Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'

buiteNLand, deel 1

4 natuurrampen

Jaar 1 (havo/vwo)

aardbeving = Trilling die ontstaat door een plotselinge verschuiving van delen van de aardkorst.
aardkern = Het binnenste gedeelte van de aarde, dat bestaat uit een vaste kern met daaromheen een vloeibaar gedeelte.
aardkorst = De buitenste schil van de aarde, die bestaat uit platen: stukken oceaanbodem en stukken continent.
aardmantel = Het deel van de aarde dat ligt tussen de kern en de aardkorst. Het bestaat uit stroperig materiaal, dat heel langzaam stroomt.
economische schade = Schade die geld kost en die is ontstaan als gevolg van een ramp of slecht weer. Vaak aan infrastructuur en gebouwen.
epicentrum = Plaats waar de aardbeving het krachtigst is.
lava = Vloeibaar gesteente dat bij vulkaanuitbarsting naar buiten komt.
oceanische rug = Plaats waar twee delen van de oceaanbodem uit elkaar worden getrokken en hete lava uit de diepte omhoog komt.
oog van de orkaan = Middelpunt van de orkaan, waar de lucht uit de omgeving omheen draait.
platentektoniek = Het bewegen van aardkorstplaten.
schaal van richter = Schaal waarmee de zwaarte van aardbevingen wordt ingedeeld.
tropische orkaan = Orkaan met windsnelheid van meer dan 200km/h.
tsunami = Grote vloedgolf ontstaan door beving op de oceaanbodem.
vulkaan = Een plek in de aardkorst waar lava en/of andere materialen uit de aardmantel naar buiten komen.
vulkaankegel = Een berg die ontstaan is door lagen as en lava bij uitbarstingen.
benedenloop = laagste gedeelte van een rivier, net voordat de zee stroomt
bovenloop = het begin van een rivier, die eestal door de bergen stroomt
breuk = grote scheur in de aardkorst
dal = laagste gedeelte in een landschap, meestal ontstaan door een rivier of gletsjer
dijk = door de mens aangelegde bescherming tegen water
duin = opgewaaid zand : in ons land een natuurlijke bescherming tegen de zee
eb = lage stand van het zeewater
kustlijn = waar het land aan zee grenst
kwelwater =water dat onder de dijk doorgesijpeld naar het woongebied
NAP = nulpunt van het zeespiegel waaraanhoogte van waterstand wordt afgemeten

Ingezonden op 26-05-2009 - 1809x bekeken.
Waardering 3.2 (aantal stemmen: 8)

voting system
1
2
3
4
5

als het goed is niks mis mee.
anders even melden plzz

p.s. niet gaan zeiken dat je een 4,3,2,1,0 heb gehaald had je beter moeten oefenen

Deze overhoring is meer dan zeven jaar geleden ingestuurd. Dit was de begintijd van woordjesleren.nl!!
Waarschijnlijk werk je met een recentere uitgave en wijkt jouw boek af van de inzending hierboven.

Vakken

buiteNLand, deel 1

4 natuurrampen