Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Interculturele Aspecten van opvoeding, onderwijs en hulpverlening
› 7 ICASP deel B hc 7
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Interculturele Aspecten van opvoeding, onderwijs en hulpverlening
7 ICASP deel B hc 7
Jaar 3 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
Wat heeft de grootste invloed op je levensloop? = 1. de plaats waar je geboren wordt (armoede/cultuur) 2. de tijd waarin je geboren wordt (toen/nu) 3. Je geslacht De plaats waar je geboren wordt heeft invloed op je levensloop = je ziet verschillende plaatjes een computerend kind, of bijv een kind met opium op zijn lip zodat ie sneller slaapt. als je geboren wordt in een armer gezin heb je minder kans , het berust op toeval IMR = aantal in het eerste levensjaar gestorven baby's per 1000 levend geboren kinderen (in NL dus onder de 1 proc bijv) U5MR = aantal in de eerste 5 levensjaren gestorven kinderen per 1000 levend geboren kinderen (in het eerste jaar heb je de meest riskante periode gehad) Maternal mortality rate = aantal dode moeders per 100.000 levend geboren babys (komt niet meer zo heel vaak voor, daarom 100.000) IMR , U5MR en Maternal Mortality rate = maat voor de rijkdom en gezondheidszorg in een land waar zie je bijv een hele hoge IMR = in landen in Afrika vooral midden afrika Wat zegt het gemiddelde inkomen over IMR = Als de gemiddelde persoon 45.000 dollar verdient ligt de zuigelingesterfte onder de 10. dus, als de rijkdom op orde is komt het daarna neer op goede beschikbaarheid van voorzieningen voor de bevolking U5MR internationaal, wat zie je hieruit in het kaartje = vooral in midden en zuid afrika is de Under Five mortality rate het hoogste, soms meer dan 150 Wat zien we in de ontwikkeling van U5MR = het neemt af, maar niet snel genoeg Waarom gaan kinderen onder de 5 dood? cirkeldiagram = diaree/ uitdroging/ antibiotica die niet voor handen is/ mazelen (in NL ingeent) en neonatal causes, dus aangeboren afwijkingen of een heel laag geboortegewicht bijv Waar wordt je oud? = in Zweden/NL en de VS is de kans het grootste om 65 jaar te worden waar wordt je het minst snel oud ? = In Zambia/ zimbabwe/ namibie/ gabon heb je de minste kans om 65 jaar te worden De tijd waarin je geboren wordt zegt ook veel, kijk bijv naar de romeinen = toen was de IMR 350/1000 de U5MR 450/1000 en U10MR 500/1000 Historisch de IMR in NL = er is een afname van rond 1600 400/1000 en rond 2010 9.9/1000 (dit is mondiaal en historisch gezien erg laag) De stamboom van de professor uit 1795-1848 wat valt op = veel kinderen zijn niet oud geworden of zelfs in het eerste levensjaar overleden Kindersterfte , waardoor en bij wie = voornamelijk door hygiënische omstandigheden erg beroerd/en geen goed alternatief voor borstvoeding. dit was bij zowel de rijke als de arme mensen. ook op bijv schilderijen van rijke mensen zie je kinderen in een bedje slapen dat bijv alle overleden kinderen moeten voorstellen vonden ze het nog erg na al die sterftes, raakten ze er niet aan gewend = Godsdienst kon wel steun bieden maar het wendde nooit, het bleef een ernstige klap. Zo waren er ook bijv moeders waarvan de man op de boot werkten en de man nooit het kind heeft kunnen zien Oplossing bij dat er geen goed alternatief was voor borstvoeding = een min (baby voeden voor geld. soms had ze zelfs een contract en ging de baby daar ook echt wonen, vaak overleefden ook deze baby's t niet. Soms had de min ook nog een baby en moest ze 2 kinderen voedden ) / dierlijke voeding (maar hebben vaak de verkeerde samenstelling voor mensen dus moest er bijv boter bij ) / kunstvoeding (poeders met water, aanvankelijk waren die slecht nu kan dat gewoon. poeder was erg duur en daarom deden moeders daar veel water bij, maar water zat nog vol met bacteriën dit leidde tot ondervoeding en diaree en uitdroging) Welke ziekten kwamen vroeger veel voor = tyfus, malaria, cholera, tbc , mazelen etc Waarom wordt 'juffrouw' de min niet uitgenodigd voor gesprek = omdat een juffrouw niet getrouwd is.. vaak willen ze die wel hebben loopmin = iemand die 5, 6 x per dag langskwam en niet bij je inwoondee Wat was een probleem met de zuigfles = het was niet goed schoon te houden doordat het van steen was en je er amper in kwam of bij een andere