Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

200% Economie en M&O, deel 1,2,3,4

1 mirte

Jaar 2 (vmbo-t)

HOOFDSTUK 1

basisbehoeften =behoeften die je nodig hebt om te kunnen leven zoals eten,drinken en kleding
behoefte =iets dat je nodig hebt of wilt hebben
consumptiegoederen=goederen gekocht door een consument
consument=iemand die goederen of diensten koopt
consumeren=het kopen van goederen of diensten om je behoefte te vervullen
goederen=dingen die je kunt aanrakenmeenemen
diensten=je betaalt iemand de iets voor je doet en je kunt het niet aanraken
duurzame consumptiegoederen=consumptiegoederen die langere tijd meegaan
koopbeslissing=je zoekt eerst naar informatie voordat je iets koopt
overige behoeften=alle dingen die geen basisbehoeften zijn, meestal luxe behoeften
prioriteiten stellen=kiezen tussen twee verschillende behoeftes, kiezen welke je het belangrijkste vind
HOOFDSTUK 2
budgetteren=het nadenken over je verwachte uitgaven op je verwachte inkomsten
dagelijkse uitgaven=het huishoudgeld dat word uitgegeven aan dagelijkse uitgaven zoals eten
incidentele uitgaven=meestal hoge uitgaven die je regelmatig doet. je moet er geld voor reserveren
inkomsten=de hoeveelheid geld die je binnenkrijgt
reserveren=geld opzij zetten voor uitgaven in de toekomst
uitgaven=de hoeveelheid geld die je uitgeeft
vast lasten=uitgaven die met een vaste regelmaat worden gedaan
HOOFDSTUK 3
RENTE=de vergoeding die je krijgt als je geld op de bank zet of die je betaalt als je geld leent
SPAARMOTIEVEN=redenen om te sparen 1.voor een doel 2. voor de rente 3. uit voorzorg
SPAREN=deel van je inkomen bewaren voor de toekomst
HOOFDSTUK 4
AFLOSSING=de terugbetaling van het geld dat je hebt geleend
LEENMOTIEVEN=redenen om te lenen 1. aanschaf duurzaam consumtiegoed 2. opvangen overwachte
tegenslagen 3. opvangen tijdelijk tekort aan geld
LEVENSDUUR=de periode dat een product bruikbaar is
LOOPTIJD=de tijd die je gebruik om een lening terug te betalen
REKENEN
RENTE
je hebt $200 geleend van de bank. de rente is 12%.
hoeveel euro rente moet je per maand betalen?
1. 12:100=1,2 x 200= $24 rente per jaar
2. 24:12= $2 rente per maand.
Als je iets per maand uit moet rekenen vanaf per week doe je bijv. 12x52=624 dan heb je het bedrag
per jaar dus nu moet je nog per maand uitreken en dan doe je 624:12=52 dan heb je het bedrag per
maand want er zitten 12 maanden in een jaar en als je dan nog per 4 maanden moet uitrekenen doe je
52x4=208

Ingezonden op 15-12-2016 - 533x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Deze overhoring is meer dan vier jaar geleden ingestuurd!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere druk en wijkt jouw boek af van de oefening hierboven.

Vakken

200% Economie en M&O, deel 1,2,3,4

1 mirte