Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

Frans, deel Duits

2 kapital 2 Redemittel

Jaar 2 (havo/vwo)

Hoe laat is het?=Wie spät ist es?
Kom je op mijn feest?=Kommst du zu meiner Party?
Kan ik het boek krijgen?=Kann ich das Buch bekommen?
Dat meen je toch niet?=Das ist doch nicht dein Ernst?
Wat ben je nu aan het doen?=Was machst du jetzt gerade?
Ik vul geen vakken meer.=Ich räume keine Regale mehr ein.
Wanneer ben je jarig?=Wann hast du Geburtstag?
Hoe is je dat gelukt?=Wie hast du das Geschafft?
Welk cijfer heb je voor Engels?=Welche Note hast du in Englisch
Ik heb geen zin in school.=Ich habe keinen Bock auf die Schule
Pak je agenda!=Nimm deinen Terminkalender!
Nee, ik kan niet. Het is al acht uur= Nein, ich kann nicht. Es ist schon acht Uhr
Het spijt me, ik heb geen tijd= Es tut mir leid. Ich habe keine Zeit.
Ik nodig je uit op mijn feestje=Ich lade dich zu meiner Party ein.
Ik heb een 10 voor biologie= Ich habe eine Eins in Biologie
Leuk dat doen we=Toll das machen wir
Ik ben jarig op 29 september=Ich habe am 29. September Geburtstag.
Daarmee ben ik direct gestopt=Damit habe ich sofort aufgehört
Welk huiswerk hebben we op voor Woensdag?= Welche Hausaufgaben haben wir für Mittwoch auf?
Ik wil graag goede cijfers hebben=Ich möchte gute Noten haben.
We zaten op dezelfde basisschool.=Wir waren in derselben Grundschule.
Zit je op de havo?=Gehst du in die Realschule?
Op de maandag heb ik het eerste uur wiskunde=Am Montag habe ich die erste Stunde Mathematik.
Bevalt je rooster je?=Gefällt dir dein Stundenplan?
Nee, op dinsdag en woensdag heb ik tot twee uur les=Nein, am Dinestag und Mittwoch habe ich bis 14.00 Uhr Unterricht
Wat bevalt jou beter, wiskunde of scheikunde?= Was gefällt dir besser, Mathe oder Chemie?
Ik vind geschiedenis interessant, maar aardrijkskunde is saai.=Ich finde Geschichte interessant.
Hoe goed ben jij in natuurkunde en Frans?=Wie gut bist du in Physik und Französisch?
In Duits ben ik heel zwak=In Deutsch bin ich sehr schlecht.
Wiskunde vind ik heel moeilijk=Mathematik finde ich schwierig.
Ik wil zaterdag naar de bioscoop.= Ich will am Samstagins Kino.
In het weekend wil ik alleen nog maar uitrusten.=Am Wochenende möchte ich mich nur noch ausruhen.
Hoe was de Engelse les?=Wie war die Englischstunde?
Het lesuur was erg leuk.=Die Stunde war toll
Ben je het met me eens?=Bist du mit mir einverstanden?
Nee, helemaal niet.=Nein, überhaupt nicht
Dat is heel belangrijk=Das ist sehr wichtig
een 1 betekent in Duitsland 'uitstekend'=Eine Eins bedeutet in Deutschland "ausgezeichnet"
Ik wil graag goede cijfers hebben=Ich möchte gute Noten haben
Bij tekenen zijn mijn prestaties gemiddeld=In Zeichnen sind meine Leistungen durchschnittlich.

Ingezonden op 16-12-2016 - 991x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!

voting system
1
2
3
4
5

Vakken

Engels/Duits/Frans, deel Duits

2 kapital 2 Redemittel