Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Italiaans 2
› 8 Vocabolario 2 week 8 4.3 vanaf p. 65 tot p.70
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Italiaans 2
8 Vocabolario 2 week 8 4.3 vanaf p. 65 tot p.70
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
rimanere = blijven la tranquillità = de rust, de kalmte tranquillo, a = rustig, kalm dolce = zacht, vriendelijk, teder vivace = levendig, druk la vivacità = de levendigheid, de drukte chiuso, a = gesloten succedere = gebeuren, overkomen essere in atto = aan de gang zijn ridere = lachen la burla = de grap lo scherzo = de grap, de mop scherzare = grappen maken, gekscheren comico, a = komisch, grappig la beffa = de poets, de streek, de spot ironico, a = ironisch l'ironia = de ironie la scaramanzia = de bezwering, de bijgelovigheid il gesto scaramantico = het bezwerend gebaar il malocchio = het boze oog lo iettatore, la iettatrice = de ongeluksbrenger l'abitudine = de gewoonte abituato, a = gewend abituarsi a = wennen aan, gewend raken aan l'attenzione (f) = de aandacht aperto, a = open(hartig) attento, a = oplettend, aandachtig, voorzichtig spiritoso, a = geestig, gevat fare la civetta = koketteren paziente = geduldig tollerante = rolerant, verdraagzaam la tolleranza = de tolerantie, de verdraagzaamheid la fiducia = het vertrouwen fiducioso, a = vertrouwen hebbend, vol vertrouwen fidarsi di = vertrouwen (op) ingenuo, a = naïef l'ingenuità = de naïviteit cretino, a = stom, idioot fesso, a = dom fare il fesso/la fessa = de dommerik uithangen villano, a = ongemanierd, lomp sballato, a = onzinnig diffidente = wantrouwend, achterdochtig diffidare di qu = iemand wantrouwen la sfiducia = het wantrouwen freddo, a = koud, koel la freddezza = de koelte, de onverschilligheid indeciso, a = besluiteloos, onzeker inquieto, a = rusteloos, bezorgd, ongerust l'intenzione (f) = de bedoeling, het plan intenzionato, a = van plan, voornemens provare = proberen cedere = zwichten, toegeven, afstand doen la circostanza = de omstandigheid, de gelegenheid sbrigarsi = opschieten, zich haasten l'interesse (m) = de interesse, de belangstelling interessarsi di/a = belangstelling hebben voor, geïnteresserd zijn in la pazienza = het geduld intendere = van plan zijn, willen insistere = doorgaan, aandringen l'insistenza = de vasthoudendheid chiudersi = zich terugtrekken, zich afsluiten rifiutarsi = weigeren il rifiuto = de weigering forte = sterk Sii forte! = Wees flink! obbligato, a = verplicht, gedwongen occupato, a = bezig, bezet l'agio = het gemak l'umore (m) = het humeur, de stemming la calma = de kalmte, de rust capitare = overkomen, gebeuren il pregiudizio = het vooroordeel ipocrita = schijnheilig, hypocriet l'ipocrisia = de schijnheiligheid, de hypocrisie ordinato, a = netjes, ordelijk disordinato, a = slordig la pigrizia = de luiheid pigro, a = lui diligente = ijverig, vlijtig la diligenza = de ijver, de vlijt la puntualità = de stiptheid, de nauwkeurigheid puntuale = (stipt) op tijd, nauwkeurig il comportamento = het gedrag, de handelswijze comportarsi = zich gedrag spregiudicato, a = onbevoordeeld, ruimdenkend disinvolto, a = vlot, nonchalant, spontaan la disinvoltura = de vlotheid, de nonchalance distaccato, a = afstandelijk, gereserveerd il distacco = de afstandelijkheid, de gereserveerdheid reagire (reagisco) = reageren la reazione = de reactie l'intuito = de intuïtie esitare = aarzelen, twijfelen l'esitazione (m) = de aarzeling, de twijfel sospirare = zuchten, verzuchten il sospiro = de zucht singhiozzare = snikken, de hik hebben il singhiozzo = het gesnik, de hik il sollievo = de opluchting sollevato, a = opgelucht sorprendere = verrassen, verbazen l'improvvista = de overwachte verrassing improvvisamente = plotseling, onverwacht immediato, a = direct, onmiddelijk impazzire (impazzisco) = gek worden matto, a = gek, dwaas folle = idioot, dwaas, uitzinnig la follia = de waanzin balordo, a = onnozel, verstrooid il balordo, la balorda = de domoor, de sukkel, de sufferd apposta (avv) = expres, opzettelijk la forza = de kracht, de sterkte la volontà = de wil volenteroso, a = bereidwillig, ijverig l'iniziativa = het initiatief la prova = de poging, de proef impulsivo, a = impulsief spontaneo, a = spontaan irritare = irriteren, ergeren l'irritazione (f) = de irritatie, de ergernis il torto = het ongeluk, de fout, het onrecht attivo, a = actief la prudenza = de voorzichtigheid, de behoedzaamheid attivare = op gang brengen deciso, a = vastberaden energico, a = energiek, doortastend tosto, a = hard, koppig la lotta = de strijd, het gevecht lottare = strijden, vechten
Ingezonden op 08-01-2017 - 995x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
15-01-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!