Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Disco, deel 2

1516171819 H15 t/m H20 alle woordjes

Jaar 3 (Gymnasium)

vulnerare = (ver)wonden
homo; homines = (mens)(man)
mortuus = gestorven
populus = volk
vulnus; vulnera = wond
inquit = hij/zij zegt/zei
novi = pf van noscere: (leren) kennen
bonus = goed
opes (mv, groep 3) = rijkdom, macht
putare = denken, menen
regnare = koning zijn
nondum = nog niet
serva = slavin
facere (/io) = maken {tot + dubb. acc.}
senator, senatores (mnl) = senator
Romanus = Romein(s)
ius, iura (onz) = (het) recht
iure = met recht, terecht
deieci = pf van deicere: naar beneden gooien
consedi = pf van considere: gaan zitten
vis (vrl acc.) vim; (abl) vi = geweld
salutare = (be)groeten {als + dubb. acc.}
se recipere (/io) = zich terugtrekken
miles, milites (mnl) = soldaat
hic, haec, hoc = deze, dit
si = als, indien
pugnare = vechten
ops, opem = hulp
timui = pf van timere: bang zijn
dedecus, dedecora = schande
addidi = pf van addere: toevoegen
nisi = als niet
tuus = jouw
nudus = naakt
deprehendi = pf van deprehendere: betrappen, grijpen
interfeci = pf van interficere: doden
antus = zo groot
perferre = verdragen
dedidi = pf van se dedere: zich overgeven
vici = pf van vincere: overwinnen
victor, ores = overwinnaar
victoria = overwinning
alienus = vreemd
violare = schenden, verkrachten
iste, ista, istud = die, dat
animus = 1. hart, moed 2. geest
abesse = afwezig zijn
affirmare = verzekeren
peccare = zondigen
ille, illa, illud = die, dat; hij, zij, het
exemplum = voorbeeld
cor, corda = hart
-que = en..
extraxi = pf van extrahere: trekken uit
sanguis, sanguinem = bloed
scelestus = misdadig, schurkachtig
tradidi = pf van tradere: overhandingen, overleveren
suus = zijn, haar, hun
cupido, cupidines = verlangen
consul, consules = consul
periculum = gevaar
salus, salutes = heil, redding
praeponere = verkiezen {boven + acc.}
tempus, tempora = tijd
adesse = aanwezig zijn
convertere = richten {ad + acc. = op}
prodere = verraden
liberare = bevrijden
processi = pf van procedere: naar voren gaan
supplicium = (dood)straf
verberare = afranselen
dissimulare = verbergen
castra = (leger)kamp
circum = rond(om)
celer, celeris = snel
civis, cives = burger
vocare = 1. roepen 2. noemen
occidere = doden
securus = onbezorgd
audax, audaces = 1. dapper 2. roekeloos
ferox, feroces = moedig
temptare = 1. proberen 2. testen
crudelis = wreed
fortitudo, fortitinem = dapperheid
ignis, ignes = vuur
dexter, dext(e)ra, dext(e)rum = rechter-, rechts
virtus, virtutes = moed
commotus = bewogen, ontroerd
remisi = pf van remittere: terugsturen
omnis = elk, ieder, geheel
omnes = alle(n)
fortis = dapper
laudare = prijzen
appellare = noemen
acer, acris, acre = fel, scherp
opem ferre = hulp brengen
constitui = pf van constituere: besluiten
accurri = pf van accurrere: komen aanrennen
tergum = rug
invasi = pf van invadere: aanvallen
oppidum = (vesting)stad(je)
erupi = pf van erumpere: uitbreken
urgere = in het nauw brengen
metuere = vrezen
patere = openstaan
pauci = enkele, weinige
irrupi = pf van irrumpere: binnendringen
lignum = (stuk) hout
singuli = stuk voor stuk
incendi = pf van incendere: aansteken
auxi = pf van augere: vergroten, vermeerderen
animus = hart, geest
expugnare = veroveren
ferre = 1. brengen, dragen 2. verdragen
mulier = vrouw
eo = daar(heen)
ingens = heel groot
agmen = stoet
recusare = weigeren
tremere = trillen
priusquam = voordat
utrum...an = of .. of
vastare = verwoesten
genui = pf van gignere: baren, voortbrengen
alui = pf van alere: voeden
intra = binnen
dimisi = pf van dimittere: weg laten gaan
castra movere = het kamp verplaatsen/opbreken
legio = legioen
abduxi = pf van abducere: wegvoeren
ager = akker(land)
paulo = een beetje
post = 1. Later 2. na, achter
accendi = pf van accendere: aansteken
adimere = ontnemen
afferre = brengen naar
angustus = nauw
arduus = steil
argentum = zilver
caput = hoofd
cecidi = pf van caedere: neerslaan, in de pan hakken
circa = rond(om)
concilium = vergadering
condicio = toestand
conferre = bij elkaar brengen
deesse = ontbreken aan
defendere = verdedigen
dies = dag
eques = ruiter
evadere = ontsnappen
exercitus = leger
exire = weggaan
fides = 1. trouw 2. erewoord
hasta = lans
hospes = gast(vriend)
equitatus = ruiterij
ieci = pf van iacere/io: gooien, werpen
insignis = opvallend
lacus = (een) meer
milia = duizend(tallen)
nullus = geen
palus = moeras
pavor = (doods)angst
pax = vrede
posterus = volgend(e)
primores = de eersten/voornaamsten
primum = eerst
privatus = privé-
publicus = staats-
ruina = ruïne
servare = redden, bewaren
transfixi = pf van transfigere: doorboren
tumultus = tumult
turris = toren (op een muur)
vinculum = boei

Ingezonden op 20-04-2009 - 1885x bekeken.
Waardering 10 (aantal stemmen: 4)

voting system
1
2
3
4
5

Aha, dus niet perfect? Aanpassen ja!

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Disco, deel 2

1516171819 H15 t/m H20 alle woordjes