Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
oefeningen van Wiecher Dalsem
› 3 verkeer, vervoer, reizen, vakantie (1)
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
oefeningen van Wiecher Dalsem
, deel 5
3 verkeer, vervoer, reizen, vakantie (1)
Jaar 4 (mavo/havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
de kaart = die Karte(n) de stadsplattegrond = der Stadtplan het centrum = die Innenstadt hier ergens = hier irgendwo Ik ben hier onbekend. = Ich bin fremd hier. Ik zoek .. = Ich suche … laten zien = zeigen (er zeigte - hat gezeigt) rijden, varen = fahren (er fuhr - er ist gefahren) afslaan = abbiegen de hoek = die Ecke(n) de bocht = die Kurve(n) de brug = die Brücke(n) de volgende straat rechts = die nächste Straße rechts bij het stoplicht = an der Ampel rechtdoor = geradeaus Gaat u bij de kruising rechtdoor = Fahren Sie über die Kreuzung oversteken = überqueren heen - terug = hin - zurück Daar is het. = Da ist es. Ik ben verdwaald. = Ich habe mich verirrt. de verkeerde kant op rijden = in die falsche Richtung fahren het verkeer = der Verkehr de snelweg = die Autobahn(en) eenrichtingverkeer = die Einbahnstraße(n) de afrit = die Ausfahrt te voet = zu Fuß het trottoir = der Gehsteig de bus nemen = den Bus nehmen voor - achter = vor - hinter in de buurt van = in der Nähe von de auto = das Auto(s) parkeren = parken de parkeergarage = das Parkhaus- Parkhäuser. de trein = der Zug- Züge de spoorwegen = die Bahn het kaartje = die Fahrkarte(n) enkeltje = einfache Fahrt retour = hin und zurück met de trein rijden = mit dem Zug fahren het station = der Bahnhof de trein stopt in Berlijn = der Zug hält in Berlin spoor 8 = Gleis 8 de vertraging = die Verspätung de file = der Stau(s) het ongeluk = der Unfall- Unfälle de wegomleiding = die Umleitung(en) de reis = die Reise(n) een uitstapje maken = einen Ausflug machen de wandeltocht = die Wanderung een wandeling = der Spaziergang de rotonde = der Kreisverkehr De eerste straat links, de tweede rechts. = Die erste Straße links, die zweite rechts. Dan bent u er. = Dann sind Sie da.
Ingezonden op 27-11-2016 - 407x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!