Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Mijn eigen lijstenverzameling
› 2 Paragraaf 1
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Mijn eigen lijstenverzameling
2 Paragraaf 1
Jaar 5 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
allereerst = first of all begeleiden = counsel begeleiding = guidance bescheiden = modest blaar = blister cijfers = rates citroensap = lemon juice de moeite waard = worthwhile geldig = valid gewaagd = hazardous huisarts = General practitioner; GP in staat stellen = enable kopen = purchase lichamelijk = physical omstandigheden = conditions onder ogen zien = face onderdeel = component oorverdovend = deafening opleveren = yield overslaan = skip praktijkgericht = hands-on rekening = account te zwaar = overweight tenzij= unless terughoudend = reserved toeval = coincidence trouwens = as a matter of fact tussen twee haakjes = by the way van vandaag = present-day vanwege = due to verafschuwen = detest verminderen = lessen veroorzaken = trigger vindingrijk = resourceful voorlopig = for the time being wat betreft = regarding zeldzaam= scarce zich ontwikkelen = progress zich verzetten tegen = resist zogenaamd = so-called animosity =vijandigheid backing =steun bedrock =basis blotch =vlek cargo=vracht detect =waarnemen digit =cijfer dwindled =afnemen estimate=schatten head for =afsteven op hull=romp hurdle=hindernis immortalize =vereeuwigen maritime =kust oddity =vreemd iemand pass away =doodgaan peerless =onovertroffen perseverance =doorzettingsvermogen persevere = volhouden persistence =volharding prodigy =wonderkind reside =verblijven sibling = broer zus unpredictable = onvoorspelbaar weather depression =lagedrukgebied afgelegen = remote afstandsbediening = remote apparaat = appliance; device attent = considerate beledigend = offensive beschikbaar = available bevlieging = whim bevooroordeeld = prejudiced door middel van = by means of geruststellend = reassuring geschokt = devastated goedkomen = turn out fine handhaven, in stand houden = maintain huidig, actueel = current in aanmerking komen voor = to qualify for kwalijk nemen = resent meedogenloos = ruthless normen en waarden = norms and values nuchter, praktisch = down-to-earth ontelbaar = countless ontwikkelingsland = developing country onverschillig = indifferent opladen = recharge opslaan = store produceren = manufacture schuurtje = shed sloppenwijk = shantytown soepel, zonder problemen = smoothly uiteindelijk = eventually vakantieoord = resort verlegen = timid vernieuwing = innovation verstandig = sensible verwaand = conceited woedend = furious zeeppompje = soap dispenser (zelf)vertrouwen = confidence to aid = steunen; helpen arthritis = reuma; gewrichtsontsteking bilateral = betreffende twee landen to circumvent = ontduiken contaminated = besmet; vervuild cosmopolitan = wereld- crops = gewassen to cultivate = kweken; telen developmental aid/help = ontwikkelingshulp to enhance = versterken; verbeteren to evaporate = verdampen impoverished = verarmd; verpauperd ingenuity = vindingrijkheid; vernuft innovator = vernieuwer ostensibly = klaarblijkelijk perishable = beperkt houdbaar PhD = doktersgraad provision = voorwaarde scrap = schroot; oud ijzer shortlisted = genomineerde solar-powered = op zonne-energie to squeeze = uitknijpen sustainable = duurzaam to terminate = beëindigen; stopzetten treaty = verdrag wearing = vermoeiend achten, beschouwen als = consider achtervolgen = haunt afgestudeerde = graduate alleen al de = the sheer bemoeienis = interference bezuinigingen = cuts bijleggen, een eind maken aan = settle collegegeld = tuition fees concurrentie = competition deskundige = professional d.w.z./dat wil zeggen = i.e./that is daar komt nog