Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Woordenlijst Duits Universiteit Leiden
› 78 examen idioom hoofdstuk 7 en 8
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Woordenlijst Duits Universiteit Leiden
, deel I
78 examen idioom hoofdstuk 7 en 8
Jaar 6 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
die Beförderung = het vervoer der Gebrauchtwagen = de tweedehands auto die Autobahngebühr = de tol voor het gebruik van de snelweg die Maut = de tol zählflüssig = langzaam rijdend die Baustelle = de wegwerkzaamheden die Straßensperre = de wegversperring sich einordnen = invoegen beschleunigen = versnellen prallen = botsen die Panne = de autopech die Eisenbahn = het spoor die Höchstgeschwindigkeit = de maximumsnelheid der Fahrplan = de dienstregeling der Fernzug = de internationale trein bequem = comfortabel frequentieren = druk bezoeken die Schiene = de rail die Schranke = de slagboom die Bestimmung = de bepaling die Strecke = de afstand zurücklegen = afleggen der Anflug = de naderingsvlucht der Absturz = het neerstorten der Reiseveranstalter = de reisorganisatie das Fremdenverkehrsamt = het VVV-kantoor pauschal = all-inclusive der Reiseführer = de reisgids der Aufbruch = het vertrek antreten = aanvaarden verbringen = doorbrengen der Aufenthaltsort = de verblijfplaats entlegen = afgelegen das Kaff = het gat die Sehenswürdigkeit = de bezienswaardigheid ausspannen = uitrusten verstellen = versperren die Dienstleistung = de dienstverlening der Ballungsraum = het dichtbevolkte gebied der Verkehrssünder = de verkeersovertreder veranstalten = organiseren wahren = verdedigen bewältigen = verwerken bezichtigen = beschuldigen verabreichen = toedienen verschwenden = verspillen anordnen = rangschikken veranlassen = ervoor zorgen die Abhilfe = de oplossing die Tätigkeit = de bezigheid vorwegnehmen = vooruitlopen op vorweisen = laten zien einstufen = indelen verzichten auf = afzien van sich abfinden mit = zich schikken in auslösen = veroorzaken wiederherstellen = herstellen aufbegehren = in opstand komen verringern = verminderen prägen = stempelen ausstatten = uitrusten beanspruchen = in beslag nemen die Nachahmung = de nabootsing vortäuschen = veinzen sich verstellen = doen alsof vorenthalten = achterhouden einschüchtern = intimideren nötigen = noodzaken entrümpeln = opruimen vertuschen = verdoezelen anprangern = aan de kaak stellen innehalten = onderbreken ergattern = op de kop tikken bescheinigen = schriftelijk bevestigen einräumen = toestaan erledigen = afhandelen beipflichten = gelijk geven anlasten = aanwrijven entziehen = ontnemen begehen = vieren
Ingezonden op 30-11-2016 - 925x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!