Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Anatomiehondenkat2ebachdgk
› 2 achterbeen
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Anatomiehondenkat2ebachdgk
2 achterbeen
Jaar 2 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Achterbeen arterien en venen Door welke arterie wordt m. quadriceps femoris gevasculariseerd? = a. circumflexa femoris lateralis Wat is de stamarterie van a. circumflexa femoris lateralis? = a. femoralis Door welke arterie wordt m. gluteus superficialis gevasculariseerd? = a. glutea caudalis Door welke arterie wordt m. gluteus medius gevasculariseerd? = a. glutea caudalis Door welke arterie wordt m. gluteus profundus gevasculariseerd? = a. glutea cranialis Door welke arterie wordt m. biceps femoris gevasculariseerd? = a. circumflexa femoris medialis Wat is de stamarterie van a. circumflexa femoris medialis? = a. iliaca externa Door welke arterie wordt m. semitendinosus gevasculariseerd? = a. circumflexa femoris medialis Door welke arterie wordt m. semimembranosus gevasculariseerd? = a. circumflexa femoris medialis Door welke arterie wordt m. gracilis gevasculariseerd? = a. caudalis femoris Wat is de stamarterie van a. caudalis femoris? = a. femoralis Door welke arterie wordt m. pectineus gevasculariseerd? = a. caudalis femoris Door welke arterie wordt m. adductor gevasculariseerd? = a. caudalis femoris Door welke arterie wordt m. gastrocnemius gevasculariseerd? = a. tibialis caudalis Wat is de stamarterie van a. tibialis caudalis? = a. poplitea Door welke arterie worden de buigspieren van de tenen gevasculariseerd? = a. tibialis caudalis Door welke arterie worden de strekspieren van de tenen gevasculariseerd? = a. tibialis cranialis Door welke arterie worden de buigspieren van de sprong gevasculariseerd? = a. tibialis cranialis Door welke vene wordt m. quadriceps femoris gedraineerd? = v. circumflexa femoris lateralis Wat is de stamvene van v. circumflexa femoris lateralis? = v. femoralis Door welke vene wordt m. gluteus superficialis gedraineerd? = v. glutea caudalis Door welke vene wordt m. gluteus medius gedraineerd? = v. glutea cranialis Door welke vene wordt m. gluteus profundus gedraineerd? = v. glutea cranialis Wat is de stamvene van v. glutea caudalis? = v. iliaca interna Wat is de stamvene van v. glutea cranialis? = v. iliaca externa Door welke vene wordt m. biceps femoris gedraineerd? = v. circumflexa femoris medialis + v. glutea caudalis Wat is de stamvene van v. circumflexa femoris medialis? = v. femoralis Door welke vene wordt m. semitendinosus gedraineerd? = v. circumflexa femoris medialis + v. glutea caudalis Door welke vene wordt m. semimembranosus gedraineerd? = v. circumflexa femoris medialis + v. glutea caudalis Door welke vene wordt m. gracilis gedraineerd? = v. circumflexa femoris Door welke vene wordt m. pectineus gedraineerd? = v. circumflexa femoris Door welke vene wordt m. adductor gedraineerd? = v. circumflexa femoris Wat is de stamvene van v. circumflexa femoris? = v. profunda femoris Door welke vene wordt m. gastrocnemius gedraineerd? = v. saphena Wat is de stamvene van v. saphena? = v. femoralis Door welke vene worden de buigspieren van de tenen gedraineerd? = v. saphena Door welke vene worden de strekspieren van de sprong gedraineerd? = v. dorsalis pedis Door welke vene worden de buigspieren van de sprong gedraineerd? = v. dorsalis pedis Wat is de stamvene van de v. dorsalis pedis? = verderzetting van de v. tibialis cranialis Achterbeen zenuwen Door welke zenuwen wordt m. psoas minor geinnerveerd? = nn. lumbales