bij = on top of that enigzins = somewhat financiering = funding gebrek aan = lack of gelden voor = apply to (financiële) middelen = resources geloofwaardigheid = credibility geneigd zijn = tend helaas = unfortunately het heeft geen zin = it's no use het hoofd bieden aan = cope with het valt niet te ontkennen = there's no denying iemand aan zijn lot overlaten = to leave someone to his own devices immers = after all informeren over, meedelen = inform of invloedrijk = influential kortom = in short merk = brand met betrekking tot = with regard to ondernemer = entrepreneur ontmoedigend = daunting opvallend = striking particuliere eigenaar = private owner schatten = estimate stichter, oprichter = founder (studie)beurs = grant; scholarship toegankelijk = accessible toestaan = grant uitdaging = challenge universitair diploma, graad = degree vast = steady verdienste = merit verleiding = temptation vernieuwend = innovative voortijdig verlaten = drop out voortijdige schoolverlater = dropout vooruitgang maken = make progress weinig (+ enkelvoud) = little weinig (+ meervoud) = few wél = do zich inschrijven = sign up zowel ... als = as well as; both ... and account for = een verklaring geven voor; zich verantwoorden voor affluent = rijk; welvarend aggravate = verergeren alienate = vervreemden collaborate = samenwerken corporate = bedrijfs- corporation = grote onderneming deficit = tekort denounce = veroordelen deteriorate = verslechteren exhaustive = volledig exploitative = uitbuitend hindsight = wijsheid achteraf lecture theatre = collegezaal malignant = schadelijk pre-requisite = vereiste; voorwaarde preside over = voorzitter zijn van pursue = trachten te bereiken; ambiëren reconsider = heroverwegen reform = hervorming scrutiny = nauwgezet onderzoek tightened = verscherpt value = waarderen welfare state = verzorgingsstaat wrestle = worstelen aan sport doen = play a sport aandacht besteden aan = pay attention to bekijken = view betrokkenheid, grote inzet = commitment betrokken zijn bij = be involved in betrouwbaar = reliable buitengewoon = exceptionally controleren (langere tijd) = monitor deelnemer = contestant door het land = across the country finish, streep = line gehandicapten = disabled geur, parfum = fragrance handicap = disability heldhaftig = heroic in toenemende mate, steeds meer = increasingly inzicht in = insight into kunst-, niet echt = artificial levensstandaard = standard of living leveren, verschaffen = supply met name = notably met tegenzin = reluctantly naast = alongside nood- = emergency omwille van = for the sake of ondeugend = mischievous ongeveer, bij benadering = approximately ontwijken = evade renbaan = track strijden, wedijveren = compete valsspelen, bedrog plegen = cheat verdedigbaar = justifiable voordeel van de twijfel = benefit of the doubt appeal to = in beroep gaan bij assert = beweren; verklaren bend = bocht bias = vooroordeel cast = gieten chunk = brokje; stukje consensus = overeenstemming contend = wedijveren; strijden controversial = omstreden deem = beschouwen als; achten defection = (geval van) overlopen delirious = uitzinnig erudite = geleerde; met uitgebreide kennis feasible = uitvoerbaar; haalbaar implication = gevolg ineligible = onverkiesbaar intractable = onhandelbaar; eigenzinnig lean = mager modify = wijzigen nutrition = voeding overturn = ongedaan maken refute = weerleggen slice = in plakken snijden sneak a look = heimelijk kijken straight = rechte stuk stunning = ongelooflijk aanklagen = sue afwijzen = reject Bij voorbaat dank. = Thanks in advance. borgtocht = bail dringend verzoeken = urge gerechtelijke vervolging = prosecution gewetensbezwaarde gevangene = prisoner of conscience het recht hebben op = be entitled to (iemand) beroven van (iets) = rob of in beslag nemen = confiscate inbegrepen = including lever = liver martelen = torture mensheid = humanity nier = kidney onthullen = reveal opname = recording overtreden; schenden = violate plaatsvinden; zich voordoen = occur proces = trial rechtvaardiging = justification schending van mensenrechten = violation of human rights schuldig bevinden = convict uitoefenen = exercise vanaf nu = from now on verdachte = defendant veroordeelde = convict vonnis, uitspraak = verdict voor zich spreken = speak for itself zich voordoen; opkomen = crop up vrijheid van meningsuiting = freedom of speech vrijlaten = release to advocate = voorstander zijn van allegedly = zogenaamd appalling = verschrikkelijk authorize = toestemming geven aversion = afkeer blatant = overduidelijk to comply with = zich schikken naar conciliatory = verzoeningsgezind confirmation = bevestiging conscientious objector = gewetensbezwaarde constriction = beperking custody = voogdij to define = omschrijven, definiëren to enforce = handhaven fabricated = verzonnen hearing = verhoor illiteracy = analfabetisme implement = uitvoeren legislative = wetgevend meticulous = nauwkeurig permeate = zich (ver)spreiden door plausible = aannemelijk, geloofwaardig reinforce = ondersteunen trumped-up = verzonnen unconditional = onvoorwaardelijk Actually= eigenlijk in fact=in feite after all; as a matter of fact=immers; trouwens all in all=al met al (al)though=(al)hoewel as a result of that; consequently=als gevolg daarvan as soon as=zodra; meteen als as well as=zowel...als... at first; firstly, first of all= aanvankelijk; ten eerste because=omdat because of; due to=vanwege; wegens but=maar despite; in spite of = ondanks even if=zelfs als finally=ten slotte; tot slot for example; for instance=bijvoorbeeld furthermore; moreover =verder; bovendien however=echter; hoe dan ook if=indien; als in order to=om te in other words=met andere woorden; in andere woorden in general=over het algemeen in short=kortom neither...nor= noch...noch nevertheless=niettemin on the contrary=integendeel on the one hand=aan de ene kant on the other hand=aan de andere kant on top of that; plus the fact that=daar komt nog bij secondly=op de tweede plaats; ten tweede so=dus so that=zodat taking everything into consideration=alles in aanmerking genomen that's (the reason) why; therefore=daarom then=toen till; until=tot(dat) unless=tenzij what's more=sterker nog whatever=wat ook whereas=terwijl (tegenstelling) whether=of while=terwijl why=waarom Hoe maak je de past Simple? = werkwoord op -ed Wanneer gebruik je deze? = Bevestigende zinnen, Als iets in het verleden werd gedaan maar nu niet meer (met: used to) Hoe maak je de past continuous? = Was/were + werkwoord + ing Wanneer gebruik je deze? = Iets was op in het verleden aan de gang en van korte duur, iets was aan de gang (past continuous) en werd onderbroken (past simple) Hoe maak je van een passieve zin een actieve zin? = Voorste en achterste deel omwisselen. In de passive is de handeling belangrijker dan wie het doet. Wat is het verschil tussen deze twee? = In een actieve zin staan de volgende werkwoorden, hoe maak je hier een passieve zin van: open, have opened, will, opened, had. Open = is opened Have opened = have been opened Will =will be opened Opened =was opened Had =had been opened Hoe vertaal je ‘er’/’men?