Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Anatomiehondenkat2ebachdgk
› 6 buik
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Anatomiehondenkat2ebachdgk
6 buik
Jaar 2 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Buik arterien en venen Welke arterien bevloeien het middenrif? = a. musculophrenica, a. phrenica caudalis Welke zijn de 3 primaire takken van de a. celiaca? = a. gastrica sinistra, a. hepatica, a. lienalis Wat zijn de 2 primaire takken van de a. mesenterica caudalis? = a. colica sinistra, a. rectalis cranialis Uit welke arterie ontspringt de a. celica ? = aorta abdominalis Uit welke arterie ontspringt de a. gastrica sinistra? = a. celica Uit welke arterie ontspringt de a. hepatica? = a. celiaca Uit welke arterie ontspringt de a. gastrica dextra? = a. hepatica Uit welke arterie ontspringt de a. gastroduodenalis ? = a. hepatica Uit welke arterie ontspringt de a. pancreaticoduodenalis cranialis? = a. gastroduodenalis Uit welke arterie ontspringt de a. gastroepiploica dextra? = a. gastroduodenalis Uit welke arterie ontspringt de a. lienalis? = a. celiaca Uit welke arterie ontspringt de a. gastroepiploica sinistra? = a. lienalis Uit welke arterie ontspringt de a. mesenterica cranialis? = aorta abdominalis Uit welke arterie ontspringt de a. pancreaticodeodenalis caudalis? = a. mesenterica cranialis Uit welke arterie ontspringt de aa. jejunales? = a. mesenterica cranialis Uit welke arterie ontspringt de a. cecalis? = a. mesenterica cranialis Uit welke arterie ontspringt de a. colica communis ? = a. mesenterica cranialis Uit welke arterie ontspringt de a. mesenterica caudalis ? = aorta abdominalis Uit welke arterie ontspringt de a. colica sinistra ? = a. mesenterica caudalis Uit welke arterie ontspringt de a. rectalis cranialis ? = a. mesenterica caudalis Welke bloedvaten liggen in het omentum majus? = a. gastroepiploica dextra, a. gastroepiploica sinistra Welke bloedvaten liggen in het omentum minus? = a. gastrica sinistra In welke 3 venen splitst de v. cava caudalis op nabij de bekkeningang? = v. sacralis mediana, v. iliaca communis sinistra, v. iliaca dextra In welke vene mond de vv. lumbales uit? = v. cava caudalis In welke vene mond de v. abdominalis cranialis uit? = v. cava caudalis In welke vene mond de v. circumflexa ilium profunda uit? = v. cava caudalis In welke vene mond de v. abdominalis caudalis uit? = v. iliaca externa In welke vene mond de v. epigastrica cranialis uit? = v. thoracica interna In welke vene mond de v. epigastrica caudalis uit? = v. pudendoepigastrica In welke vene mond de v. epigastrica cranialis superficialis uit? = v. epigastria sinistra In welke vene mond de v. epigastrica caudalis superficialis uit? = v. pudendoepigastrica In welke vene mond de v. renalis uit? = v. cava caudalis In welke vene mond de v. testicularis uit? = v. cava caudalis In welke vene mond de v. ovarica uit? = v. cava caudalis In welke vene mond de v. gastroduodenalis uit? = v. portae In welke vene mond de v. lienalis uit? = v. portae In welke vene mond de v. mesenterica cranialis uit? = v. portae In welke vene mond de v. mesenterica caudalis uit? = v. portae In welke vene mond de vv. hepaticae uit? = v. cava caudalis Uit welke organen vloeit het veneuze bloed naar de v. portae? = maag, duodenum, pnacrea, milt, jejunum, ileum, cecum, colon, rectum, omentum majus Welke bloedvaten zorgen voor de verbinding tussen de v. portae en de v. cava caudalis? = v. portae --› korte ramus dexter + langere ramus sinister --› leversinusoiden --› vv. hepaticae --› v. cava caudalis Buik lymfe Welke lymfevaten vloeien samen in de lendencysterne? = trunci lumbales, truncus visceralis Tegen welk groot lymfevat en grote bloedvaten ligt de ln. iliacus medialis? = caudale opsplitsing aorta abdominalis, beiderzijds aan de oorsprong van de a. iliaca externa, truncus lumbalis Waar bevinden zich de oppervlakkige lieslymfeknopen? = oppervlakkig gelegen in de regio pubica Wat is de Latijnse naam voor de lieslymfeknopen? = lnn. inguinales superficiales Wat is de Latijnse naam voor de mediale darmbeenlymfeknoop? = ln. iliacus medialis Wat is de Nederlandse naam voor de lnn. inguinales superficiales? = lieslymfeknopen Wat is de Nederlandse naam voor de