Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Op nieuw niveau

0 taalschat alle opdrachten blok 1 t/m 6

Jaar 3 (vwo)

Blok 1
7.
Authentieke = echte, oorspronkelijke
Bagatel = kleinigheid
Biodiversiteit = verscheidenheid aan plant- en diersoorten
Concesies doen = toegeven
Contemporaine = eigentijdse
Dissidenten = andersdenkenden
Expertiserapport = rapport voor deskundigen (experts)
Hypothese = stelling die men als waarheid aanneemt
Initialen = beginletters
Malversaties = verduistering van gelden
Meewarig = vriendelijk - medeleidend
Nacalculatie = kostenberekening achteraf
Prognose = voorspelling
Sceptisch = vol twijfel omdat men er niet in gelooft
Triviale = alledaagse, niets inhoudende

8.
Accuraat = nauwkeurig, nauwgezet
Adhesie = instemming
Alibi = bewijs dat je tijdens het misdrijf niet op de plaats van het misdrijf aanwezig was.
Audiëntie = plechtig gehoor
Corrupte = omkoopbare, onbetrouwbare
Declameren = voordragen
Decoratieve = versierende
Defileren = voorbijmarcheren
Degenereren = ontaarden
Dependance = bijgebouw
Blok 2
6.
censuur = toezicht; controle op de inhoud
concept = ontwerp; een eerste versie
context = samenhang
excessief = buitensporig
geënsceneerd = in scène gezet
feedback = terugkoppeling; herhaalde uitleg van de theorie
generaliseren = veralgemeniseren; uit één geval iets algemeens afleiden
postuum = na hun dood
interpunctie = het gebruik van leestekens
introvert = in zichzelf gekeerd; gesloten
non-verbaal = niet met woorden maar door gebaren, blikken, enz; niet met woorden, maar met gebaren, blikken, enz
onorthodox = afwijkend
sekseneutrale = niet aangevend of het een man of een vrouw betreft
stigmatiseren = brandmerken
virtueel = niet werkelijk, slechts schijnbaar
sarcofaag = stenen doodskist
memoreren = gedenken; herdenken
idyllisch = lieflijk; landelijk
hallucinaties = waanvoorstellingen
ovatie = applaus; toejuichingen
gerenommeerd = befaamd; bekend
panorama = vergezicht
souffleren = influisteren; voorzeggen
pagode = oosterse tempel
referendum = volksstemming
blok 3
achenebbisj = sjofel; armoedig
acute = plotselinge
altruisme = onbaatzuchtigheid
autonomie = zelfbestuur
conscientieus = nauwgezet; heel zorgvuldig
entourage = omgeving
gefixeerd = helemaal gericht op; in de ban van
gefrustreerd = zeer teleurgesteld
glamour = vol schone schijn; mooier lijkend dan het is
maskeerde = verborg
referentiekader = de gewoonten en regels waar je van uit gaat; je normen en waarden
specifiek = kenmerkend; typerend
strubbelingen = verzet; tegenwerking
Structureel = blijvend; niet eenmalig
suïcide = zelfmoord
billboard = groot reclamebord
bypass = omleiding van een verstopte ader
glossy = mooi, op glanzend papier gedrukt
hint = aanwijzing
hype = zaak die sterk overdreven wordt
impact = uitwerking; gevolgen
intakegesprek = gesprek dat bepaalt of iemand wel of niet opgenomen wordt
overkill = Teveel
second opinion = de mening van een andere arts; de mening (diagnose) van een andere arts
whiplash = blijvende nekpijn en duizeligheid door bijvoorbeeld een botsing
9.
Al kreeg ik geld mee! = Dat doe ik beslist niet!
Dat is geen geld = Dat is erg goedkoop als je ziet wat je ervoor krijgt
Geld ruiken = Mogelijkheden zien om er geld aan te verdienen
Geld stinkt niet = Alle manieren om aan geld te komen zijn toegestaan
Het geld brandt hem in de zak = Hij geeft zijn geld graag en gemakkelijk uit
Voor het zelfde geld = Net zo goed
Het geld regeert de wereld = geld heeft grote invloed
Het geld dat stom is, maakt recht wat krom is = Met geld kun je onrecht of slechte eigenschappen verbergen