= Met it/vertaal het niet en verander de zin. man = man mannen = men Vrouw = woman vrouwen = women Kind = child kinderen = children voet = foot voeten = feet gans = goose ganzen = geese muis = mouse muizen = mice Inlichtingen = information Vorderingen = progress Bewijzen = evidence Zaken = business Adviezen = advice Wat zeg je als je één advies of bewijs hebt? = A piece of advice/evidence Welke soort woorden hebben dezelfde vorm in het enkelvoud en meervoud? = Nationaliteiten eindigend op –ese, Swiss (zwitser(s)), Sheep, deer, Aantal woorden dat op een s eindigt (series, means, crossroads (kruisingen)) Politie MV = police Cattle MV = vee Wages MV = loon Contents MV = inhoud Surroundings MV= omgeving Savings MV = spaargeld Stairs MV = trap 1517 = Luther plaatst 95 stellingen op de deur van de kerk in Wittenberg 1521 = Rijksdag in Worms. Karel V vraagt Luther of hij zijn mening wil herzien. Dat wil Luther niet. 1531 = Drie Collaterale Raden (Raad van State (buitenlands), Geheime Raad (binnenlandse rechtspraak) en Raad van financiën (overheidsfinanciën)) 1550= Karel V stelt bloedplakkaten in. (Nieuwe strenge wetten tegen het protestantisme waarbij bloed vloeit) 1555= Vrede van Augsburg (een compromis waarbij Duitse vorsten voortaan zelf hun geloof mogen bepalen.) Karel V ziet dit als een persoonlijke nederlaag en treedt af. 1566 = Smeekschrift der edelen en beeldenstorm 1572 = Watergeuzen nemen Den Briel in 1574 = Ontzet van Leiden 1576 = Pacificatie van Gent. Brabant en Vlaanderen sluiten zich aan bij de andere gewesten tegen de muiterijen van het Spaanse leger. 1578 = Alteratie van Amsterdam 1579= Unie van Atrecht. Brabant en Vlaanderen sluiten zich aan bij Filips II. 1579= Unie van Utrecht. De Noordelijke gewesten verenigen zich tegen Filips II. 1581= Plakkaat van Verlatinghe. De Unie van Utrecht doet officieel afstand van Filips II. 1584= Willem van Oranje wordt vermoord 1585= Antwerpen valt weer in handen van Filips II 1588= Ontstaan Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en Spaanse Armada. Engeland valt Spaans schip aan tijdens reis richting Engeland (gewapende vloot) terwijl het Spaanse schip wacht omdat de haven wordt geblokkeerd door de Nederlandse opstandelingen. 1596= Engeland en Frankrijk erkennen de soevereiniteit van de Republiek. 1602 = Oprichting VOC 1609-1621 = twaalfjarig bestand (wapenstilstand tussen Spanje en Nederland) Van Oldenbarnevelt = raadspensionaris. Soort minister van buitenlandse zaken. Hij staat voor soevereiniteit van afzonderlijke staten en is een gematigde calvinist. Van Oranje = stadhouder. Opperbevelhebber van leger en vloot. Hij staat voor soevereiniteit van de Staten-Generaal. Streng reformatisch. Calvijn = lagere overheden mogen zich verzetten tegen hogere overheden wanneer deze hun macht misbruiken. Hij vindt ook of het al voorbestemd is of je naar de hemel of de hel gaat. 1619= Jan Pieterszoon Coen verplaatst het bestuurscentrum van de VOC naar Batvia. 1648= Vrede van Münster. Einde van de oorlog tussen Spanje en Nederland. Actualiteitsprincipe = natuurwetten in het verleden zijn hetzelfde als die in het heden. Noem 2 soorten van stollingsgesteenten en noem ook 2 voorbeelden = dieptegesteenten, stollen langzaam, veel kristallen (graniet). Uitvloeiingsgesteenten, koelt snel af, weinig kristallen (basalt) Noem 3 soorten van sedimentgesteenten en noem ook 3 voorbeelden. = klastisch, zand/klei druk (zandsteen), chemisch, neerslag van mineralen (kalksteen), organisch, druk van platen (steenkool) Bij metamorfe gesteenten wordt klei/schalie A en kalksteen wordt B = leisteen, marmer Noem de twee conclusies bij onderzoek naar gesteenten = Alle sedimenten worden in horizontale beddingen afgezet, bij geplooide lagen is er sprake van druk. & Principe van superpositie Superpositie = een bovenliggende laag is, bij ongestoorde lagen, jonger dan een onderliggende laag Geologische tijdschaal= indeling van de geschiedenis van de aarde in geologische tijdperken Platentektoniek = processen waarbij platen ontstaan, bewegen