Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Grandes lignes fenna
› 2 woordjes van b en e
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Grandes lignes fenna
2 woordjes van b en e
Jaar 3 (vwo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
spaar je?=Tu fais des économies? Nee, ik geef alles uit=Non, je dépense tout Ja, ik spaar voor een scooter=Oui, je fais des économies pour acheter un scooter wat heb je zojuist gekocht?=Qu'est-ce que tu viens d'acheter? Ik heb zojuist een clutch gekocht=Je viens d'acheter un clutch Dat is een handtasje=C'est un petit sac à main Hoeveel heeft het gekost?=Ça a coûte combien? Het heeft 75 euro gekost=Ça a coûte 75 euros Dat is duur=C'est cher ik ken het woord niet in het Frans=Je ne connais pas le mot en français. zijn geld uitgeven=dépenser son argent sparen=faire des économies kosten=coûter ik heb zojuist; ik ben zojuist= je viens de ik ben bezig met=je suis en train de nuttig=utile het is om die reden dat=c'estpour ça que; c'est pour cela que het zakgeld= l'argent de poche de spelcomputer=la console het tijdschrift=le magazine de mobiele telefoon= le portable de make-up=le maquillage de sneakers= les baskets het (bij)baantje=le petit boulot; le job le petit boulot; le job= het (bij)baantje dépenser son argent=zijn geld uitgeven faire des économies=sparen coûter=kosten utile=nuttig être en train de=bezig zijn met; bezig zijn te je viens de; je viens d'=ik heb zojuist; ik ben zojuist venir de (faire)=zojuist (gedaan) hebben celui que mnl.; celle que vrl;= degene die çest pour ça que; c'est pou cela que=het is om die reden dat la fin du mois=het einde van de maand tous les mercredis=elke woensdag ça suffit maintenant=nu is het genoeg en fait=eigenlijk bavarder=kletsen marrant(e)= grappig pour une fois=eindelijk pratique=handig; praktisch en route pour= op weg naar l'achat=de aankoop rêver de=dromen van payer=betalen, afrekenen verser de l'argent=geld storten la réduction=de korting mettre de l'argent de côté=geld opzijzetten les sous=het geld, de centen j'ai reçu=ik heb ontvangen/gekregen décider de=besluiten (om te) garder=bewaren,oppassen faire attention à=opletten pas mal de=een heleboel, nogal wat le compte en banque=de bankrekening retirer(de l'argent)=geld pinnen/opnemen raisonnable=redelijk avant=voor (tijd) plein de choses=van alles, veel le patron=de baas d'un coup=ineens, plotseling être passioné(e) de=dol zijn op le mois= de maand l'an=het jaar gagner=verdienen, winnen livrer des journaux=kranten bezorgen faire le jardin=de tuin doen travailler dans un magasin=werken in een winkel tu as combien d'argent de poche par semaine=hoeveel zakgeld heb je per week mes parents donnent 5 euros par semaine=mijn ouders geven me 5 euro per week que fais-tu de ton argent (de poche)=wat doe je met je (zak)geld j'achète surtout des jeux vidéo=ik koop vooral computerspellen tu as aussi un petit boulot=heb je ook een bijbaantje oui, je fais du baby-sitting tous les jeudis/non je n'ai pas de petit boulot=ja ik pas iedere donderdag op/nee ik heb geen bijbaantje le tissu=de stof la couleur=de kleur le motif=het motief, het dessin commander=bestellen la boutique=de boetiek la vente=de verkoop superbe=prachtig ça a marché= is het gelukt avoir envie de=zin hebben in décrire=omschrijven à petits prix= voor een zachte prijs disponible=beschikbaar plusieurs=meerdere la robe=de jurk la jupe= de rok content(e)=blij, tevreden prêt(e)=klaar, gereed tout à fait=helemaal, precies envoyer=(ver)sturen dehors=buiten chercher=zoeken trouver=vinden en plastique=van plastic en verre=van glas en bois=van hout carré(e)= vierkant rond(e)=rond léger,légère=licht van gewicht bonjour, je peux vous aider=goedendag kan ik u helpen oui je cherche des lunettes de soleil=ja ik zoek een zonnebril vous pouvez les décrire=kunt u hem beschrijven ce sont des lunettes avec des verres noires et une monture en métal=het is een bril met zwarte glazen en een metalen montuur au revoir et bonne journée= tot ziens fijne dag nog pardon/excusez-moi=pardon jaune foncé = donkergeel vert clair = lichtgroen en haut = bovenin en bas = onderin dedans = erin imprimé avec ; imprimée avec = bedrukt met essayer = proberen soigné ; soignée = verzorgd une paire = een paar ajouter au panier = in het winkelmandje doen la vitrine = de etalage le rayon vêtements = de kledingafdeling le porte-monnaie = de portemonnee prêter de l'argent = geld lenen prêter de l'argent à = geld lenen aan la carte bleue = de bankpas ; de Franse bankpas impeccable = perfect lourd ; lourde = zwaar les chaussures (v, mv) = de schoenen le pull ; le pullover = de trui le pantalon = de broek ; de nette broek le collier = de halsketting le bracelet = de armband la cravate = de stropdas la montre = het horloge clair ; claire = licht foncé ; foncée = donker des lunettes de soleil de quelle marque? = een zonnebril van welk merk? j'ai vu une promotion de Ray-Ban sur internet = ik heb een aanbieding van Ray-Ban gezien op internet ce sont ces lunettes de soleil? = is het deze zonnebril? oui, c'est ça = ja, dat is hem je les prends = ik neem hem vous voulez payer par carte bancaire? = wilt u pinnen? oui, s'il vous plaît = ja, alstublieft non, je voudrais payer en espèces = nee, ik wil graag contant betalen je vous fais un paquet cadeau? = zal ik het voor u inpakken? oui, merci beaucoup = ja, heel erg bedankt le monde entier = de hele wereld à chacun son = ieder zijn ; ieder zijn ... à chacun sa = ieder haar ; ieder haar ... ce que ; ce que = dat wat issu de ; issue de = afkomstig uit garder l'espoir (m) = hoop houden ; de hoop houden interdit ; interdite = verboden étonnant ; étonnante = verbazingwekkend traverser = oversteken ; door ... heen gaan ; door heen gaan se révolter = in opstand komen réussir à = slagen in la chemise = het overhemd la machine à laver = de wasmachine le survêtement = het trainingspak les gants (m, mv) = de wanten pas besoin de ... ; pas besoin de = niet nodig om te ... ; niet nodig om te prochain ; prochaine = volgende le réfugié = de vluchteling la guerre = de oorlog protéger = beschermen rendre hommage = eer bewijzen rendre hommage à = eer bewijzen aan rester en contact = contact houden avoir besoin de = nodig hebben l'espoir (m) = de hoop
Ingezonden op 11-01-2017 - 820x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
25-01-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!