Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Na Klar 4vwo
› 13 basiswoordenschat
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Na Klar 4vwo
13 basiswoordenschat
Jaar 4 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
aanbellen/rinkelen=klingeln antwoorden=antworten bedanken=sich bedanken bedoelen=meinen beleven=erleben betalen=bezahlen betekenen=bedeuten blijken=sich herausstellen boodschappen doen=einkaufen bouwen=bauen condoleren=kondolieren feliciteren=gratulieren fotograferen=fotografieren gaan liggen=sich hinlegen gaan zitten=sich setzen gebeuren=passieren geloven=glauben halen=holen herhalen=wiederholen hopen=hoffen horen=hören horen bij=gehören zu houden van=lieben huilen=weinen huren=mieten kennismaken=kennen/lernen kloppen (op deur)=klopfen kloppen (juist zijn)=stimmen koken=kochen kopen=kaufen kosten=kosten lachen=lachen laten weten=bescheid sagen laten zien=zeigen leggen=legen leren=lernen leven=leben luisteren=zuhören maken=machen melden=melden merken=merken missen=vermissen/verpassen missen, ontbreken=fehlen neerleggen=hinlegen nodig hebben=brauchen onthouden=sich merken opendoen=aufmachen ophouden=aufhören oplossen (probleem)=lösen opletten=aufpassen oversteken=überqueren praten=reden proberen=versuchen controleren=kontrollieren danken=danken dansen=tanzen dicht doen=zumachen doen=machen doorgaan=weitermachen douchen=duschen draaien=drehen drukken=drücken duren=dauern durven=sich trauen proeven=kosten regenen=regnen reizen=reisen remmen=bremsen schoonmaken=sauber machen smaken=schmecken spelen=spielen spellen=buchstabieren storen=stören studeren=studieren sturen=schicken tegenkomen=begegnen telefoneren=telefonieren tellen=zählen toestaan=erlauben trouwen met=heiraten twijfelen aan=zweifeln an uitdoen (licht)=ausmachen' uitleggen=erklären uitrusten=sich ausruhen verbeteren=verbessern verdienen=verdienen verklaren=erklären verkopen=verkaufen verliefd worden op=sich verlieben in vertalen=übersetzen vertellen=erzählen vertrouwen=vertrauen volgen=folgen wachten=warten wekken=wecken wennen aan=sich gewöhnen an werken=arbeiten wisselen=wechseln wonen=wohnen zeggen=sagen zich bewegen=sich rühren zich haasten=sich beeilen zich herinneren aan=sich erinnern an zich vergissen=sich irren zich verheugen=sich freuen zoeken=suchen
Ingezonden op 06-01-2017 - 469x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!