fles door het leer Aan welke regel hielden ze zich vroeger veel = reinheid, rust, regelmaat India en geslacht = ouders hebben er veel voor over om te voorkomen dat ze een dochter krijgen. Jongens hebben werkkracht en zijn een bron van inkomen daarnaast blijven ze bij hun ouders wonen. Meisjes kosten geld door de bruidsschat en verlaten het ouderlijk huis. Er is dus een zware druk van de familie om een zoon te krijgen. Als er een bedrijf is krijgen de jongens het, als er een erfenis is krijgen de jongens dit.. Gevolgen van dat in India ze liever jongens hebben = Niet-noodzakelijke geslachtsbepaling/ 10.000.000 vrouwelijke foetussen geaborteerd in 20 jaar / scheve sexeverdeling (meer m dan v) / loosers:arme, laagopgeleide mannen/ bendevorming en geweld (omdat er meer mannen zijn dan vrouwen, kunnen veel mannen niet trouwen en daardoor bijv verkrachtingen) / van bruidsschat naar bruidsprijs..? China's 1 kind politiek = problemen van de bevolkingsgroei / boete op 2e kind/ ong 1.8 kind per echtpaar wat zijn neveneffecten van China's 1 kind politiek = gedwongen sterilisatie, abortus, infanticide / scheve sexe ratio (man heeft werkkracht en erfrecht) / afstaan kinderen voor adopties, veelal meisjes, maar kan ook gehandicapten/ kleine keizers (jongetjes die geboren worden waren vaak enig kind en werden vertroeteld door de ouders ) Want ook in China groeit het idee dat ze leiver een jongen willen sexe ratio in het algemeen = op elke 100 meisjes worden er ongeveer 105 jongens geboren er zijn dus meer jongens dan meisjes op de wereld . op elke leeftijd komen er ook meer jongens dan meisjes om het leven Wat is ontwikkeling? = A Afgrenzen van andere begrippen B voorbeelden (motoriek/taal) C definities D Modellen A Afgrenzen van andere begrippen (stagnatie, vooruitgang) (bij wat is ontwikkeling) = Ontwikkeling en vooruitgang heeft verschillende theorieen. Equivalent (piaget) en Niet equivalent Equivalent = piaget , stadium 1 leer je a, stadium 2 behoud je a en leer je b bij. stadium 3 onthoud je a en b en leer je c bij. Je onthoud dus altijd alles! je leert er alleen maar dingen bij, je verliest dus niets niet-equivalent = soort winst-verliesrekening, ontwikkeling is niet echt vooruitgang. In stadium 1 leer je a in stadium 2 weet je a nog een beetje en leer je b in stadium 3 weet je a niet meer , weet je b nog een beetje en leer je c. In dit stadium kan het dus voorkomen dat je bepaalde dingen echt niet meer weet Riviermodel (waddington) = balletje is het kind, water is de context, rivierbedding zijn de obstakels . Hoe het kind (balletje ) zich beweegt hangt af van stroming en het is onvoorspelbaar welke weg het kind zal leiden, dus verschillende manieren dat een kind kan groeien. Ondanks dat worden we wel allemaal volwassen, dus iedereen komt toch bij hetzelfde eindresultaat (multineariteit) Voordelen van riviermodel = - kanalisering (altijd fysieke en sociale omgeving die jou een kant op probeert te sturen) / multilineariteit (uiteindelijk eindig je tzelfde ) / equifinaliteit (je weet niet welke afslag je gaat nemen, je kan onmogelijk voorspellen wat er met een kind zult worden) / onvoorspelbaarheid Nadelen van riviermodel = de constante omgeving/ het passieve organisme (kinderen proberen heel actief de omgeving te veranderen) / de ontbrekende wisselwerking org-omg Voorbeeld Multilieariteit, locomotie en equivialiteit = hoe het kind tot lopen komt. ieder kind doet het anders, de ene schuift de ander via kruipen. Er is wel een weg wat het vaakste voorkomt. Het idee van multilieariteit is dat ze allemaal bij 1 ding uitkomen. Locomotie, is het gene waar ze op uit komen is het lopen. Equifinaliteit is dus dat je niet weet welke afslag je neemt om hiertoe te komen Interactiemodel van Piaget = Een kind is continue in interactie. Het kind verandert telkens maar ook de omgeving verandert telkens. al die tijd is er continue interactie . Voor een baby is een wiegje de omgeving en voor een kleuter bijv de woonkamer Sociaal-ecologische interactiemodel (vygotsky Bronfenbrenner) = De interpretatie vd omgeving verandert ook / omgeving omvat de sociale ander die.... A meeverandert (als je 2 bent en je moeder is 30 is ze 32 als je 4 bent jullie veranderen allebei qua uiterlijk en leeftijd) B andere eisen gaat stellen (ouders