Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Lingua Latina

10 &11 (made by S)

tragoedia = tragedie; treurspel
profecto = werkelijk; inderdaad
magnus = groot; belangrijk
sumere = nemen
pf sumere = sumpsi
materia = materiaal; onderwerp
superbia = hoogmoed; trots
postquam = nadat
copia = voorraad; overvloed
copiae = troepen
vincere = overwinnen; verslaan
pf vincere = vici
triumphus = triomftocht
ubi = waar; zodra; toen
plebs = volk; lagere volk
movere = bewegen; beïnvloeden; ontroeren; opwekken
pf movere = movi
patria = vaderland
relinquere = verlaten; achterlaten
pf relinquere = reliqui
adiuvare = helpen
pf adiuvare = adiuvi
bellum = oorlog
parare = voorbereiden; gereedmaken
satis = genoeg; voldoende
accusare = aanklagen; beschuldigen
prodere = verraden
pf prodere = prodidi
circumdare = omgeven; omsingelen
pf circumdare = circumdedi
fingere = vormen; bedenken
pf fingere = finxi
legio = legioen
pellere = verdrijven; verslaan
pf pellere = pepuli
miles = soldaat; militair
caedere = neerslaan; doden
pf caedere = cecidi
discere = leren
pf discere = didici
comprehendere = begrijpen; grijpen
pf comprehendere = comprehendi
etiamsi = ook al
ad = naar; tot; tegen
vituperare = afkeuren; kritiek leveren; bekritiseren
privatus = persoonlijk; eigen
comparare = bijeenbrengen; op de been brengen
aeternus = eeuwig
imminere = bedreigen; dreigen
nos = wij
paulum = korte tijd; even
Caesar = Caesar
dictator = dictator
insidiae = hinderlaag; aanslag
occidere = doden; doodslaan
pf occidere = occidi
fere = bijna; ongeveer
Graecia = Griekenland
se = zich
heres = erfgenaam
inimicus = vijand; vijandig
seditio = opstand; oproer
donec = totdat
sibi = zich
conciliare = tot stand brengen
conciliare sibi = voor zich winnen
notus = bekend
vos = jullie
ceteri = overige; rest
regina = koningin
provincia = provincie
imperium = macht; heerschappij; rijk
concedere = toestaan; afstaan; geven
pf concedere = concessi
ut = hoe; zoals; als; zodra
vivere = leven
pf vivere = vixi
pax = vrede
diuturnus = langdurig
honor = eer; eerbewijs
tribuere = verlenen; geven
pf tribuere = tribui
nominare = noemen; benoemen
ara = altaar
vovere = beloven; wijden
licet mihi = ik mag
inter = tussen; onder; temidden van; tijdens
perturbare = in verwarring brengen
audacia = moed; overmoed; brutaliteit

Ingezonden op 12-05-2009 - 1284x bekeken.
Waardering 7 (aantal stemmen: 6)

voting system
1
2
3
4
5

lkkr kopien

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

Lingua Latina

10 &11 (made by S)