Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
woordjeslijst hendri
› 1 SO Livius
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
woordjeslijst hendri
, deel 1
1 SO Livius
Jaar 5 (Gymnasium)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
ut fit = zoals gebeurt regius = koninklijk regii iuvenes = prinsen otium = vrije tijd incidere = snijden incidit mentio de +abl = het gesprek komt op quisque = eenieder scire = weten praestare = excelleren; overtreffen equus = paard ingenium = kwaliteit; deugd adventus -us = komst tempus terere = tijd wegslijten; tijd doorbrengen inveniunt = ontdekken; aantreffen vis = kracht; geweld castitas = kuisheid ire = gaan redire = teruggaan cum…tum = zowel… als paucus = weinig insciut = onwetend sinistra = linkerhand dextra = rechterhand ferrum = ijzer; zwaard versare = wentelen; beïnvloeden metus = vrees decus = eer; waardigheid dedecus = schande ponere {ppp: positus} = plaatsen profectus = vertrokken maestus = droevig ferox = woest; beestachtig fateri = bekennen; spreken res = zaak; ding prex, precis = smeekbede pudicitia = deugd; kuisheid convenire = samenkomen; ontmoeten vestigium = spoor inde = daarvandaan; toen vadere = gaan cedere = wijken; terugtrekken tutus = veilig praesidium = bescherming; wachtpost obicere = ervoor gooien; ertussen gooien fides = geloof; trouw; belofte impetus {IV} = aanval; aandrang perficere = afmaken; voltooien obsidio = belegering indignus = schandelijk; onwaardig crimen = aanklacht auctor = aanstichter ferre = dragen tulisse = dragen {perf.} latus = dragen {ppp} transfuga = overloper sopitus = diep in slaap abdere = verbergen telum = projectiel; speer; pijl gradus = stap; pas pons = brug acies = punt; slaglinie proelium = strijd simul… que = zowel… als conterrere = hevig verschrikken minax = dreigend expromere = vertellen iacere = gooien; uiten audere = durven; wagen ignis = vuur hostilis = vijandig inicere +abl. = erin leggen; erin houden abire = vertrekken ius = recht iurare = zweren infensus = vijandig; agressief turba = {onrustige} menigte cruentus = druipend van bloed animum gerere = het plan hebben accingi in +acc. = zich aangorden voor; zich voorbereiden op facinus = daad; misdaad forte = toevallig temere = toevallig; zomaar sciscitari = navraag doen stipendium = soldij dimicare = strijden legatus = bode necessitas = noodzaak restituere = herstellen nequivi = niet kunnen videri = lijken; schijnen ultor = wreker castra = legerkamp moriri = sterven stringere = trekken {wapen} violare = schenden nocere = schaden; schuldig zijn adulter = echtbreker satin salve? = Gaat het wel goed? delictum = vergrijp lectus = bed cognomen = bijnaam
Ingezonden op 23-11-2016 - 412x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!