zullen bijv nooit een kind van 2 iets vertellen over algebra ) Je spreekt van een kritische periode als = 1. het aanbod in een scherp omschreven periode moet plaatsvinden 2. het effect van het - gebrek aan- aanbod onomkeerbaar is (deze 2 zijn bijna altijd zelden aantoonbaar ) Aantonen van kritische periode = daarvoor moet je de duur van de ervaring en de leeftijd waarop zij ondergaan wordt variëren Periodisering van de ontwikkeling, het boek probeert de ontwikkeling in te delen = Zuigeling - peuter - kleuter - schoolkind - tiener- puber- volwassene - ouder/grootoudre (maar.. het spreken van een kleuter of schoolkind is een indeling die in andere culturen niet zullen bestaan, dus kan ook wel ... infancy - childhood - adolescence - adulthood ) Hoe markeert een cultuur bepaalde overgangen in de ontwikkeling = rites de passages/initaiatierites. Bij het gaan naar een nieuwe levensfase markeren wij altijd met een ceremonie of een ritueel. en het staat altijd tegenover belangrijke anderen , mensen weten nu dat je in een nieuwe levensfase bent en dat je nieuwe privileges maar ook nieuwe verplichtingen hebt Periodisering als biocultureel fenomeen = 1e menstruatie (menarche) en cultuur (ijv in peru in de bergen minder snel een menstruatie, door weinig eten en bijv, indiase meisjes ook laat met menarche, maar als zij opeens in zweden gaan wonen, waar veel eten is , worden ze ook ineens veel sneller ongesteld) / pijnbeleving bioculureel (bevalling) (Bijv. Samoa-meisjes rapporteren over het algemeen weinig pijn, komt omdat de cultuur zei dat ze geen pijn beleving mochten hebben... en... verwerstering , wanneer deze meisjes emigreren naar ander land rapporteren ze evelveel pijn,maar uitten ze dit meer, op dezelde manier als dat bij ons het geval is ) Periodisering van volwassenheid = 1. vroege volwassenheid (20-30) 2 middenvolwassenheid (30-60) 3. Late volwassenheid (60-90) Vroege volwassenheid = erikson over 'intimacy vs isolation' dit dilemma oplossen in vroege volwassenheid. dus een relatie aangaan of alleen blijven Middenvolwassenheid = 30 tot 60 jr. Erikson over generativity vs stagnation (dit dilemma oplossen in middelvolwassenheid dus , kinderen krijgen of niet...) Late volwassenheid = 60 tot 90 jr Mvr Erikson over integrity vs despair dit dilemma oplossin in de late volwassenheid. Dus , hoe blik je terug op datgene wat je gedaan hebt, is het een mislukking of heb je het goed gedaan? integrity vs despair= dit dilemma oplossin in de late volwassenheid. Dus , hoe blik je terug op datgene wat je gedaan hebt, is het een mislukking of heb je het goed gedaan? generativity vs stagnation = (dit dilemma oplossen in middelvolwassenheid dus , kinderen krijgen of niet...) 'intimacy vs isolation' = dit dilemma oplossen in vroege volwassenheid. dus een relatie aangaan of alleen blijven Wat is cultuur = geheel van gewoonten, gedragingen, objecten , symbolen, overtuigingen ed van een groep die op niet-erfelijke wijze van generatie op generatie overgedragen worden door (socialisatie) Overgang cultureel-individueel is gradueel , betekent = houdt in dat je een individu wordt door je de culturele aspecten eigen te maken. Wanneer je iemand beschrijft, noem je vaak veel culturele aspecten (kan heel goed schilderen/tekenen). De overgang is gradueel, een individu heeft een unieke combinatie van culturele elementen. Deze unieke combinatie maakt je tot een individu. Je maakt je cultuur eigen. Bi-directional realtionship individu-cultuur = het overdragen van cultuur is geen eenrichtingsverkeer. Anders zou cultuur zich ook nooit kunnen vernieuwen. Het is niet louter overdracht van oude naar nieuwe generatie. Het is ook zo dat de nieuwe generatie kinderen nieuwe elementen in de cultuur introduceren. Dus tweerichtingsverkeer. Voorbeelden: kinderen die nieuwe woorden verzinnen. De overdracht kan dus zijn van kind naar volwassene, van volwassene naar kind, maar kan ook van kind naar kind. Dus hoeft niet per se generatieverschil te zijn. Je kunt dus ook dingen leren van klasgenoten ofzo. Hebben dieren cultuur? = Lijkt wel zo te zijn , groepen dieren kunnen gewoontes aan elkaar overdragen , langs niet erfelijke weg
Ingezonden op 12-01-2017 - 762x bekeken.
Laatst bijgewerkt:
24-01-2017
.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!