Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Aardrijkskunde Mees
› 7 Aardrijkskunde begrippen aarde H3
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Aardrijkskunde Mees
, deel 1
7 Aardrijkskunde begrippen aarde H3
Jaar 5 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
het deel van het naar een hemellichaam gestraalde licht dat dit hemellichaam weer terugzendt = albedo zone met droge klimaten = aride zone het geheel aan gasvormige stoffen die het vaste en vloeibare deel van de aardkorst omringen = atmosfeer het verlies aan biologische en economische productiecapaciteit van het land = bodemdegradatie het door erosie verdwijnen van het door de planten belangrijke deel van de verweringslaag = bodemerosie overgangsgebied tussen de gematigde en de polaire zone op de continenten dus op het noordelijk halfrond = boreale zone proces waarbij woestijnen zich in oppervlakte uitbreiden = desertificatie verlaging van de grondwaterstand door het aanleggen van greppels en afvoerbuizen = drainage landgebruik zonder milieu uitputting en met een zo klein mogelijke milieuaantasting = duurzaam landgebruik gordels tussen de subtropische en de boreale zone = gematigde zone factoren die door hun onderlinge relaties landschapszones vormen de belangrijkste zijn het klimaat de gesteenten het reliëf en de mens = geofactoren gebied waar het gewicht van de kolom lucht boven aarde groot is = hogedrukgebied bevloeiing of beregening van landbouwgronden = irrigatie de veranderingen op lange termijn van de temperatuur de neerslag en de wind op aarde = klimaatverandering koude waterstroming in oceanen en zeeën = koude zeestroom gebied waar het gewicht van de kolom lucht boven aarde gering is = lagedrukgebied gebied met karakteristieke kenmerken = landschapszone de druk die de lucht door zijn gewicht op het aardoppervlak uitoefent = luchtdruk land of zeewind die elk half jaar van richting verandert = moesson het kappen van bossen door de mens = ontbossing meer vee houden dan de natuurlijke vegetatie kan verdragen = overbeweiding relatief droge wind die van de subtropische hogedrukgebieden naar de evenaar waait = Passaat gordels tussen de poolcirkel en de polen = polaire zone zone tussen de tropen en de gematigde breedte = subtropische zone het aantal graden celsius temperatuurverandering over 100 m hoogteverandering in de dampkring of op de aardkorst = temperatuurgradiënt zone tussen de 10 NB en 10 ZB = tropische zone onderste laag van de atmosfeer waarin de weersverschijnselen zich afspelen = troposfeer toename van het zoutgehalte van de bodem of van het grond en oppervlaktewater = verzilting
Ingezonden op 03-01-2017 - 982x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
04-01-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!