Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Mijn eigen "boek"
› 2 Lernliste
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Mijn eigen "boek"
, deel Du
2 Lernliste
Jaar 2 (havo/vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
*DI* de bal = der Ball = die Bälle de club = der Klub = die Klubs het feestje = die Party = die Partys het spel, de wedstrijd = das Spiel = die Spiele het toilet = die Toilette = die Toiletten *DII* aan sport doen = Sport machen bevallen = gefallen = gefallen dansen = tanzen fietsen = Rad fahren = gefahren graag doen = gern tun = getan kopen = kaufen leuk vinden = Spaß machen paard rijden = reiten = geritten schaatsen = schlittschuh laufen = gelaufen skiën = Ski fahren = gefahren spelen = spielen tennissen = Tennis spielen turnen = turnen vieren, feesten = feiern voetballen = Fußball spielen zeilen = segeln zijn = sein = gewesen zwemmen1 = schwimmen = geschwommen zwemmen2 = baden *DIII* interessant = interessant mooi = schön saai = langweilig wanneer = wann *DZahlen* twintig = zwanzig eenentwintig = einundzwanzig dertig = dreißig veertig = vierzig vijftig = fünfzig zestig = sechzig zeventig = siebzig tachtig = achtzig negentig = neunzig honderd = hundert duizend = tausend miljoen = eine Million *DZeit* op maandag = am Montag op dinsdag = am Dienstag op woensdag = am Mittwoch op donderdag = am Donnerstag op vrijdag = am Freitag op zaterdag = am Samstag op zondag = am Sonntag 's morgens = morgens 's middags = nachmittags 's avonds = abends 's nachts = nachts 's zondags = sonntags om een uur = um ein Uhr kwart over een = Viertel nach eins half twee = halb zwei kwart voor twee = Viertel vor zwei vorige week = vorige Woche volgende week = nächste Woche gisteren = gestern morgen = morgen in het weekeinde = am Wochenende Hoe laat is het? = Wie spät ist es? van twee tot vier = von zwei bis vier het kwartier = die Viertelstunde een half uur = eine halbe Stunde het uur = die Stunde Goedemorgen! = Guten Morgen! Goedendag! = Guten Tag! Goedenavond! = Guten Abend Goedenacht! = Gute Nacht *JI* de bibliotheek = die Bibliothek de bioscoop = das Kino = die Kinos het boek = das Buch = die Bücher de cd = die CD de computer = der Computer = die Computer de cultuur = die Kultur de digitale camera = die Digitalkamera de disco = die Disko het drumstel = das Schlagzeug de dvd = die DVD de dvd-recorder = der DVD-Rekorder het entreekaartje = die Eintrittskarte = die Eintrittskarten de film = der Film = die Filme de foto = das Foto = die Fotos de gitaar = die Gitarre de hobby = das Hobby = die Hobbys het internet = das Internet de iPad = das iPad de koptelefoon = der Kopfhörer de krant = die Zeitung = die Zeitungen het mobieltje = das Handy = die Handys het museum = das Museum = die Museen de muziek = die Musik de radio = das Radio het theater, de schouwburg = das Theater het tijdschrift = die Zeitschrift de tv, het tv-toestel = der Fernseher de vakantie = die Ferien (mv) de video = das Video = die Videos de webcam = die Webcam *JII* bestellen = bestellen chatten = chatten er is/ zijn = es gibt fotograferen = fotografieren lezen = lesen = gelesen muziek luisteren = Musik hören naar de film gaan = ins Kino gehen = gegangen reserveren, bespreken = reservieren schrijven = schreiben = geschrieben tv kijken = fernsehen = ferngesehen vrij hebben = frei haben zingen = singen = gesungen *JIII* modern = modern op de televisie = im Fernsehen vrij, gratis = frei waarom = warum *A* die Abbildung = de afbeelding die Einleitung = de inleiding die Zeichnung = de tekening die Mitschüler = de medeleerling üben = oefenen der Körper = het lichaam das Ergebnis = het resultaat zum Schluss = tot slot *B* Sich wünschen = graag willen inzwischen = intussen brauchen = nodig hebben später = later der Alltag = het dagelijkse leven übrigens = overigens *G* einkreisen = omcirkelen die Nationalmannschaft = de nationale ploeg Lust haben auf = zin hebben in/ om sich verletzen = zich pijn doen; blesseren zufrieden = tevreden die Weltmeisterschaft = het wereldkampioenschap das Ziel = het doel eintragen = invullen die Zahl = het getal *H* der Unterschied = het verschil zwischen = tussen verstehen = begrijpen der Absatz = de alinea die Übersetzung = de vertaling *L* lenken = sturen die Kurve = de bocht bremsen = remmen der Spaß = het plezier steuern = sturen *M* die Musikstunde = de muziekles simsen = sms versturen *Landeskunde* der Stundenplan = het lesrooster die Hauptschule = VMBO - bk die Realschule = VMBO - t/havo das Gymnasium = VWO die Grundschule = de basisschool Chemie = scheikunde Erdkunde = aardrijkskunde Geschichte = geschiedenis Mathe = wiskunde Physik = natuurkunde Sozialkunde = maatschappijleer
Ingezonden op 02-01-2017 - 671x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
06-01-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!