Door welke zenuwen wordt m. iliopsoas geinnerveerd? = nn. lumbales Door welke zenuwen wordt m. gluteus superficialis geinnerveerd? = n. gluteus caudalis Door welke zenuwen wordt m. gluteus medius geinnerveerd? = n. gluteus cranialis Door welke zenuwen wordt m. gluteus profundus geinnerveerd? = n. gluteus cranialis & rami musculares van de n. ischiadicus Door welke zenuwen wordt m. biceps femoris geinnerveerd? = n. gluteus caudalis & rami musculares van de n. ischiadicus Door welke zenuwen wordt m. semitendinosus geinnerveerd? = rami musculares van de n. ischiadicus Door welke zenuwen wordt m. semimembranosus geinnerveerd? = rami musculares van de n. ischiadicus Door welke zenuwen wordt m. gracilis geinnerveerd? = n. obturatorius Door welke zenuwen wordt m. sartorius geinnerveerd? = n. saphenus Door welke zenuwen wordt craniaal deel van de m. sartorius geinnerveerd? = n. saphenus Door welke zenuwen wordt caudale deel van de m. sartorius geinnerveerd? = n. saphenus Door welke zenuwen wordt m. pectineus geinnerveerd? = n. obturatorius Door welke zenuwen wordt m. adductor geinnerveerd? = n. obturatorius Door welke zenuwen wordt m. obturatorius externus geinnerveerd? = n. obturatorius Door welke zenuwen wordt m. obturatorius internus geinnerveerd? = rami musculares van de n. ischiadicus Door welke zenuwen wordt mm. gemelli geinnerveerd? = rami musculares van de n. ischiadicus Door welke zenuwen wordt m. quadratus femoris geinnerveerd? = rami musculares van de n. ischiadicus Door welke zenuwen wordt m. quadriceps femoris geinnerveerd? = n. femoralis Door welke zenuwen wordt m. vastus medialis van m. quadriceps femoris geinnerveerd? = n. femoralis Door welke zenuwen wordt m. vastus intermedius van de m. quadriceps femoris geinnerveerd? = n. femoralis Door welke zenuwen wordt m. vastus lateralis van de m. quadriceps femoris geinnerveerd? = n. femoralis Door welke zenuwen wordt m. rectus femoris van de m. quadriceps femoris geinnerveerd? = n. femoralis Door welke zenuwen wordt m. tensor fasciae latae geinnerveerd? = n. gluteus cranialis Door welke zenuwen wordt m. popliteus geinnerveerd? = n. tibialis Door welke zenuwen wordt m. gastrocnemius geinnerveerd? = n. tibialis Door welke zenuwen wordt m. tibialis cranialis geinnerveerd? = n. fibularis Door welke zenuwen wordt m. fibularis longus geinnerveerd? = n. fibularis Door welke zenuwen wordt m. extensor digitorum longum geinnerveerd? = n. fibularis Door welke zenuwen wordt m. extensor digitorum lateralis geinnerveerd? = n. fibularis Door welke zenuwen wordt m. extensor digitorum brevis geinnerveerd? = n. fibularis Door welke zenuwen wordt m. flexor digitorum profundus geinnerveerd? = n. tibialis Door welke zenuwen wordt m. flexor digitorum lateralis geinnerveerd? = n. tibialis Door welke zenuwen wordt m. flexor digitorum medialis geinnerveerd? = n. tibialis Door welke zenuwen wordt m. tibialis caudalis geinnerveerd? = n. tibialis Door welke zenuwen wordt mm. interossei geinnerveerd? = n. tibialis Door welke zenuw(takken) wordt de huid lateraal van de femur geinnerveerd? = n. cutaneus femoris caudalis en lateralis, n. cutaneus surae lateralis Door welke zenuw(takken) wordt de huid die e bilspieren bedekt geinnerveerd? = nn. clunium medii, nn. clunium cranialis Door welke zenuw(takken) wordt de huid die de broekspieren lateraal bedekt geinnerveerd? = n. cutaneus femoris caudalis en lateralis, n. cutaneus surae lateralis Door welke zenuw(takken) wordt de huid die de broekspieren en knieholte caudaal bedekt geinnerveerd? = n. cutaneus femoris