Plastic geld = Pasjes of kaarten waarmee je kunt betalen of geld opnemen
oud geld = iemand uit een familie die al heel lang rijk is
blok 4
ambivalente = tegenstijdige
consternatie = opschudding
documentaire = informaitieve film over een onderwerp uit de werkelijkheid
domineert = steekt boven alles uit
genocide = uitmoorden van een volk of ras
is gerehabiliteerd = heeft zijn goede naam teruggekregen
holocaust = massa vernietiging joden WO 2
ideologische propaganda = reclame voor zijn denkbeelden
marginaal = niet erg belangrijk;gering
onethisch = niet fatsoenlijk onzedelijk
opponent = tegenstander
polariseren = tegenstellingen aanwakkeren
precaire = onzekere
principiële = uit vaste overtuiging
van recente datum = onlangs verschenen
als een kip = zonder kop
een klink = in de kabel
een sprong = in de lucht
een doekje = voor het bloeden
een slag = in het duister
als een donderslag = bij heldere hemel
de man = in de straat
een appeltje = voor de dorst
een slag = om de arm
een blok = aan het been
blok 5
alertheid = oplettendheid
anesthesist = verdovingsarts
onder auspiciën van = onder toezicht van
constitutie = toestand van je lichaam
curieus = merkwaardig
etnische minderheden = minderheden waarvan de leden oorspronkelijk in een ander land woonden
flatteuze = iemand goed doen uitkomende
petitie = verzoekschrift waarin om maatregelen wordt verzocht
pesticiden = middelen tegen onkruid en plantenziekten
prototype = iemand die ergens alle kenmerken van bezit
quotum = toegestane hoeveelheid
rituelen = aantal vaste opeenvolgende handelingen
scouting = opsporen van talent
vicieuze cirkel = toestand waarbij je steeds weer bij hetzelfde uitkomt
vivisectie = onderzoek op levende dieren
Antibioticum = geneesmiddel tegen infectieziekten
Autobiografie = beschrijving van het eigen leven
Contragewicht = tegengewicht
Monopolie = alleenrecht
Telebankieren = bankzaken afhandelen via de computer
Theocratie =regeringsvorm met God als centraal punt 
Claustrofobie = angst voor dichte ruimten 
Francofoon = franstalig
Tachograaf = apparaat in vrachtwagens om de snelheid en de afgelegde afstand te meten 
hygroscoop = apparaat om de luchtvochtigheidsgraad van de lucht te meten 
blok 6
categoriaal = zelfstandig, geen deel uitmakend van een scholengemeenschap
dédain = minachting
disproportioneel = onevenredig, ongelijk
distinctie = (het) zich onderscheiden door houding en beschaafdheid
dogma = overtuiging waar niet over te discussiëren valt
extramurale = buiten (de muren van) het ziekenhuis
gemene = het gewone volk
hiërarchie = rangorde
prestige = iets wat aanzien heeft
progressief = oplopend
rigoureuze = vergaande, erg grondige
segregatie = afzondering van bevolkingsgroepen in een land met gemengde bevolking
stagnatie = stilstand
preventief = (ziekte) voorkomend
reputatie = goede naam
absolutist = ik ben de baas en niemand anders
activist = op de barricaden
alpinist = geef mij de zwitserse bergen maar
animist = alle dingen hebben een ziel
fatalist = je kunt het noodlot echt niet ontlopen
germanist = het duits vind ik zo'n mooie taal
masochist = ik houd ervan mezelf te kwellen
perfectionist = het kan altijd beter
recidivist = daar ben ik weer, meneer de rechter
seksist = vrouwen kunnen niet autorijden

Ingezonden op 23-04-2009 - 8471x bekeken.
Waardering 9.6 (aantal stemmen: 22)

voting system
1
2
3
4
5

alles overgetypt in 1 lijst, makkelijker om te leren ( aa )

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Op nieuw niveau

0 taalschat alle opdrachten blok 1 t/m 6