, augustus settembre, ottobre = september, oktober novembre, dicembre = november, december il Suo compleanno = uw verjaardag incontrare qualcuno = iemand ontmoeten tornare = terugkomen un paio di giorni = een paar dagen venire a trovare qualcuno = iemand komen opzoeken la sua familia = zijn/haar familie lasciare = verlaten l'università = universiteit lei vuole = zij wil il suo ragazzo = haar vriend(je) la segretaria = secretaresse vivere da solo = op zichzelf wonen che lavoro fanno? = wat voor werk doen ze? faccio l'idraulico = ik ben loodgieter lavorare in proprio = zelfstandig ondernemer zijn indipendente = onafhankelijk guadagno bene = ik verdien goed guadagnare = verdienen viaggio molto = ik reis veel viaggiare = reizen nuovo = nieuw che = dat, wat disoccupato = werkloos difficile = moeilijk forse = misschien cambiare città = verhuizen naar een andere stad cambiare = veranderen il programmatore = programmeur il commesso= verkoper la commessa = verkoopster il disco = plaat la possibilità = mogelijkheid due anni fa = twee jaar geleden proprio = echt, werkelijk contento = blij la fattoria = boerderij produciamo = we produceren il prodotto = product l'ospedale = ziekenhuis l'infermiera = verpleegster faticoso = vermoeiend mi piace aiutare gli altri = ik vind het leuk om andere mensen te helpen l'impiegato =medewerker l'impiegata = medewerkster interessante = interessant il tempo libero = vrije tijd abbastanza = genoeg, tamelijk veel essere contento di = tevreden zijn met lo stipendio = salaris la paura = angst perdere = verliezen l'amore = liefde l'operaio = arbeider felice = gelukkig essere innamorato di qualcuno = verliefd zijn op iemand è possibile = het is mogelijk noioso = saai la visita guidata = rondleiding l'opera = opera il balletto = ballet raccontare = vertellen è difficile trovare lavoro = het is moeilijk om werk te vinden è bello avere un lavoro interessante = het is mooi om een interessante baan te hebben
Ingezonden op 10-11-2016 - 1203x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
08-05-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!