caudalis Door welke zenuw(takken) wordt de voorzijde van de kniegewrichtsstreek geinnerveerd? = n. cutaneus femoris lateralis Door welke zenuw(takken) wordt de huid aan de mediale zijde van de dij en schenkel geinnerveerd? = n. saphenus Door welke zenuw(takken) wordt de dorsale zijde van de sprong en tenen geinnerveerd? = n. fibularis Door welke zenuw(takken) wordt de plantaire zijde van de sprong geinnerveerd? = n. cutaneus surae caudalis Door welke zenuw(takken) wordt de plantaire zijde van de tenen geinnerveerd? = n. tibialis Door welke zenuw(takken) wordt de voetzool geinnerveerd? = n. tibialis Door welke zenuw(takken) worden de carpaalkussentjes geinnerveerd? = n. tibialis Door welke zenuw(takken) wordt het perineum geinnerveerd? = n. perinealis superficialis Uit welke zenuwen ontspringen de nn. clunium craniales? = dorsale takken van de 7 nn. lumbales Uit welke zenuwen ontspringen de nn. clunium medii? = dorsale takken van de 3 nn. sacrales Uit welke zenuwen ontspringen de nn. clunium caudales? = n. cutaneus femoris caudalis Uit welke zenuwen ontspringt de n. cutaneus surae lateralis? = n. fibularis communis Uit welke zenuwen ontspringt de n. cutaneus surae caudalis? = n. tibialis Arthrologie achterbeen een fibrocartilagineuze band die aansluit op de benige rand van het acetabulum, het vergroot de gewrichtskom =Labrum acetabulare het labrum acetabulare op de plaats waar het de incisura acetabuli overbrugt =Lig. transversum acetabuli dunne maar stevige strengvormige band die het caudale einde van de pars lateralis van het sacrum verbindt met de laterale punt van het tuber ischiadicum = Bekkenband Wat is de Latijnse naam voor de bekkenband? = lig. sacrotuberale korte stevige band die intracapsulair ligt en omgeven is door het synoviaal vlies. Deze band verbindt de fossa acetabuli met de fossa capitis van de femur en voorkomt luxatie van de femurkop = Lig. capitis ossis femoris (lig. teres) vet in het gewrichtskapsel distaal van de knieschijf (op het niveau van de rechte patellaband) = Corpus adiposum infrapatellare strak aangespannen band die begint op de plantaire zijde van de calcaneus (dus distaal van de tuber calcanei) en vasthecht op het os metatarsale = Ligamentum plantare longum Waar begint de Lig. collaterale laterale van het kniegewricht? = Begin: epicondylus lateralis (os femoris) Waar eindigt de Lig. collaterale laterale van het kniegewricht? =Einde: epicondylen van de tibia Waar begint de Lig. collaterale mediale van het kniegewricht? = Begin: epicondylus medialis (os femoris) Waar eindigt de Lig. collaterale mediale van het kniegewricht? = Einde: caput fibulae Waar begint de Lig. collaterale laterale longum van het spronggewricht? = Begin: laterale malleolus Waar eindigt de Lig. collaterale laterale longum van het spronggewricht? = Einde: meest lateraal gelegen os metatarsale Waar begint de Lig. collaterale mediale longum van het spronggewricht? = Begin: mediale malleolus Waar eindigt de Lig. collaterale mediale longum van het spronggewricht? =Einde : meest mediaal gelegen os metatarsale Waar begint de Lig. collaterale laterale breve van het spronggewricht? = Begin: laterale malleolus Waar eindigt de Lig. collaterale laterale breve van het spronggewricht? = Einde: calcaneus Waar begint de Lig. collaterale mediale breve van het spronggewricht? = Begin: mediale malleolus Waar eindigt de Lig. collaterale mediale breve van het spronggewricht? = Einde: calcaneus & talus Schoudergewricht = Articulatio humeri Ellebooggewricht = Articulatio cubiti Heupgewricht = articulatio