en verdwijnen Convectiestromen= stromingen van plastisch gesteente in de aardmantel Centrale uitbarstingen = magma komt naar buiten via de kraterpijp en één krater. Noem 3 voorbeelden van centrale uitbarstingen en leg uit. =Schildvulkanen (laag na laag vloeibaar lava), stratovulkanen (subductie, taai en stroperig magma. Kraterpijp verstopt --› druk. Explosief. Ook door Co2 in water in de gesteenten. Pyroclastische stromen en snel stollend lava. Caldeira (bij een uitbarsting loopt de magmakamer leeg en het dak stort in) Atmosfeer = dampkring Hydrosfeer = water Biosfeer = alle levende organismen op aarde Evaporatie = verdamping vanuit oceanen, meren, rivieren Transpiratie = verdamping vanuit de bossen infiltratie = water gaat de bodem in Albedo= deel van de zonnestralen dat door een oppervlakte wordt teruggekaatst Klimaatfactoren = invalshoek zonnestralen, hoogteligging, ligging (zee/landinwaarts), koude of warme zeestroom Neerslagfactoren= lagedrukgebieden, ligging (zee/landinwaarts), ligging van gebergten El Niño= het tijdelijk stoppen van het opwellen van koud zeewater bij de kust van Peru Factoren vatbaarheid gesteente= aard van het moedergesteente, klimaat, aanwezigheid dekkende bodemlichaam (wel? snel. Niet? langzaam), de tijd. Noem de geofactoren = gesteente en reliëf (substraat), klimaat en lucht, vegetatie, mens en dier Bodem tropische zone = latasol, onvruchtbaar, rood Bodem gematigde zone = vruchtbare bruine bosbodem Bodem boreale zone = podzolbodem Hoe komt aantasting van de ozonlaag? = ckf's Hoe komt het dat door de industriële revolutie de zeespiegel stijgt? = toename wereldtemperatuur, opschuiven klimaatzone, lagere productiviteit van de landbouw en smelten ijskappen, uitzetten water, overstroomt. Bodemerosie= Het snel verdwijnen van de voor plantengroei belangrijke verweringsgrond, meestal als gevolg van menselijke activiteiten. Bodemdegredatie= Kwaliteitsverlies van de toplaag van de bodem. Verwoestijning= Uitbreiding van de woestijn, veroorzaakt door de verkeerde toepassing van landbouw, soms gecombineerd met klimaatvariaties. (ook wel desertificatie) Verzilting= Proces waarbij zich in de bodem steeds meer zouten ophopen Duurzaam landgebruik= Natuurlijke hulpbronnen zodanig gebruiken dat men tegemoetkomt aan de behoeften van deze tijd, zonder dat de behoeften voor de komende generaties in het gedrang komen. Hoe kunnen er 'meer' natuurrampen zijn? = betere registratie en dichtbevolkte gebieden Noem 5 vormen van Hazard Management = Onderzoekstechnieken en modellen, waarschuwingssystemen voor bevolking/treinen, rampenplannen, bouwtechnische maatregelen en verzekeringen tegen natuurrampen. ‘Roll-back’ principe = zware oceanische plaat zakt bij subductie steeds verder weg en het knikpunt verlatert. De continentale korst rekt uit en kan onder water verdwijnen/breken. Zee valt eroverheen. Noem 3 vormen van natuurlijke vegetatie = loofbos, bladverliezende struiken, maquis (hoog doornachtig struikgewas) Noem 3 soorten mediterrane akkerbouw van het middellands zeegebied = Dry farming, geïrrigeerde akkerbouw en boom- en struikencultuur. Thermische verontreiniging = koelwater van elektriciteitscentrales in water leiden tot besmette zeedieren Transhumance= Vorm van nomadisme waarbij sprake is van een seizoenstrek met het vee tussen de zomer- en winterweiden. Aquifers=wateronderhoudende laag in de ondergrond. Uitspoeling= voedingsstoffen zijn met het (regen)water dieper de bodem in gespoeld en zijn niet meer bereikbaar voor planten. fotosynthese = Co2 wordt organisch materiaal en zuurstof
Ingezonden op 09-12-2016 - 1078x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
10-01-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!