Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
Ethiek
› 0 College 4
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
Ethiek
0 College 4
Jaar 1 (universiteit)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
In welke periode ontstond de ethiek van de stoa? = In de Hellenistische periode. Waar bestond Griekenland uit voor de Hellenistische periode? = Uit stadstaten. Dat zie je in de ethiek van Aristoteles. Tijdens zijn tijd begon het te veranderen. Wie stichtte het eerste wereldrijk dat zo groot was dat men het niet meer kon overzien? = Alexander de Grote (Aristoteles gaf hem les) Waarom is de filosofie uit de Hellenistische tijd een filosofie uit onzekere tijden? = Alexander de Grote stichtte het Romeinse rijk. Het was zo groot dat het niet te overzien was. Keizers werden vergoddelijkt omdat ze het konden overzien. Ze konden niet meer met de paar duizend man die meetelde bij elkaar gaan zitten. Dat was het Romeinse rijk te groot voor net als de wereld. Als de wereld te groot wordt, heb je geen houvast meer. Sinds een aantal decennia is de Hellenistische filosofie een stuk populairder. Waar is dat een teken van? = Dat deze tijd op die tijd lijkt. Er zijn verschillende scholen in de Hellenistische periode. Welke is het belangrijkste? = De stoa. Hoe is de Stoa ontstaan? = In Griekenland. Ze trekken belangstelling, mensen gaan iedere dag kijken. Uiteindelijk wordt de groep genoemd naar de plek waar de groep samenkomt. (Dat geldt ook voor Aristoteles’ lyceum, was iets van Lyceaplein. Dat betekende iets van wolfachtig moeras.) De Stoa kwamen samen in zuilen met iets van een Stoa gang. (Geldt ook voor Plato.) Een Stoa/wijsgerige school was heel anders dan nu. Hoe was het op zo’n school? = Les geven was een van de dingen. Het was meer te vergelijken met een klooster. Ze wilden leven zoals de leraar vertelde dat ze moesten leven. In de Romeinse tijd beginnen het Klooster gemeenschappen te worden. Ze woonden of waren de hele dag samen, deden yoga-achtige oefeningen, broederlijke: correctie: elkaar aansturen als iemand iets verkeerd deed. Het was niet alleen studeren, maar een manier van leven. Waar komt de uitdrukking ‘Een manier van leven’ vandaan? = Van de Franse filosoof P. Hadot. Begin filosofie van levenskunst (gestorven jaren ’60 en ’70 vorige eeuw). De filosofie van levenskunst gaat terug op de studies die P. Hadot deed vaan de Hellenistische scholen. Wat ontdekte Alexander de Grote toen hij naar India trok? = Dat het ook anders kan. Er kwam culturele onzekerheid. Hij stimuleerde soldaten om met Indiaanse vrouwen te trouwen, zodat rassen en culturen zouden mengen, maar het zorgde voor opstanden, omdat mensen bang waren om zichzelf te verliezen. In de Hellenistische filosofie zie je dat er andere oplossingen zijn dan populisme en nationalisme. Men oriënteert zich aan de omgeving. Deugdzaam gedrag is dat gedrag waarmee je binnen de sociale context geëerd zult worden. Als de context te groot wordt, kun je je daar niet meer op focussen. Je kunt het bij twee andere dingen halen. Welke twee andere dingen? = Enerzijds zoekt men oriëntatie bij de natuur. Het geheel, de werkelijkheid, oriëntatie aan de beweging van de sterren, aan de kosmos, aan de aarde, aan de ecologie. Je ziet in onze ecologische beweging een vergelijking aan oriëntatie aan de natuur of beweging van de sterren. De andere beweging was oriëntatie zoeken in het innerlijk. Je kijkt naar binnen, naar je diepste innerlijk en kijkt naar wat je moet doen, i.p.v. om je heen. In je innerlijk zie je de natuur en in de natuur zie je je innerlijk. Ook dit zie je nu terug. Stoa heeft bij fysica, logica en ethiek één centrale these. Wat is die? = Alles wat is, is noodzakelijk is. Alles wat noodzakelijk is, is wat is. Ze dachten dat alles gedetermineerd was. Alles gaat volgens de wetten van de rede. Alle werkelijkheid gaat noodzakelijk zoals het gaat. Een propositie is of waar of onwaar. Iets wat waar is kan nooit onwaar of een beetje waar zijn, dus moet het ook noodzakelijk waar zijn. Met logica wordt determinisme bevestigd. En hoe moet je dan leven (ethiek)? Valt er wel wat te zeggen over verantwoordelijkheid bij determinisme? Welke stoïcijn was een slaaf? = Epictetus. (Stoa) Wat is een encheiridon? = Een handding handboekje. Het was een boekje dat de bedoeling had dat je het bij je had. Er stonden allemaal wijze spreuken in. Het was de bedoeling dat je op de dag zo’n spreuk tot je nam. (Stoa) ‘Sommige dingen hebben wij in onze macht, doch niet alle.’ Dit moet je doorhebben. ‘Indien het iets is dat niet in je macht staat, laat het antwoord dan zijn:’ = ‘Het gaat mij niet aan.’ Je moet onverschillig zijn tegenover de dingen die je niet aangaan. Het loopt toch zoals het loopt. Wat is volgens de Stoa niet gedetermineerd? = Jouw mening en oordeel over de dingen. Je kunt het vervelend vinden dat je slaaf bent, maar dat is verkeerd, want het gaat je niet aan. Je moet onverschillig staan tegenover de dingen waar je niets aan kunt doen, want het gaat je niet aan. Hoe kun je wanneer je pijn voelt er onverschillig tegenover staan? Geef een voorbeeld van Epictetus. = Er is een verhaal van Epictetus dat hij door zijn meester werd geslagen met een stok. Hij zei: ‘Dat moet je niet doen, dadelijk breekt mijn been.’ En dat gebeurde. Zijn reactie was: ‘Zie je wel.’ Deed het dan geen pijn? ‘Jawel.’ Epictetus zou hebben kunnen zeggen dat er een pijn gevoel was. Een stoïcijn ontkent geen pijn. Je hoeft het gevoel niet te ontkennen om erover te oordelen. Oordeel dat zegt: ‘Wat erg dat dit mij is overkomen’, is niet adequaat, omdat het suggereert dat het anders had kunnen gaan, maar dat is niet zo. Waarmee is de ethiek van Stoa te vergelijken in een actualiteit? = Met mindfullnesscentrum of zoiets. Het is een soort mediteren en je eigen emoties als wetenschappelijk object bekijken. Je koppelt je los van je emoties door er naar te kijken. Je voelt je niet onrustig, je kijkt naar de onrust. Waar hangt je vrijheid vanaf als Stoïcijn? = Niet van keizer of slaaf zijn, maar van wat je doet als keizer of slaaf. Kun je volgens de Stoa weglopen als je in elkaar geslagen wordt? = Je en nee. Een Stoa zou zeggen ‘Natuurlijk’. Het determinisme zegt dat alles veroorzaakt wordt, als jij wegloopt, zal dat al veroorzaakt zijn. Als het al veroorzaakt is, ben jij er niet om in elkaar geslagen te worden. Dat maakt het gecompliceerd. In dat geheel van de dingen waar we niets aan kunnen doen daar deel van uitmaken of zoiets. Wat zijn de drie stadia van de ethiek van de Stoa? = 1. Oikeioosis: Van nature vertrouwd. 2. Ta kathékonta, offica: De ‘plichten’, het gepaste. 3. Homologia: instemming. (Stoa) Wat is Oikeioosis? = Het eerste stadium van ethiek van de Stoa. Van nature vertrouwd. Thuis zijn. Kind en dieren. Je wordt vanaf je twaalfde mens en daarvoor ben je dier. Een kind is thuis. Als je een dier in zijn natuurlijke omgeving laat, eet het alleen wat goed voor hem is en niet wat slecht is. Die natuurlijke afgestemdheid op wat goed is, toont aan dat determinisme (niet?) amoreel is of neutraal noodzakelijk is, maar dat het gekwalificeerd is. Het gaat vanzelf goed. Het zit goed in elkaar. Dat geldt ook voor de mens. De mens verlangt automatisch naar wat goed is. Alleen de mens is gecompliceerd, dus moet het kiezen tussen meerdere verlangens. Vanaf twaalf jaar komt Logos in de mens en wordt het mens. (Stoa) Wat is Ta kathékonta, offica? = Het tweede stadium van ethiek van de Stoa. De ‘plichten’, het gepaste. We kunnen zelf mee oorzaak worden wat we doen en welk verlangen we najagen. De Aristotelische deugden horen hier thuis. Hier kun je samenvallen met natuur herkennen. Bij Oikeioosis wordt de natuur gevolgd vanuit het perspectief van de soort. Hierbij wordt de natuur gevolgd vanuit de gemeenschap waarin je leeft. Je behoort te leven op de manier die jouw situatie zo veel mogelijk passend laat zijn aan de natuur. Je kunt verstoten of geëerd worden. Daar kun je zelf wat aan doen. Dit is de Aristotelische ethiek. Hier probeer je zo goed mogelijk te leven. (Stoa) Wat is Homologia? = Het derde stadium van ethiek van de Stoa. Instemming. Je kunt het zo goed mogelijk doen en toch pech hebben. Oikeioosis gaat vanzelf als baby die huilt en eten krijgt. Ta kathékonta, offica moet je zelf wat voor doen om gezond te blijven. Eten, drinken, fitness. En dan blijk je op je 25e een ziekte te krijgen en te sterven. Dat kan. Op dat punt komt de derde fase aan de orde. Wat bij Oikeioosis vanzelf gaat en je bij Ta kathékonta, offica kunt sturen is onderdeel van de grote natuur. Het zit allemaal bij elkaar in het grote geheel hierbij. Daarin moet je homoloog aan de natuur leven. Je moet instemmen met wat er met je in de natuur gebeurt, want dat heeft de natuur voor jou in petto. Oikeioosis gaat vanzelf. Ta kathékonta, offica kun je beïnvloeden. Homologia moet je mee instemmen met datgene wat er gebeurt. Wat is een beroemde regel met betrekking op de ethiek van de Stoa over meegaan met het lot? = ‘Leiden zal het lot wie wil, wie niet wil, dwingt het.’ Je kunt het zien als een hond die aan de kar vast zit. De hond kan tegenstribbelen, dat wordt hij meegesleurd, of hij huppelt vrolijk mee en dan lijkt het alsof de kar gaat waar de hond heen wil. Waarom kun je niet anders dan zo goed mogelijk proberen te leven volgens de Stoa? = Omdat je het lot niet kent. Als je gaat zitten wachten en niets doen, werk je er aan mee dat dat jouw lot is. Je weet niet hoe de noodzakelijkheid in elkaar zit, dus kun je niet anders dan proberen te zorgen dat het goed gaat met het besef dat het lot vreselijk kan zijn en de bereidheid dat lot te accepteren. Noem twee voorbeelden waaruit blijkt dat het mogelijk is om het lot te accepteren ook al is het vreselijk. = E. Hillesum. Een vrouw in de eerste helft van de vorige eeuw. Ze was een beetje Joods en een beetje Christen. Ze was opgesloten in een concentratiekamp (Westerbork) , maar ze mocht naar huis omdat haar vriend op sterven lag. Toen ze op de terugweg was en haar vriend was overleden wist ze dat haar dromen nooit meer uit zouden komen. Ze wist dat ze naar Auschwitz zou gaan en dat ze zou sterven. Ze zou nooit schrijfster worden, ze wilde de wereld een spiegel voor houden, experimenteren in erotiek. Jaren geleden zijn teksten van haar gepubliceerd. Op het moment dat ze weet dat ze dood gaat en haar vriend is gestorven, schrijft ze in haar dagboek: ‘Bedankt, want het is allemaal zo mooi en zinvol.’ Een ander voorbeeld: Een Jood die het overleefd heeft: Aber Hersberg of zoiets. Hij heeft verhalen geschreven over zijn tijd in het concentratiekamp. Hij bundelt die verhalen met de titel: Amor Fati wat liefde/ beminnen van het lot betekent. Bij welke filosofen vindt je herhaling van de ethiek van de Stoa op het punt van beminnen van het lot? = Bij Nietzsche en Spinoza. Hoe noemt Nietzsche de houding die je moet hebben tegenover het lot en hoe wordt het door de Stoa genoemd? = Nietzsche: Amor Fat, Stoa: Homologia Dat betekent liefde/ beminnen van het lot. (Stoa) Wat zijn consequenties voor de deugd? = In strikte zin: beperkte rol (‘het gepaste’). In ruimere zin: grotere rol: Deugd is rationeel zijn zoals de kosmos/natuur is. Van noodzakelijke tot voldoende voorwaarde voor geluk. Wat zegt het Turkse fatalisme over het lot? = Fatum beheerst jou. En dus kan je je maar beter overgeven aan het lot, ofwel doe gewoon waar je zin in hebt. Leef er maar op los, want het lot doet toch wat het doet. Nietzsche bekritiseert het Turkse fatalisme, waarom? = De mens is in zekere zin zelf het lot. De strijd is een illusie maar iets anders ook. Angst voor determinisme is angst voor het Turkse fatalisme. Dat de mens met handen over elkaar gaat zitten en niets gaat doen. (Je hebt bij de Grieken mensen, halfgoden, goden en daarboven het lot.) Het gaat zoals het gaat maar het lot zegen je of je vervloekt het. Het gaat erom om het te zegenen. Wanneer Nietzsche in Augustus ’81 langs een steen loopt, krijgt hij opeens een bijzondere gedachte. Welke is dat? = Dat alles zich eindeloos vaak herhaalt. Hij beschrijft de ervaring precies. Zoveel meter boven de zeespiegel, maar nog veel meer boven de mensen verheven. Alles keert eeuwig terug. Hoe denkt Nietzsche over hoe je in staat kunt zijn tot Amor Fati? = De gedachte dat alles eindeloos wordt herhaalt is een test voor Amor Fati. Iedere keer opnieuw zeg je dat nooit meer. Elke fout, elke wens (die wel of niet is uitgekomen) blijft hetzelfde. Wie dat tot zich laat doordringen zal zeggen: ‘Dat toch liever niet’ en wie zal zeggen: ‘Ja, zo zou ik dat best willen,’ is in staat tot Amor Fati. Hoe lost Nietzsche het idee op dat je niets hoeft te doen als alles al vast staat? = Hij denkt dat alles zich eindeloos en eeuwig herhaalt. Je hele leven wordt oneindig keer herhaalt, precies hetzelfde. Je bent in staat tot Amor Fati wanneer je dat best zou willen. Het idee is dat je elk moment leeft op een manier dat je zou willen dat eeuwig herhaald wordt.
Ingezonden op 16-01-2017 - 348x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!