coxae Kniegewricht = articulatio genus Femorotibiale gewricht = articulatio femorotibialis Femoropatellaire gewricht = articulatio femoropatellaris Spronggewrichten of tarsaalgewricht = articulatio tarsi Tarsocrurale gewricht = articulatio tarsocruralis Proximale intertarsale gewricht = articulatio talocalcaneocentralis en articulatio calcaneoquartalis Distale intertarsale gewricht = articulatio centrodistali Tarsometatarsale gewricht = articulatio tarsometatarsea Intertarsale gewrichten = articulationes intertarseae Teengewrichten = Articulatio metacarpophalangea, Articulatio interphalangea proximalis, Articulatio interphalangea distalis Myologie achterbeen fascia glutea (15) = Deze stevige fascie bedekt de gluteusspieren. Naar caudaal wordt zij zwakker en loopt door over de bilspieren tot in het knieholtegebied waar zij aansluit op de fascia lata (16) en de fascia cruris (18) Fascia lata (16) = Deze fascie bedekt de zijvlakte en de craniale zijde van de dij en wordt door de m. tensor fascia latae (65) aangespannen. In dit gebied eindigt tevens de peesplaat van de m. biceps femoris (31). Fascia cruris (18) = Deze fascie omsluit het onderbeen. Proximaal heeft zij aansluiting met de fascia lata alsook met de peesplaten van de m. biceps femoris (31), de m. gracilis (43) en de m. semitendinosus (35). M. sartorius (45) = Deze spier bestaat uit 2 delen; het caudale deel zorgt voor de adductie van het achterbeen M. quadriceps femoris (60) = Deze spier zorgt voor het strekken van het kniegewricht; via de m. rectus femoris voor het buigen van het heupgewricht (als het achterbeen niet steunt) en hij helpt mee de verbinding maken tussen het bekken en het achterbeen. Deze spier heeft 4 hoofden M. biceps femoris (31) = Deze spier trekt de knie naar caudaal en strekt aldus de knie en de heup. Langs de tendo accessorius (34) wordt aan de calcaneus getrokken en wordt bijgevolg de sprong gestrekt. M. semitendinosus (35) = Deze spier zal net zoals de m. biceps femoris de knie naar caudaal trekken (maar dan van mediaal uit) aldus wordt de knie en de heup gestrekt. Dankzij de tendo accessorius (38) wordt de sprong gestrekt M. semimembranosus (39)= Deze spier zorgt dat de knie naar caudaal wordt getrokken. M. iliopsoas (40, 41) = Deze spier zorgt voor de buiging van de heup. Hij is samengesteld uit twee spieren: m. psoas minor &m. iliacus M. psoas minor (10) = Deze spier kan het bekken doen kantelen en helpt de rug- en lendenstreek krommen. M. tibialis cranialis (80) = Deze spier zorgt dat de sprong buigt. M. extensor digitorum longus (89) = Deze spier zorgt voor het strekken van de tenen en in mindere mate ook voor het buigen van de sprong. M. fibularis longus (83) =Deze spier zorgt voor het buigen van de sprong en voor het proneren van de ondervoet. M. extensor digitorum lateralis (93) = Deze spier doet de buitenste steunteen strekken. M. popliteus (66) = Deze spier zorgt voor de buiging van het kniegewricht M. gastrocnemius (70) = Deze spier zorgt voor het strekken van de sprong. Hij bestaat uit 2 spierbuiken: Caput mediale (71) & Caput laterale (72) M. flexor digitorum profundus (102) = Deze spier bestaat uit twee delen: M. flexor digitorum lateralis (103) & M. flexor digitorum medialis (104) Osteologie achterbeen Acetabulum = Het os ilium, het os pubis en het os ischii komen samen in het acetabulum, dit is de gewrichtskom waarin de kop van de femur past. Fossa acetabuli = Het grootste deel van het acetabulum is bekleed met een halfmaanvormige kraakbeenzonde. Deze omgrijpt een centraal gelegen