Vakken
Engels
Frans
Duits
Spaans
Nederlands
Grieks
Portugees
Italiaans
Latijn
Japans
Biologie
Aardrijkskunde
Natuur- en scheikunde
Wiskunde, rekenen
Economie
Geschiedenis
Eigen methodes
Alle vakken
Home
›
Alle vakken
›
Eigen methodes
›
TuDis
› 3 Familie en vriendschap
Helaas is de overhoormodule niet beschikbaar. Wel kun je deze lijst overhoren via StudyGo. Klik op 'Overhoren'
TuDis
, deel 1
3 Familie en vriendschap
Jaar 1 (hbo)
Link voor email / website
Link naar overhoring, zonder bewerk/reactiemogelijkheid (ELO)
Open met deze code de oefening in miniTeach
Twitter
Facebook
Google+
LinkedIn
A Zeg dat je broer gaat trouwen. = Mon frère va se marier. Zeg dat je ouders gescheiden zijn. = Mes parents sont divorcés. Zeg dat je oma bij jullie woont. = Ma grand-mère habite chez nous. Zeg dat je een afspraak hebt. = J'ai rendez-vous. Zeg dat je zus in verwachting is. = Ma soeur est enceinte. Vraag aan Maurits of hij met Marielle verkering heeft. = Maurits, tu sors avec Marielle? Zeg dat je verliefd bent op Sophie. = Je suis amoureux de Sophie. Zeg dat je neef hartstikke aardig is. = Mon cousin est vachement sympa. Zeg dat je oom vrijgezel is. = Mon oncle est célibataire. Zeg dat je bij Quinten gaat logeren. = Je vais passer quelque temps chez Quinten. Zeg dat je nicht ouder is dan jij. = Ma cousine est plus âgé que moi. B As-tu des frères ou des soeurs? = Oui, j'ai un frère. Quel âge est-il? = Il a 22 ans. Tes grands-parents vivent encore? = J'ai encore un grand-père et deux grands-mères. As-tu un petit ami? = Non, je n'ai pas de petit ami. Vous êtes combien à la maison. = Nous sommes en quatre. Comment sont tes grands-parents? = Ils sont vachement sympas. Où habitent-ils? = Ils habitent tous à Valkenswaard. C Bonjour, d'où es-tu? Bonjour... = Bonjour, je suis de Valkenswaard. Tu habites chez Anne maintenant? Ja, ze hebben een groot gezin. = Oui, c'est vrai. Ils sont une famille nombreuse. Ah oui. Et toi, tu as beaucoup de frères et soeurs? ... = J'ai un frère. Moi, mon frère aîné est déjà marié. Vraag of F haar schoonzus leuk vindt. = Ta belle-soeur, est-elle sympa? Oui, ça va. Je préfère mon petit ami. Vraag hoe hij heet en hoe oud hij is. = Il s'appelle comment et il a quel âge? Il s'appelle Paul et il a seize ans. Zeg dat jij verkering hebt met... = Moi, je sors avec Herman. Il habite loin de chez toi? ... = Un peu. Il habite à Utrecht. Où habites-tu? Zeg dat je in Makkum woont. = J'habite à Makkum. C'est où? Zeg dat dat in het noorden van Nederland ligt. = Makkum est dans le nord des Pays-Bas. Ça sonne! A bientôt! ... = Au revoir!
Ingezonden op 16-01-2017 - 675x bekeken.
Nog niet genoeg stemmen voor waardering: geef je mening!
voting system
1
2
3
4
5
Maak gratis account aan
Toon volledig menu
Door deze site te gebruiken, ga je akkoord met het gebruik van cookies voor analytische doeleinden, gepersonaliseerde inhoud en advertenties.
Meer informatie.
Overhoor en verbeter je talenkennis op woordjesleren.nl. De grootste verzameling van Franse, Engelse, Duitse en anderstalige oefeningen. Naast talen zijn ook andere vakken beschikbaar, zoals biologie, geschiedenis en aardrijkskunde!