ln. iliacus medialis? = mediale darmbeenlymfeknoop Buik ingewanden pars cardiaca van de maag=Onderdeel van de maag dat zich bevindt dorsaal ter hoogte van de negende intercostaalruimte en is omgeven door een zwakke sfincter. corpus ventriculi van de maag=Onderdeel van de maag dat zich ventraal en links van de mediaanlijn bevindt en dat een naar links-dorsaal een duidelijke uitpuiling heeft (fundus ventriculi) fundus ventriculi van de maag =Het corpus ventriculi heeft een uitpuiling naar links-dorsaal, dat is dit onderdeel pars pylorica van de maag=Het corpus ventriculi van de maag loopt hierin rechts in over. Het bestaat uit een relatief wijd antrum van de maaguitgang met een relatief nauw ostium pyloricum, dat omsloten wordt door een stevige sfincter, die bij jonge dieren te sterk ontwikkeld kan zijn pylorus van de maag =De uitgang van de maag Omentum majus =Grote net waaraan de maag vasthangt. Deze kan bij de hond worden opgedeeld in 3 onderdelen: buidelnet, miltnet, zeilnet Omentum majus: parietaal blad (paries superficialis)=Oppervlakkige wand van het omentum majus Omentum majus: visceraal blad (paries profundus)=Diepere wand van het omentum majus Omentum majus: buidelnet =Grootste deel van het omentum majus. Het bestaat uit een parietaal bald en een visceraal blad met tussenin een virtuele ruimt. Het omgrijpt buidelvormig de jejunumslingeringen. recessus caudalis omentalis = Wat is de Latijnse naam voor het buidelnet? Omentum majus: miltnet=Uitzetting van de bursa omentalis in de richting van de milt. Het wordt gevormd doordat het ligamentum gastrolienale zeer breed is recessus lienalis = Wat is de Latijnse naam voor het miltnet? Omentum majus: zeilnet =Onopvallende zwakke omentumplooi die vastzit op de linkerzijde van het mesocolon descendens. Dit onderdeel kan het best waargenomen worden als men het colon descendens caudoventraalwaarts aanspant velum omentale = Wat is de Latijnse naam voor het zeilnet? Omentum minus=Bestaat uit het ligamentum hepatogastricum en het ligamentum hepatoduodenale Duodenum: pars cranialis duodeni=Onderdeel van het duodenum dat zeer kort is en begint bij de maagpylorus en craniodorsaal is gericht. Duodenum: pars descendens duodeni=Onderdeel van het duodenum dat rechts-dorsaal tegen de rechter buikwand loopt en ventraal van de rechter nier naar caudaal gaat tot op het niveau van de vijfde lendenwervel, waar het haaks naar links ombuigt (flexura duodeni caudalis) Duodenum: pars transversa duodeni=Onderdeel van het duodenum dat naar caudaal loopt van de darmscheilwortel en het cecum van rechts naar links. Het bevindt zich ter hoogte van de 5e of 6e lendenwervel en ligt vast met een zeer kort darmscheil Duodenum: pars ascendens duodeni=Onderdeel van het duodenum dat zeer kort is. Het loopt uit in het jejunum door middel van de flexura duodenojejunalis die juist voor de darmscheilwortel gelegen is. Het hangt vast aan het mesoduodenum Duodenum: plica duodenocolica=Verbindt het duodenum met de mediale zijde van het mesocolon descendens Dunne darm (intestinum crassum) =De lengte van dit onderdeel is ongeveer 3,5 maal de lichaamslengte van een dier en varieert tussen de 2 en 5 meter. Jejunum =Heeft 6-8 windingen, die zeer beweeglijk zijn. Ze hangen vast aan het mesenterium en rusten op het omentum majus. Het is een opeenvolging van het duodenum Ileum=Zeer korte eindsegment van de dunne darm Plica ileocecalis=Verbindt het ileum met het cecum Ostium ileale=Het ileum mondt niet uit in het cecum, maar met behulp van deze structuur in het colon ascendens. Het heeft een sfincter en bevindt zich zeer dicht bij het ostium cecocolicum Dikke darm (intestinum crassum)=Dit onderdeel van de darm is bij carnivoren niet veel dikker dan de dunne darm Dikke darm: cecum=Dit onderdeel van de dikke darm heeft bij de hond een typisch kurkentrekkervormig uitzicht, waarvan de windingen naar caudaal zijn gericht. Eindpunt kan naar caudaal gebogen zijn. Ligt ter hoogte van de 3e lendenwervel Dikke darm: ostium cecocolicium = Relatief eng gedeelte van het cecum dat wordt omgeven door een spierring. Het is nooit volledig gesloten. Colon=Onderdeel van de dikke darm dat kort is Colon ascendens=Onderdeel van het colon dat zeer kort is en is bevestigd aan