uiholling of fossa acetabuli dat geen kraakbeen draagt maar ruw is voor bandaanheching. Labrum acetabuli = De vrije rand van het aceabulum is bekleed met dit. Dit zorgt voor een ruimere komvorming. Symphysis pelvina = De ossa coxae zijn in de mediaanlijn met elkaar vergroeid Foramen obturatum = Een grote opening in de bekkenbodem Darmbeenzuil = Dit is het corpus ossis ilii. Het start vanuit het acetabulum. Darmbeenvleugel = De darmbeenzuil loopt craniaal uit in de afgeronde darmbeenvleugel Facies glutea = De laterale zijde van de darmbeenvleugel wordt zo genoemd en vertoont meerdere beenlijsten voor aanhechting van de zware gluteusspieren Facies auricularis = De mediale zijde van de darmbeenvleugel heeft een oorvormig kraakbeenvlak dat zo wordt genoemd. Het articuleert met het gelijknamige vlak op het sacrum. Crista iliaca = De afgeronde voorrand van de darmbeenvleugel Tuber sacrale = De crista iliaca eindigt hier dorsomediaal op Tuber coxae, heupknobbel = De crista iliaca eindigt ventrolateraal hierop Incisura ischiadica major = De dorsomediale rand van het ilium vormt een ruime uitbochting Spina ischiadica = De incisura ischiadica major wordt gevolgd door een dorsaal gerichte beenkam Incisura ischiadica minor = Waar de spina ischiadica caudaal door wordt gevolgd Corpus = Deze helpt het acetabulum vormen Ramus cranialis = Hoe heet het deel van de corpus dat naar mediaal gericht is Ramus caudalis = De uitloper van het ramus cranialis dat naar caudaal gericht is Symphysis pubica = De rami caudales zij in de mediaanlijn met elkaar vergroeid. Pecten ossis pubis = De craniale rand van de rami craniales wordt aangeduid als dit Eminentia iliopubica = Zijdelings van het pecten verschijn een knobbelige verdikking Tabula (zitbeenplaat) = Het corpus vormt een beenzuil die overgaat hierin Symphysis ischiadica = De zitbeenplaat en de ramus ossis ischii van beide zijden zijn in de mediaanlijn vergroeid hiertoe Arcus ischiadicus = De boogvormige inkeping aan de achterrand van beiderzijdse zitbeenplaten vertoont een Tuber ischiadicum (zitbeenknobbel) = Dit is de caudolateraal uitstekende verdikking van de zitbeenplaat met een dikkere laterale punt en een mediale meer caudaal gelegen punt. Caput ossis femoris = Dit is de opvallend zware femurkop. Fovea capitis = De femurkop is overal overtrokken met kraakbeen behalve hier, hier is een ondiepe kuil voor aanhechting van het lig. capitis ossis femoris (23) Collum ossis femoris = De femurkop is hierdoor afgezonderd van de diafyse Corpus ossis femoris = De diafyse is licht craniaalwaarts gewelfd en is zowel craniaal als zijdelings glad van uitzicht. De caudale zijde vertoont uitsteeksels en beenlijsten voor spieraanhechting. Trochanter major = Dit zware beenuitsteeksel neemt de laterale helft in van de proximale epifyse. Fossa trochanterica = De mediale zijde van de trochanter major die diep uitgehold is Trochanter minor = Op het proximale deel van de schacht, dicht bij de femurkop, komt aan de mediale zijde een knobbelvormige knop voor, deze wordt ... genoemd Crista intertrochanterica = De trochanter major en de trochanter minor zijn onderling verbonden hierdoor. Deze lijnt de fossa trochanterica naar distaal af. Tuberositas supracondylaris = Dicht bij de distale epifyse vertoont de caudale zijde van de schacht een grote laterale en een kleine mediale tuberositas supracondylaris. Condylus medialis, condylus lateralis = 2 condylen van de distale epifyse aan de caudale zijde van Fossa intercondylaris = De laterale en de mediale condylen worden van