Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Methode 1
› 0 Examenidioom
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Methode 1
0 Examenidioom
Jaar 5 (havo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
sich verständigen = zich verstaanbaar maken austauschen = uitwisselen das Verständnis = het begrip andeuten = aanroeren betonen = benadrukken hervorgeben = met klem zeggen Bescheid sagen = doorgeven sich erkundigen = informeren erfahren = vernemen sich herumsprechen = overal bekend worden der Hinweis = de aanwijzing die Hinsicht = het opzicht begründen = motiveren hervorgehen = blijken entsprechen = overeenkomen met gehoben = plechtig die Hauptaussage = de belangrijkste uitspraak die Ansprache = de korte toespraak die Geste = het gebaar die Auseinandersetzung = de discussie der Fragebogen = de vragenlijst erkunden = verkennen die Postleitzahl = de postcode das Schlagwort = het trefwoord die Schlagzeile = de vette krantenkop die Berichterstattung = de verslaggeving die Datei = het bestand speichern = opslaan die Tastatur = het toetsenbord das Telefonat = het telefoontje die Sendereihe = de programmareeks aufzeichnen = opnemen mitschneiden = opnemen einblenden = toevoegen durchsagen = meedelen ansagen = aankondigen die Glotze = de t.v der Moderator = de presentator die Einschaltquote = het kijkcijfer der Haushalt = de budget; de begroting wirtschaftlich = economisch die Landwirtschaft = de landbouw; het agrarische bedrijf schwanken = schommelen der Aufschwung = de opbloei; de opleving boomen = een opbloei beleven der Ansturm = de run der Anreiz = de prikkel; de aansporing pleite = failliet; bankroet, blut Schlange stehen = in de rij staan die Mangelware = het schaarse product der Erzeuger = de producent herstellen = maken; produceren die Vermarktung = het op de markt brengen erstehen = kopen; bemachtigen erhältlich = verkrijgbaar kostengünstig = goedkoop kostspielig = duur; kostbaar due Gebühr = het tarief der Interessent = de belangstellende der Konsum = de consumptie; het verbruik der Verbraucher = de consument die Stiftung Warentest = de consumentenbond; de Duitse consumentenbond die Werbeagentur = het reclamebureau die Litfaßsäule = de reclamezuil der Wettbewerb = de concurrentie das Inserat = de advertentie die Nobelmarke = het topmerk die Auswahl = de keuze der Inhaber = de houder; de eigenaar eingeben = invoeren; ingeven das Guthaben = het tegoed die Rate = de termijn der Zins = de rente die Rente = het pensioen; de uitkering der Steuerberater = de belastingadviseur der Aktionär = de aandeelhouder die Kohle = de poen die Währung = de munteenheid; de munt; de valuta die Forschung = het (wetenschappelijk) onderzoek der Gegenstand = het voorwerp, het onderwerp voraussagen = voorspellen erforschen = onderzoeken überprüfen = checken, controleren der Fortschritt = de vooruitgang vorankommen = opschieten, vooruitkomen sich erweisen = blijken (te zijn) vollenden = voltooien herausfinden = ontdekken fündig werden = vinden, stuiten op vorgehen = te werk gaan das Verfahren = de methode, het procedé anwenden = toepassen ausgeklügelt = uitgekiend überholt = achterhaald die Daten = de gegevens der Beleg = het bewijs besagen = bewijzen, betekenen folgern = concluderen der Fund = de vondst (het gevonden voorwerp) der Befund = de bevinding (de uitslag) der Bezug = het verband gewährleisten = garanderen die Retorte = de reageerbuis ausmessen = opmeten der Behälter = het vat, de houder die Untertasse = schotel schwerelos = gewichtloos der Urheber = de uitvinder, de initiatiefnemer der Erfinder = de uitvinder tüfteln = prutsen, knutselen die Bedienungsanleitung = de gebruiksaanwijzing die Klimaanlage = de airconditioning die Schwelle = de drempel die Schachtel = het pakje, het doosje von der Stange = doorsnee (confectie) die Probefahrt = de proefrit der TÜV = de apk das Triebwerk = de motor, de vliegtuigmotor
Ingezonden op 11-01-2017 - 729x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!