Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
jhoinour
› 2 Duits Idiom
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
jhoinour
2 Duits Idiom
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
führen= leiden, voeren führend= toonaangevend, leidend die Führung= de leiding, de leidinggevende positie, de rondleiding der Führer= de leider, de gids der Fahrer= de bestuurder leiten= leiden die Leiter= de ladder der Leiter= de leider der Abteilungsleiter= de afdelingschef lenken= sturen der Schriftführer= de secretaris der Führerschein= het rijbewijs der Fahrschein= het kaartje das Lenkrad= het stuur (van auto) der Lenker= het stuur (van fiets) die Lenkstange= het stuur (van fiets) fahren= varen, rijden der Gefährte= de metgezel das Gefährt= het voertuig das Fuhrwerk= het voertuig das Verfahren= de handelwijze, de procedé das Gerichtsverfahren= de gerechtelijke procedé der Lebensgefährte= de partner der Reisegefährte= de reisgenoot langen=reiken reichen= voldoende zijn gelangen= komen hinlänglich= voldoende unzulänglich= onvoldoende zulangen= toetasten der Handlanger= de opperman, de handlanger bisher= tot nu toe bislang= tot nu toe bisherig= tot nu toe geldend bitten= verzoeken sich erbitten= om iets verzoeken sich verbitten= dringend verzoeken van iets verschoond te blijven versuchen= proberen, proeven die Bitte= het verzoek der Versuch= de poging, de proef fragen= vragen setzen= stellen, zetten gesetzt= bezadigd untersetzt= kort en aangezet, kort en dik aussetzen= uitsloven, aanmerken, ophouden unausgesetzt=onafgebroken ansetzen= aanzetten, inzetten ausdehnen=uizetten sich ausdehnen= doen uizetten ausweisen= uitzetten sich ausweisen= zich legitimeren der Ausweis= de legitimatie auseinandersetzen= uiteenzetten sich auseinandersetzen= zijn standpunt verdedigen of bepalen die Auseinandersetzung= de uiteenzetting, de discussie, de ruzie versetzen= verplaatsen, overplaatsen, antwoorden, verpanden, bevorderen sich widersetzen= zich verzetten tegen der Vorsatz= het voornemen die Voraussetzung= de veronderstelling, de voorwaarde die Aufgabe= de opgave, het opgeven denken= denken der Verdacht, Verdächtigungen= de verdenking
Ingezonden op 11-12-2016 - 314x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!