elkaar gescheiden hierdoor Epicondylus lateralis = De laterale condyl draagt dit Fossa extensoria (= Craniaal van de epicondylus lateralis zFossa musculi poplitei = Caudaal van de epicondylus lateralis ligt deze structuur. Hij neemt het craniale deel van de distale epifyse in. Ze wordt geflankeerd door 2 kammen en vormt een ruime glijgroeve voor de patella. Fibrocartilago parapatellaris = De benige patella wordt proximaal en beiderzijds vergroot door een kraakbeenkap Epicondylus medialis, epicondylus lateralis = De mediale en laterale rand van de condylus Eminentia intercondylaris = De vlakke bovenzijden van de condylen lopen naar axiaal uit in een sterk naar proximaal uitstekende ? Incisura poplitea = De caudale randen van de beide condylen zijn van elkaar gescheiden hierdoor. Tuberositas tibiae = Craniaal tussen beide condylen komt een dit voor. Crista tibiae = De tuberositas tibiae loopt naar distaal kamvormig uit en vormt aldus op de voorzijde van de tibia een ? Sulcus extensorius = De laterale zijde van de diafyse is licht concaaf en vormt een brede, ondiepe groeve waarin een zware strekspier gelegen is Cochlea tibiae = De distale epifyse vormt een typisch gewrichtsvlak, deze is geflankeerd door opvallende epicondylen, de malleoli of enkels. Malleolus medialis = Deze wordt door de tibia gevormd. Malleolus lateralis = Deze wordt door de fibula gevormd. Caput fibulae = De proximale epifyse van de fibula Corpus fibulae = De diafyse van de fibula Trochlea tali = De talus bestaat proximaal uit een katrolvormig corpus. Deze is opgebouwd uit twee zware kammen en een middengroeve. Deze past in de cochlea tibiae. Caput tali = De talus bestaat distaal uit een breed en relatief vlak ? Tuber calcanei = Dit is de proximale uitloper van de calcaneus. Sustentaculum tali = Deze uitloper is naar mediaal gericht, ze is lateroplantair van de talus gelegen. Processus coracoideus = Deze ligt lateraal van de talus en loopt in de richting van de malleolus lateralis Os tarsi centrale = dit botje ondersteunt de talus en rust zelf op het os tarsale I, II en III Fovea articularis = dit is het uitgeholde gewrichtsvlak dat wordt gedragen door de proximale epifyse Trochlea (caput) of distale diafyse welke een gewelfd gewrichtsoppervlak heeft. Processus unguicularis = Het klauwbeentje is zijdelings afgeplat en loopt uit op een lange, licht gekromde ? Crista unguicularis= Dit is een beenkam dat de proximaal gelegen gewrichtsvlakte scheidt van de processus unguicularis. Sulcus unguicularis = Doordat de crista unguicularis de processus unguicularis gedeeltelijk overwelft, wordt er een diepe groeve gevormd, de ? Tuberculum flexorium = Op de palmaire zijde is de crista unguicularis verdikt tot een ? Os sesamoideum m. poplitei = Dit sesambeentje komt voor in de eindpees van de m. popliteus. Dit is gelgen nabij de laterale zijde van de laterale condyl van de femur, juist distaal van de fossa m. poplitei Ossa sesamoidea proximalia = Deze zijn parig en zijn gelegen thv het proximale teengewricht. Twee sesambeenderen van dezelfde teen vormen een groeve voor de teenbuigers. Os sesamoideum distale (straalbeentje) = Deze is klein en meestal kraakbenig. Het is gelegen thv het distale teengewricht. Ossa sesamoidea dorsalia = Deze blijven meestal kraakbenig en ze liggen op de overgang van de metacarpalia naar de basiskootjes. Ook op de overgang tussen de proximale en middelste falanx en tussen de middelste en distale falanx komen deze voor
Ingezonden op 26-12-2016 - 723x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!