een kort mesocolon Colon transversum =Dit onderdeel van het colon bevindt zich ongeveer ter hoogte van de 12e rugwervel tussen de maag en de darmscheilwortel. Het hangt vast aan een lang mesocolon transverum en heeft daarom de neiging een kleine lus te vormen Colon descendens=Langste segment van het colon. Het bevindt zicht hoog in de buikholte aan de linkerzijde. Het kan gepalpeerd worden. Het hangt vast aan een mesocolon descendens dat iets langer is dan de andere ophangbanden van het colon. Crista renalis = Het niermerg bestaat uit meerdere niermergpiramiden die volledig gefusioneerd zijn en aldus in de dieptie van de nier deze structuur vormen. Deze structuur is zijdeling geflankeerd door een reeks kleine uitstulpingen van het nierbekken; recessus pelvis Recessus pelvis/collaterales = Uitstulpingen van het nierbekken, die beiderzijds de crista renalis flankeren Recessus collaterales = De oude benaming van de recessus pelvis Pseudopapillen van nier = De opeenvolgende recessus pelvis worden gescheiden door deze structuur. Het zijn massa’s mergweefsel die bestaan uit de urinaire afvoerwegen die afkomstig zijn uit het zijdelings gelegen nierweefsel en die op hun traject naar de crista renalis toe, uitpuilen in het nierbekken. Ureter (urineleider) = Middelgroot bij de hond (6-8 mm breed en 15 cm lang). Deze structuren lopen subperitoneaal langs de psoasspieren naar caudaal en bij de bekkeningang kruisen zij de a. en v. iliacae ventraal. Bij de teef liggen zij dicht bij de aanhechtingslijn van het mesovarium en worden zij ventraal gekruist door de a. en v. ovarica rekening mee houden bij sterillisatie lobus sinister, lobus dexter, lobus quadratus, lobus caudatus = Welke zijn de grote leverlobben? ductus hepaticus, ductus cysticus, galblaas, ductus choledochus = Welke zijn de galwegen? lig. triangulare dextrum, lig triangulare sinistrum, lig. hepatogastricum, lig hepatoduodenale = Welke ligamenten zien we bij de lever? omentum minus = Wat is de een andere naam voor het lig. hepatoduodenale processus caudatus, processus papillaris = Uit welke onderdelen bestaat de lobus caudatus? Urethra/urinebuis = Deze structuur bevindt zich gedeeltelijk (reu) of geheel (teef) in het bekken. Buik zenuwen Geef de namen van de 7 opeenvolgende lumbale ruggenmergzenuwen = n. iliohypogastricus cranialis, n. iliohypogastricus caudalis, n. ilioinguinalis, n. genitofemoralis, n. cutaneus femoris lateralis, n. femoralis, n. obturatorius Langs welke zenuwen komen de parasympatische vezels bij de sympatische plexus solaris? = rami celicaci van de truncus vagalis dorsalis Langs welke zenuw lopen de sympatische vezels vanuit de buik naar de bekkenorganen? = n. hypogastricus Waar begint de n. hypogastricus? = ganglion mesentericum caudale Wat is de ligging van de n. hypogastricus? = retroperitoneaal in caudale richting Waar eindigt de n. hypogastricus? = plexus pelvinus Uit welke vezels bestaat n. hypogastricus? = sympatische postganglionaire vezels Waar bevinden zich de neuronale cellichamen waarvan de axonen de n. femoralis vormen? = grijze stof van het ruggenmerg Waar bevinden zich de neuronale cellichamen waarvan de axonen de n. obturatorius vormen? = grijze stof van het ruggenmerg Waar bevinden zich de neuronale cellichamen waarvan de axonen de n. iliohypogastricus vormen? = spinaal ganglion + grijze stof van ruggenmerg (sensibel en motorisch) Waar bevinden zich de neuronale cellichamen waarvan de axonen de n. hypogastricus vormen? = ganglia mesenterica caudales Waar bevinden zich de neuronale cellichamen waarvan de axonen de preganglionaire sympatishce rami communicantes die in de buik gelegen zijn vormen? = grijze stof van het ruggenmerg Waar bevinden zich de neuronale cellichamen waarvan de axonen de postganglionaire sympatische rami communicantes die in de buik gelegen zijn vormen? = vertebrale ganglia (ganglia thoracica en lumbales) Buik spieren Welke zijn de epaxiale spieren ?= M. longissimus longborum, m. Iliocostalis longborum, Mm. Multifidi Welke zijn de hypaxiale spieren?= M. Quadrates longborum, m. iliopsoas, m. Psoas minor Welke zijn de echte buikspieren?= MOIA, MOEA, MTA en MRA
Ingezonden op 26-12-2016 - 910x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!