Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Sorghvliet klas 4 periode 1, deel 2

2 woorden frans periode 2

Jaar 4 (Gymnasium)

printen = imprimer
de printer = l’imprimante (f)
de loopgraaf = la tranchée
ontsnappen = échapper
de regisseur (van een film) = le réalisateur
het overlijden = le décès
vanaf 10-jarige leeftijd = dès l’âge de dix ans
10 jaar eerder = dix ans auparavant
de oorlog = la guerre
een schoolkrant = un journal lycéen/collégien
zomaar iets = n’importe quoi
zomaar iemand = n’importe qui
vrijheid van meningsuiting = le droit d’expression
het recht = le droit
de plicht = le devoir
de regel = la règle
de wet = la loi
beschermen = protéger
de waardigheid = la dignité
de vrijheid = la liberté
hetgeen verboden is = ce qui est interdit
zoals = tel(le) que
de moord = le meurtre
de belediging = l’injure (v)
het staatshoofd = le chef d’état
de kunstenaar = l’artiste
het beeldhouwwerk = la sculpture
de beweging/stroming = le mouvement
het standbeeld = la statue
uit een ….. familie komen = être issue d’une famille …..
Hij komt uit een adelijke familie = Il est issue d’une famille aristocrate
het werk = le travail
de oprichter = le fondateur
de eeuw = le siècle
de schilderkunst = la peinture
de beeldhouwer = le sculpteur
het (kunst)werk = l’ouvrage (m)
onderdeel uitmaken van = faire partie de
een vriendje/ vriendinnetje = un(e) petit(e) ami(e)
onderwijzen = enseigner (regelmatig ww –er)
een bedrijf/onderneming = une entreprise
zijn/haar eigen bedrijf = sa propre entreprise
een schilder = un(e) peintre
een arts = un médecin
een advocaat = un avocat
hij is advocaat = il est avocat
de echtgenoot/-genote = l’époux/ l’épouse
het profiel = la filière
het Franse eindexamen = le BAC
het toelatingsexamen = le concours
voorbereidend jaar op universiteit =les classes préparatoires
soort gymnasium onder de universiteiten =L’École Polytechnique
dienstmeisjeskamer = la chambre de bonne
de burger = le citoyen
naam Franse volkslied = la Marseillaise
hij heeft het me uitgeleend = il me l’a prêté
uitlenen = prêter (regelmatig ww –er)
kan/mag ik je pen lenen? = je peux emprunter ton stylo
lenen (van iemand) = emprunter
ik kan niet meer zonder = je ne peux pas m’en passer
het scherm = l’écran
berichten sturen = envoyer des messages
een verjaardagscadeau = un cadeau d’anniversaire
licht = léger- légère (bijv. naamwoord)
zwaar = lourd-lourde
tweedehands = occasion
brengen = apporter
meenemen = emporter
de vlooienmarkt = le marché aux puces
het is een voorwerp dat dient om = c’est un objet qui sert à
een laptop = un ordinateur portable
een fototoestel = un appareil photo
een maintainbike = un VTT
1. het mes = le couteau
2. de vork = la fourchette
3. de lepel = la cuillère
4. het geluk = le bonheur
5. het geluk (in de zin van kans)= la chance
6. succes = bonne chance
7. de deken = la couverture
8. het bed = le lit
9. de boekenplank = l’étagère (v)

Ingezonden op 17-11-2016 - 446x bekeken.
Laatst bijgewerkt: 08-12-2016.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

Sorghvliet klas 4 periode 1, deel 2

2 woorden frans periode 2